Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Wetterskip,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
grief Igericht. Met inachtneming van deze grief zal het hof de feiten, voor zover van belang voor de beoordeling van het geschil, in hoger beroep opnieuw vaststellen. Het hof merkt daarbij op dat aan de rechter een grote vrijheid toekomt de feiten vast te stellen die voor de beoordeling van het geschil van belang zijn. Aangevuld met wat in hoger beroep is komen vast te staan, luiden de feiten als volgt.
- hierna in geciteerde documenten ook wel aangeduid als “SR” of “SR-TECH” - opgericht. Deze onderneming had tot doel "
onderzoek naar slibreducerende technologietechnieken door predatoren en in het bijzonder borstelwormen en de exploitatie van dat onderzoek". SR Technologie B.V. heeft zich vervolgens beziggehouden met de ontwikkeling van een compact systeem waarin slibafbraak door wormen op de locatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (hierna: rwzi) kan plaatsvinden. De onderliggende
- innovatieve - technologie is vervolgens geoctrooieerd.
Experiment voor de reductie van zuiveringsslib middels wormen”. In de notulen van die vergadering is daarover onder meer het volgende opgenomen:
verlaging van de slibverwerkingskosten die op hun beurt resulteren in een verlaging van de vervuilingsheffing. Een lagere heffing leidt tot een lager kostenniveau voor Friese burgers en bedrijven.”
naar de overige Nederlandse waterschappen. (...) Een vervolgstap zal zijn een verdere uitbouw van deze activiteiten buiten Nederland.
In aanmerking nemend dat:
Na de ontwikkeling van een innovatief product moet het op de markt gebracht worden. Hiervoor dient een ondernemer een eerste afnemer (launching customer) te vinden voor het ontwikkelde product. Het risico van een ondernemer is dan ook dat er geen launching customer bereid is dit risico te nemen, waardoor het innovatieve product niet van de grond komt. De thuismarkt kan een belangrijke rol spelen bij het verkleinen van dit risico, door op te treden als launching customer. Die loopt daarbij echter ook weer risico’s: werkt het innovatieve product naar behoren en zijn de kosten niet te hoog?”
3 september 2007 een subsidieaanvraag ingediend bij het ministerie van Economische Zaken, waarbij [appellant] wederom als penvoerder optrad en waarbij SR Technologie B.V. en Wetterskip tezamen met STOWA, Alterra B.V. (het onderzoeksinstituut van Wageningen Universiteit) en de TU Delft als deelnemers hadden te gelden. De subsidieaanvraag werd gedaan in het kader van het innovatieprogramma "InnoWATOR" (hierna: InnoWATOR). InnoWATOR is een subsidieprogramma dat valt onder de “Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten” en is gericht op het stimuleren van watertechnologie, het verkorten van de "time-to-market" van nieuwe ontwikkelingen en het stimuleren van de concurrentiepositie van Nederland. Voor het verkrijgen van deze subsidie is de betrokkenheid van een potentiële eindgebruiker (de zogenaamde "launching customer") een vereiste. In dit geval was Wetterskip de potentiële eindgebruiker/”launching customer”. In de subsidieaanvraag (projectplan) van 3 september 2007 is onder meer opgenomen:
2. (…) omdat we op basis van de resultaten die we in Wolvega realiseren van mening zijn dat het nu tijd wordt om met deze technologie de "markt" op te gaan. Ik realiseer me dat de technologie nog vele jaren van ontwikkeling voor zich heeft, maar de resultaten zijn van dien aard dat we denken dat dit gerechtvaardigd is. (…) De andere reden om nu commercieel te gaan is omdat er gewoon geld binnen moet komen. (…)
In onze discussie hadden we het over het vinden van een Launching Customer. Het Wetterskip meldt zich aan. Daar kunnen we een grootschalige installatie bouwen in Leeuwarden of in Burgum. Maar er zijn ook complicaties. Het bestuur van het Wetterskip heeft net een miljoen van het innovatiebudget geschrapt. Dus moeten we op zoek naar financiering.”
- Het wormenconcept zoals dat er nu ligt (wormenreactor; psychrofiele vergisting) zie je niet zitten. Er ligt meer toekomst in de wormenreactor als voorbehandeling/ontsluiting voorafgaand aan een mesofiele vergisting. Maar dan is nog onderzoek nodig.
einde van deze technologie (...). Nu er een einde aan maken is vanuit alle oogpunten onlogisch en kan beide partijen alleen maar schade berokkenen. SR Technologie wil graag met U onderzoeken hoe deze schade voorkomen kan worden.”
Andere geschikte locaties op het vasteland die een goede business case voor het waterschap opleveren, zijn naar ons oordeel op termijn niet beschikbaar.”
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
grief Igeen belang meer heeft doordat het hof met inachtneming van deze grief de feiten opnieuw heeft vastgesteld.
grieven II t/m VIde rechtsoverwegingen 4.2.3. t/m 4.2.5., 4.3.3., 4.3.4., 4.4.3., 4.5.3. en 4.5.4. van het bestreden vonnis waarin de rechtbank de stellingen van [appellant] - dat op Wetterskip een verplichting rustte de door [appellant] ontwikkelde technologie op alle geschikte rzwi’s van Wetterskip toe te passen, dat Wetterskip toerekenbaar tekort is geschoten in het schenden van de onderhandelingsplicht en dat Wetterskip met het schenden van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur onrechtmatig heeft gehandeld - heeft verworpen.
grief VIIkomt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank in rechtsoverweging 4.6.3. van het bestreden vonnis waarin de vordering tot vergoeding van schade wegens ongerechtvaardigde verrijking is afgewezen.
grieven II t/m VIslagen heeft het hof in het kader van de devolutieve werking van het hoger beroep (alsnog) te beslissen op alle in eerste aanleg verworpen en/of niet behandelde verweren van Wetterskip. Uit doelmatigheidsoverwegingen zal het hof eerst het hiervoor onder 4.6 samengevatte verweer, op welk verweer de rechtbank niet heeft beslist, behandelen.
1 januari 2011.
grieven II t/m VI.
grief VIIopkomt.