Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.1. Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Na de comparitie zijn nog de volgende processtukken gewisseld:
- een antwoord akte.
2. De wijzigingen van eis
3.3. De vaststaande feiten
4.4. De procedure en de beslissing in eerste aanleg
5.5. De bespreking van de grieven
grief Ikomt [appellant] op tegen het oordeel dat de vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een ernstige tekortkoming niet toewijsbaar zijn omdat niet is gebleken dat [geïntimeerde] haar verplichting tot betaling van de maandelijkse huur en het maandelijkse voorschot op de nutsvoorzieningen niet voldoet.
grief IIkomt [appellant] op tegen de afwijzing van de kantonrechter van zijn primaire vordering, die naar hij toelicht moet worden verstaan als een vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst in de zin van artikel 7:272 lid 2 BW. Volgens [appellant] heeft de kantonrechter ten onrechte overwogen dat niet aannemelijk is dat voor [geïntimeerde] binnen afzienbare termijn andere passende woonruimte beschikbaar is. Hij heeft in dat verband verwezen naar informatie van de website van Woningstichting Centrada over de gemiddelde wachttijd.
grief III, waarmee [appellant] opkomt tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg, eveneens faalt.