ECLI:NL:GHARL:2018:4679

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
TBS P17/0368
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege in een TBS-zaak met wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2018 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. Het hof oordeelt dat het recidiverisico van de terbeschikkinggestelde is teruggebracht en dat dit risico binnen het door de reclassering voorgestelde kader voldoende te monitoren is. De behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde bevindt zich in een impasse, wat heeft geleid tot de beslissing om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen. De rechtbank Amsterdam had eerder op 5 oktober 2017 al een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege uitgesproken, waartegen het openbaar ministerie in beroep ging.

Tijdens de zitting op 3 mei 2018 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de advocaat-generaal en een reclasseringsmedewerker gehoord. Het hof heeft verschillende rapportages en adviezen van deskundigen in overweging genomen, waaronder die van psychiater J.L.M. Dinjens en psycholoog B. van Giessen. Beide deskundigen hebben aangegeven dat het recidiverisico op korte en middellange termijn laag is, maar dat er op de lange termijn risico's zijn die goed gemonitord moeten worden. De terbeschikkinggestelde heeft ingestemd met de voorwaarden die door de reclassering zijn opgesteld, waaronder deelname aan een forensisch psychiatrisch traject.

Het hof heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gewijzigd en aangevuld, waarbij de terbeschikkinggestelde onder andere moet meewerken aan reclasseringstoezicht en een traject bij een forensisch psychiatrische polikliniek. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en benadrukt het belang van een adequaat risicomanagement en de betrokkenheid van begeleiders en behandelaars met forensisch psychiatrische expertise. De terbeschikkinggestelde moet zich aan de voorwaarden houden om te voorkomen dat de verpleging opnieuw wordt hervat.

Uitspraak

TBS P17/0368
Beslissing d.d. 17 mei 2018
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1967,
verblijvende in [kliniek] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 5 oktober 2017, houdende de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de officier van justitie van 17 oktober 2017;
- de appelschriftuur van de officier van justitie van 26 oktober 2017;
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van dit hof van 22 februari 2018;
- de tussenbeslissing van dit hof van 8 maart 2018;
- het aanvullende reclasseringsadvies van 25 april 2018;
- de Pro Justitia rapportages van psychiater J.L.M. Dinjens en psycholoog B. van Giessen van 30 april 2018.
Het hof heeft ter zitting van 3 mei 2018 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Haarlem, de advocaat-generaal mr. A.M. de Vries en dhr. J.L.J. Volders, reclasseringsmedewerker.

Overwegingen:

