Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
- zijn, verdachtes, penis en/of vinger(s) brengen in haar vagina en/of
- zijn, verdachtes, penis brengen in/tegen haar anus en/of
- het betasten van haar borsten en/of benen en/of vagina,
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
of omstreeks28 oktober 2014 te Oosterbeek, gemeente Renkum, door geweld
of een andere feitelijkheiden
/of bedreiging met geweld ofeen
anderefeitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van
een of meerhandelingen die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- zijn, verdachtes, penis en
- zijn, verdachtes, penis brengen
- het betasten van haar borsten en
of andere feitelijkheiden
/ofwelke
bedreiging met geweld en/of anderefeitelijkheid hierin
heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk
tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat ze naar een feestje zouden gaan en/ofdie [slachtoffer] op een dreigende aard heeft toegesproken en
/ofde benen van die [slachtoffer]
(met kracht
)uit elkaar heeft gelegd en
/ofde armen van die [slachtoffer] heeft
vast-/weggehouden en
/ofvoorbij is gegaan aan de door die [slachtoffer] afgegeven signalen en uitlatingen dat zij voornoemde handelingen van hem, verdachte, niet wilde ondergaan en
/ofgebruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, fysieke overwicht en
/ofmisbruik heeft gemaakt van de toestand waarin die [slachtoffer] zich, door het gebruik van alcohol, bevond.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Vordering gevangenneming
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.