ECLI:NL:GHARL:2018:5771
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis medeplichtigheid aan hennepteelt met strafoplegging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was ten laste gelegd voor het medeplegen van hennepteelt, en als dit niet bewezen kon worden, voor medeplichtigheid aan hennepteelt door opzettelijk een pand beschikbaar te stellen voor hennepteelt. Het hof heeft de zaak opnieuw behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de eerste rechter een juist vonnis heeft gewezen. Het hof bevestigt het eerdere vonnis, wat betekent dat de verdachte schuldig is bevonden aan medeplichtigheid aan hennepteelt.
De opgelegde straf bestaat uit een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Het hof oordeelt dat deze straf zwaarder is dan de eis van de advocaat-generaal, omdat de verdachte eerder al meerdere keren is veroordeeld voor misdrijven, waaronder Opiumwet delicten. Ondanks eerdere veroordelingen heeft de verdachte opnieuw een strafbaar feit gepleegd, wat strafverzwarend werkt. Het hof heeft de relevante artikelen van de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht toegepast en heeft de strafoplegging in overeenstemming geacht met de ernst van het bewezenverklaarde feit en de omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter gedeeltelijk vernietigd, maar bevestigt het vonnis voor het overige. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier. De zaak benadrukt de ernst van de betrokkenheid bij de hennepteelt en de gevolgen daarvan voor de gezondheid van gebruikers.