Het hof verwijst naar de tussenbeslissing van 8 maart 2018 voor een uitgebreidere weergave van het procesverloop, van de eerder uitgebrachte deskundigenadviezen en de overwegingen van het hof. Samengevat komen deze erop neer dat de kliniek adviseert de verpleging van overheidswege te continueren en dat twee externe gedragsdeskundigen en de reclassering menen dat deze onder voorwaarden kan worden beëindigd. Het hof had behoefte aan nader onderzoek naar de relatie van de terbeschikkinggestelde met mevrouw [naam] . Ook wenste het hof een actueel onderzoek door twee nieuwe onafhankelijke deskundigen naar, kort gezegd, het recidiverisico en de haalbaarheid van het door de reclassering voorgelegde plan.
Het reclasseringsadvies van 25 april 2018 en de ter terechtzitting gegeven toelichting
Naar aanleiding van de tussenbeslissing van het hof van 8 maart 2018 heeft er een uitgebreid gesprek plaatsgevonden tussen dhr. Volders en mevrouw [naam] over haar relatie met de terbeschikkinggestelde. [naam] heeft in dit gesprek aangegeven dat tussen haar en de terbeschikkinggestelde momenteel sprake is van vriendschappelijk contact. Mocht het contact zich in de toekomst weer ontwikkelen tot een affectieve relatie, dan is volgens haar externe ondersteuning en/of sturing gewenst. Dit nu zij samen een dochter hebben en het van groot belang is dat zij op adequate wijze met elkaar om kunnen (blijven) gaan. [naam] heeft desgevraagd aangegeven bereid te zijn haar medewerking te verlenen aan systeemtherapie.
Wat betreft het door het hof benoemde aandachtspunt van het waarborgen van nauwe betrokkenheid van begeleiders en behandelaars met forensisch psychiatrische expertise is aangegeven dat deze expertise binnen de [kliniek] , waar de reclassering de terbeschikkinggestelde beoogt te plaatsen, in voldoende mate aanwezig is. De daar werkzame woonbegeleiders zijn afkomstig uit [kliniek] . Ook binnen het Werkhuis, waar de terbeschikkinggestelde werkzaamheden zal gaan verrichten, is het personeel verbonden aan [kliniek] . Ter verdere waarborging van voormeld aandachtspunt heeft de reclassering geadviseerd als aanvullende voorwaarde op te nemen dat de terbeschikkinggestelde zijn medewerking dient te verlenen aan een traject bij een forensisch psychiatrische polikliniek, ook als dat inhoudt een individueel behandeltraject en/of systeemtherapie. De terbeschikkinggestelde heeft gezegd hiermee akkoord te zijn.
Dhr. Volders heeft ter terechtzitting vorenstaande bevindingen onderstreept en verder aangegeven dat er momenteel een plek beschikbaar is bij [kliniek] . De terbeschikkinggestelde kan direct geplaatst worden. Dhr. Volders heeft geconcludeerd dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder de voorwaarden zoals opgenomen in de beslissing van de rechtbank van 5 oktober 2017 en met als aanvullende voorwaarde een traject bij een forensisch psychiatrische polikliniek, verantwoord en aangewezen is.
De adviezen van de externe deskundigen van 30 april 2018
Psychiater Dinjens heeft gerapporteerd:
Het recidiverisico onder het huidige behandel- en beveiligingsregime wordt ingeschat als laag. Bij het wegvallen van het kader zal het recidiverisico op de middellange en lange termijn gradueel kunnen oplopen naar een matig tot hoog recidiverisico. Er is sprake van ernstige persoonlijkheidspathologie, waarvan de kernproblematiek beperkt bewerkbaar is gebleken. Van verdere intramurale behandeling valt niets meer te verwachten en doorgaan op de huidige voet zal naar verwachting alleen maar leiden tot toename van frustraties en het afstevenen op een verblijf in de longstay.
Er zijn verschillende visies: de kliniek(en) stellen zich op het standpunt dat het recidiverisico op relationeel geweld niet goed is in te schatten dan wel onverminderd hoog blijft. De onafhankelijke rapporteurs uit 2016, als ook reclassering (en AVT) schatten de recidiverisico's gunstiger in en zien mogelijkheden voor resocialisatie, vanuit het traject van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
Vanuit het dossier komt een weinig rooskleurig beeld naar voren, maar anderzijds heeft betrokkene al sinds jaren geen agressief of impulsief gedrag meer vertoond en is de relatie met de moeder van zijn dochter op één incident na, zonder noemenswaardige problemen verlopen. Belangrijk is te benoemen dat betrokkene als niet acuut delictgevaarlijk wordt ingeschat. De risico's ontstaan vooral op de middellange en lange termijn, indien betrokkene opnieuw intieme relaties zou aangaan en zijn vanuit dat perspectief goed te monitoren.
Onderzoeker ziet slechts één mogelijkheid om de impasse te doorbreken: voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Mocht dit traject niet doorgaan of niet slagen dan dreigt opnieuw een verblijf in een longstayvoorziening. Om het traject te laten slagen is een stevig extern risicomanagement met intensief toezicht en begeleiding noodzakelijk. De reclassering ziet hiertoe mogelijkheden en heeft een stevig pakket van controlemaatregelen in de voorwaarden geformuleerd, waaronder verblijf in een 24-uurs beschermde woonvorm op het terrein van de [kliniek] , intensief toezicht en monitoring, urinecontroles en begeleiding via een forensische poli, inclusief systeembegeleiding. Onderzoeker kan zich hierin vinden.
Het risico bestaat dat betrokkene opnieuw de strijd zal aangaan met de toezichthouder aangaande de voorwaarden, waardoor er opnieuw een onwerkbare situatie zal ontstaan en de verpleging van overheidswege opnieuw in beeld komt. Het is aan betrokkene deze situatie te voorkomen.
Psycholoog Van Giessen heeft gerapporteerd:
Betrokkene is iemand die geneigd is om strijd aan te gaan, zich niet zo gemakkelijk te laten gezeggen, zijn eigen koers te varen, te externaliseren of bagatelliseren en een beperkt vermogen heeft tot empathie. Anderzijds moet worden geconcludeerd dat de persoonlijkheidspathologie in ernst is verminderd (milder geworden), dat hij in staat is gebleken om een juridische strijd te kiezen boven fysiek agressief gedrag. Hij is ondanks de vele frustraties tijdens de tbs sinds 2004 niet tot fysiek agressief gedrag gekomen, wat betekent dat hij in staat is tot zelfcontrole, ofwel tot beheersing van zijn (agressieve) impulsen.
Zonder de beschermende maatregel tbs is het recidiverisico op korte en middellange termijn laag. In de loop der tijd kan het recidiverisico toenemen, indien sprake is van stresserende omstandigheden, zoals conflicten met de reclassering of met een partner. Hoe hoog dit risico op de langere termijn zal zijn, valt erg moeilijk in te schatten, maar op grond van de voorgeschiedenis van betrokkene zal dit ten minste matig zijn. Het gaat er derhalve om dat zoveel mogelijk beschermende factoren worden ingezet om de kans op recidive zo klein mogelijk te houden.
