In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een grootmoeder om omgang met en informatie over haar vier kleinkinderen. De grootmoeder, verzoekster in hoger beroep, was eerder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot omgang met de kleinkinderen door de rechtbank Gelderland. De ouders van de kinderen, verweerders in hoger beroep, hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de grootmoeder. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van 'family life' tussen de grootmoeder en twee van de kleinkinderen, maar dat omgang met hen in strijd is met zwaarwegende belangen van de kinderen, die kwetsbaar zijn en al te maken hebben met de scheiding van hun ouders. Het hof heeft geoordeeld dat omgang met de grootmoeder niet in het belang van de kinderen is en heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de grootmoeder geen recht heeft op informatie over de kinderen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de wettelijke uitgangspunten rechtvaardigen. De ouders hebben aangegeven dat het verstrekken van informatie spanning zou geven, wat niet in het belang van de kinderen is. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.