ECLI:NL:GHARL:2018:4962
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Stoop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratief beroepschrift en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 23 november 2015 het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) ongegrond verklaarde. De betrokkene had in augustus 2014 een brief gestuurd naar de CVOM, maar deze werd niet als beroepschrift aangemerkt. De kantonrechter oordeelde dat de brief van de betrokkene van 17 december 2014 als administratief beroepschrift kon worden beschouwd, maar deze brief was niet terug te vinden in het dossier. Het hof oordeelt dat de brief van augustus 2014 niet ondubbelzinnig als beroepschrift kan worden aangemerkt, omdat de betrokkene niet duidelijk heeft aangegeven dat hij beroep instelt. Hierdoor kan de inleidende beschikking niet in stand blijven. Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter en de beslissing van de officier van justitie, en bepaalt dat de betrokkene recht heeft op vergoeding van proceskosten tot een bedrag van € 626,25. De beslissing van de kantonrechter wordt vernietigd, het beroep wordt gegrond verklaard, en de inleidende beschikking wordt vernietigd.