ECLI:NL:GHARL:2018:5569
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en afwijzing vordering tot ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel in Mega-onderzoek Mount Nepal
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een ontnemingsvordering in het kader van het Mega-onderzoek Mount Nepal, waarbij medewerkers van SNSPF onderling betalingsafspraken maakten en een deel van de uurvergoeding doorbetaalden aan andere medewerkers. De rechtbank had eerder een bedrag van € 965.486 aan wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld en de veroordeelde verplicht dit bedrag aan de Staat te betalen.
Tijdens de zittingen heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis van de rechtbank vroeg. De verdediging stelde echter dat de veroordeelde geen wederrechtelijk verkregen voordeel had genoten. Het hof heeft de zaak onderzocht op meerdere zittingen, waarbij ook besprekingen plaatsvonden tussen de veroordeelde en betrokken vennootschappen over betalingsafspraken met SNSPF.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel door de veroordeelde inmiddels was terugbetaald, waardoor de vordering van het openbaar ministerie op nihil werd gesteld. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen, waarbij het hof zich baseerde op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.