Na zes behandelpogingen in verschillende tbs-klinieken kan niet verwacht worden dat een zevende poging nog enig soelaas zal bieden met betrekking tot uitstroom uit de tbs. In dat opzicht is de uitstroom via een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging de enige reële optie. Op grond van de risicotaxatie kan geconcludeerd worden dat dit voor de korte en middellange termijn verantwoord is. De stap naar een leven buiten de kliniek is na negentien jaar echter erg groot en in die zin is het van belang dat sprake is van een adequaat risicomanagement, met controle en toezicht, systeemgesprekken, contacten met een forensische polikliniek, adequate dagbesteding en verblijf in een RIBW.
Betrokkene heeft zich gecommitteerd aan de voorwaarden die door de reclassering zijn opgesteld, maar op grond van de juridische strijd die betrokkene sinds 2004 met de zes tbs-klinieken heeft gevoerd, is het de vraag hoe hij zal omgaan met begrenzingen door de reclassering. Als hij ook in deze situatie de juridische strijd gaat voeren, zal er in kort tijd een onwerkbare situatie ontstaan, met tot gevolg dat de vraag naar hervatting van de dwangverpleging gesteld zal worden. Met de stap naar voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, die op korte en middellange termijn in elk geval verantwoord is, hangt het geheel van betrokkene af of dit een succes zal worden.
Geadviseerd wordt om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, met de uitbreiding van de voorwaarden die recent door de reclassering zijn opgesteld.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
In de Pro Justitia rapportages van psychiater Dinjens en psycholoog Van Giessen is treffend verwoord dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege de enige resterende mogelijkheid is ter doorbreking van de impasse die thans is ontstaan. Deze stap is ook verantwoord, gelet op het gunstige recidiverisico op de korte en middellange termijn en de verschillende waarborgen binnen het traject dat de reclassering voor ogen heeft. Mocht het recidiverisico naar verloop van tijd toenemen, dan zal dit vroegtijdig gesignaleerd worden, zodat tijdig kan worden ingegrepen. De raadsman heeft verzocht de beslissing waarvan beroep te bevestigen, met wijziging van de voorwaarden.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Uit de aanvullende rapportages van Dinjens en Van Giessen volgt dat zij een traject van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de door de reclassering voorgestelde voorwaarden aangewezen en ook verantwoord achten. De vraagtekens die eerder nog geplaatst konden worden bij de relatie tussen de terbeschikkinggestelde en mevrouw [naam] zijn deels weggenomen door het gesprek dat zij met dhr. Volders heeft gehad. Het is bij deze stand van zaken aan de terbeschikkinggestelde om aan te tonen dat hij klaar is voor deze stap. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd de beslissing waarvan beroep te bevestigen, met wijziging van de voorwaarden.
Het oordeel van het hof
Bevestiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd, met aanvulling van het hiernavolgende.
Het hof is van oordeel dat het recidiverisico thans zodanig is teruggebracht dat het verantwoord is om te beslissen tot het voorwaardelijk beëindigen van de verpleging van overheidswege, onder de na te noemen voorwaarden. Op basis van de rapporten van Dinjens, Van Giessen en de reclassering is het recidiverisico op de korte tot middellange termijn in te schatten als laag. Het recidiverisico op de middellange tot lange termijn is volgens de rapporteurs binnen het door de reclassering voorgestelde kader voldoende te monitoren. Het hof stelt vast dat de reclassering zicht heeft op de relatie tussen verdachte en mevrouw [naam] , de moeder van zijn kind en zijn zakenpartner. In de voorwaarden is voorzien in een begeleiding van deze relatie. Ten slotte wordt in de voorwaarden de nauwe betrokkenheid van begeleiders en behandelaars met forensisch psychiatrische expertise geborgd.
Aan de beslissing tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege draagt bij dat de terbeschikkingstelling inmiddels ruim veertien jaar duurt. In die tijd is de terbeschikkinggestelde in zes verschillende klinieken behandeld. Inmiddels hebben twee zorgconferenties plaatsgevonden, die niet tot een wezenlijke voortuitgang in behandeling en resocialisatie hebben geleid. Op basis van de Pro Justitia rapportages van Dinjens en Van Giessen kan worden geconcludeerd dat wat betreft die behandeling en resocialisatie al enige tijd sprake is van een impasse en dat een doorbreking van die impasse binnen het kader van de verpleging van overheidswege niet langer als reële optie is aan te merken. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is volgens de rapporteurs de enige resterende mogelijkheid om de ontstane impasse te doorbreken.
De terbeschikkinggestelde heeft ingestemd met de te formuleren voorwaarden. Het hof voorziet dat de terbeschikkinggestelde nog langdurig onder toezicht van de reclassering zal moeten blijven staan en dat de maatregel nog een aanzienlijke periode zal voortduren. Ten slotte wijst het hof erop dat zowel Dinjens als Van Giessen het risico signaleert dat de terbeschikkinggestelde ook met de reclassering de strijd aangaat waardoor een onwerkbare relatie met de reclassering ontstaat. Het is aan de terbeschikkinggestelde om dit te voorkomen.
Wijziging voorwaarden
De rechtbank heeft bij beslissing waarvan beroep de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd, maar daarbij verzuimd alle wettelijk voorgeschreven en gebruikelijke algemene voorwaarden op te nemen. Het hof zal dit verzuim herstellen. Daarnaast zal het hof de voorwaarde zoals in de beslissing waarvan beroep onder 10. geformuleerd wijzigen. Het hof acht het verder aangewezen dat als aanvullende voorwaarde wordt opgenomen dat de terbeschikkinggestelde zijn medewerking verleent aan een traject bij een forensisch psychiatrische polikliniek, ook als dat inhoudt een individueel behandeltraject en/of systeemtherapie. Het hof acht het van belang dat hierbij ook aandacht is voor de omgangsregeling tussen de terbeschikkinggestelde en zijn dochter. Gelet op het voorgaande ziet het hof aanleiding de voorwaarden, verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, te wijzigen als na te melden.

