Uitspraak
in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van
Strametco B.V.,
de curator,
Bodewes,
1.De verdere procedure in hoger beroep
.Deze comparitie heeft op 8 juni 2018 plaatsgevonden. Het proces-verbaal van de comparitie bevindt zich bij de stukken.
2.De vaststaande feiten
9 december 2011, gerectificeerd in de akte van 23 maart 2012, tussen Welsec en Volharding is over de erfdienstbaarheid het volgende bepaald:
Volharding is eigenaar van een perceel grond met schepenlift gelegen op het aan Volharding in eigendom toebehorende kadastrale perceel Harlingen, sectie D nummer 1490 gedeeltelijk en 1489. Welsec maakt, tegen aan partijen bekende voorwaarden, gebruik van voormelde schepenlift. In het kader van voormeld gebruik vestigen partijen hierbij de navolgende erfdienstbaarheid: de erfdienstbaarheid ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Harlingen, sectie D nummer 1491 (als heersend erf) en ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Harlingen, sectie D nummer 1490 gedeeltelijk voor zover eigendom van Volharding en 1489 (als dienend erf), inhoudende het recht van het heersend erf om via voormelde schepenlift schepen te vervoeren van en naar het heersend erf, (...)
"
De schade is naar onze mening ontstaan als gevolg van het niveauverschil tussen de schepenlift en het betonnen hellingplatform.
3.De vorderingen, het verweer en de beslissing in eerste aanleg
4.De bespreking van de grieven
grief Ikomt de curator op tegen de afwijzing van de primaire vordering van Strametco door de rechtbank. Volgens de curator is Bodewes wel degelijk tekortgeschoten in de nakoming van de erfdienstbaarheid.
grief IIkomt de curator op tegen het oordeel van de rechtbank dat Bodewes onrechtmatig heeft gehandeld door niet tijdig schadebeperkende maatregelen te treffen.