Uitspraak
[verzoeker],
[verweerster],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap"van 28 juni 2011 gesloten overeenkomst tussen partijen tot het aangaan van huwelijkse voorwaarden in stand wordt gelaten, dan wel dat deze huwelijkse voorwaarden van toepassing zijn op het tussen partijen geldende huwelijksgoederenregime, dan wel dat tussen partijen geen sprake is van een overdeelde gemeenschap van goederen.
3.De feiten
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap",verleden op 28 juni 2011, zijn partijen staande huwelijk alsnog huwelijkse voorwaarden overeengekomen. In deze akte zijn de volgende overwegingen en bepalingen opgenomen:
Op achtentwintig juni tweeduizend acht te [A] zijn zij met elkaar zonder het maken van huwelijksvoorwaarden gehuwd.
Voorafgaand aan het huwelijk zijn door een misverstand wat betreft de (rechts)gevolgen tussen hen geen huwelijksvoorwaarden gemaakt.
Op grond van de wettelijke bepalingen zijn zij gehuwd naar Nederlands recht in wettelijke gemeenschap van goederen.
Zij wensen de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk te rekenen vanaf de eerste dag na heden te regelen volgens de navolgende huwelijksvoorwaarden. De krachtens artikel 1:119 BW vereiste goedkeuring van de Rechtbank Zwolle tot het maken van de huwelijksvoorwaarden is verleend bij beschikking de dato zeventien juni tweeduizend elf. (…)
Partijen zijn de hierna te noemen huwelijkse voorwaarden aangegaan binnen drie jaren na het sluiten van hun huwelijk en binnen zes maanden na de datum van de beschikking van tegemoetkoming van de belastingdienst als bedoeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen met betrekking tot het schenkingsrecht, in verband met de verdeling van gemeenschap van goederen tussen beiden, zoals hierna is vermeld. (…)
In deze akte willen partijen overgaan tot het aangaan van bedoelde huwelijksvoorwaarden en tot verdeling van de tussen hen bestaande huwelijksvermogensgemeenschap.
wat de baten betreft:
geldleningen die dienen tot verwerving of bekostiging van een (de) woning als hiervoor sub a bedoeld en waarvoor tot zekerheid voor de terugbetaling zulk een woning hypothecair is verbonden;
de lasten en kosten die het rechtstreeks gevolg zijn van het bezit en genot van een woning als hiervoor sub a bedoeld, onder welke lasten en kosten ondermeer begrepen dienen te worden de lasten en kosten van groot- en kleinonderhoud, van herstel, verbetering en vernieuwing als ook de vaste (zakelijke) lasten.
Partijen wensen thans na te melden inventarisatie en beschrijving van het vermogen dat behoort tot voormelde (ontbonden) huwelijksvermogensgemeenschap en welk vermogen niet gemeenschappelijk zal blijven, per na te melden datum van verdeling, te doen voorafgaan aan de verdeling van dat vermogen. Deze beschrijving zal tevens tot grondslag van de verdeling strekken.
(…)
voormelde certificaten van aandelen in de stichting: Stichting [D] (…);
de onverdeelde helft van de overlijdensrisico verzekering (…) polisnummer [00000] ;
de bankrekeningen ten name van de verschenen persoon sub 1;
de onverdeelde helft van de bankrekeningen ten name van de verschenen persoon sub 1 en de verschenen persoon sub 2(hof: lees [verweerster] )
(zogeheten "en/of rekeningen");
de vervoermiddelen ten name van de verschenen persoon sub 2.
Met het vorenstaande hebben partijen de tussen hen bestaan hebbende huwelijksvermogensgemeenschap geheel en al verdeeld; zij nemen met die verdeling genoegen met de belofte dat zij elkaar na heden nimmer om enige nadere verdeling ter zake zullen lastig vallen, zomin in rechte als daarbuiten; een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 3:195 - 200 BW. Partijen hebben de verdeling te hunnen bate of schade aanvaard (3:196-4 BW)
Partijen erkennen dat zij het hun toekomende - voor zover daarvoor vatbaar - hebben ontvangen, aan- en overgenomen.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap"van 28 juni 2011 tussen partijen aangegane overeenkomst tot het sluiten van huwelijkse voorwaarden vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verweerster] zich met betrekking tot hetgeen in de notariële akte tussen partijen is overeengekomen terecht beroepen op dwaling.
5.De beoordeling van de grieven
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap", door partijen en de notaris is ondertekend. [verweerster] heeft gesteld dat de notaris geen nadere toelichting meer op de huwelijkse voorwaarden heeft gegeven en dat zij ook bij die gelegenheid noch door de notaris, noch door [verzoeker] is gewezen op de gevolgen die de gemaakte afspraken voor haar zouden hebben. Zij is als gevolg van het opstellen van de akte haar aanspraken op de helft van de waarde van de certificaten van aandelen van circa € 1.000.000,- verloren.
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap"van 28 juni 2011 tussen partijen gesloten overeenkomst tot het aangaan van huwelijkse voorwaarden vernietigd.
6.De slotsom
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap"van 28 juni 2011 tussen partijen gesloten overeenkomst tot het aangaan van huwelijkse voorwaarden heeft vernietigd.
7.De beslissing
"Huwelijksvoorwaarden en verdeling huwelijksvermogensgemeenschap"van 28 juni 2011 tussen partijen gesloten overeenkomst tot het aangaan van huwelijkse voorwaarden heeft vernietigd;