Beslissing

Het hof:
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Amsterdam van 5 oktober 2017 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde], met aanvulling van het hiervoor overwogene.
Wijzigtde voorwaarden waaronder de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd, zodat deze komen te luiden dat de terbeschikkinggestelde:
Algemene voorwaarden:
zich niet schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen. De contactfrequentie wordt door de reclassering bepaald. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen en richtlijnen van de reclassering, ook als het de omgang met zijn dochter betreft. Hij werkt mee aan de controles die gehanteerd worden. Hij stelt zich voor de reclassering controleerbaar op en geeft toestemming aan de reclassering om contact op te nemen met alle personen en instellingen die bij de behandeling en resocialisatie betrokken zijn. Tevens geeft hij aan deze personen/instellingen toestemming om informatie uit te wisselen met de reclassering.
Bijzondere voorwaarden
4. zijn dagelijks functioneren bespreekt en zich begeleidbaar opstelt naar hulpverleners. Tevens geeft de terbeschikkinggestelde inzicht in zijn nieuwe contacten binnen zijn netwerk. Hij is onmiddellijk transparant betreffende het verloop van relaties;
5. instemt met een verblijf in [kliniek] of een soortgelijke instelling, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. Er vindt geen verandering van woonadres plaats zonder overleg met de reclassering;
6. over een adequate daginvulling beschikt. Aanvankelijk zal de terbeschikkinggestelde werkzaamheden verrichten bij het Werkhuis, in combinatie met het afronden van zijn studie makelaardij. Verandering van werkplek vindt enkel plaats na overleg met en goedkeuring van de reclassering;
7. over een zelfstandig inkomen beschikt, mogelijk in de vorm van een uitkering. Hij beheert zijn eigen financiën met ondersteuning van de begeleiding van de [kliniek] en de reclassering en geeft daar desgevraagd inzicht in. Mocht dit leiden tot problemen, dan stemt de terbeschikkinggestelde in met een vorm van budgetbeheer en/of bewindvoering;
8. volgens afspraak geen drugs gebruikt. Het gecontroleerd (en beperkt) gebruik van alcohol vindt plaats volgens afspraak (maximaal twee eenheden alcohol per dag gedurende het weekend). De terbeschikkinggestelde werkt mee aan urinecontroles en/of blaastests, indien en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
9. zich enkel buiten de Nederlandse landsgrenzen mag begeven met toestemming van de reclassering;
10. zijn medewerking verleent aan een Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) zolang dit door de reclassering nodig wordt geacht. Bij noodzakelijke interventies, zoals een terugplaatsing c.q. time-out in de kliniek bij een crisis voor de duur van maximaal twee keer zeven weken, verleent de terbeschikkinggestelde zijn medewerking.
11. zijn medewerking verleent aan een traject bij een forensisch psychiatrische polikliniek, ook als dat inhoudt een individueel behandeltraject en/of systeemtherapie, waarbij aandacht is voor de omgangsregeling tussen de terbeschikkinggestelde en zijn dochter.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. P.R. Wery en mr. R.R.H. Laurens als raadsheren,
en dr. A.J. Verheugt en dr. I. Troost als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R.S. Helmus als griffier,
en op 17 mei 2018 in het openbaar uitgesproken.
De raden en mr. R.R.H. Laurens zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.