Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: de moeder,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 19 december 2017 en
- het verweerschrift met een productie.
3.De feiten
- [kind 1] , op [geboortedatum] te [plaatsnaam] (verder te noemen: [kind 1] ), en
- [kind 2] , op [geboortedatum] te [plaatsnaam] (verder te noemen: [kind 2] ).
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
eens in de twee weken ongeveer twee uur op de woensdag” te summier vindt. Voorts heeft zij de GI verzocht om een schriftelijke aanwijzing te geven indien de GI het niet eens is met de voorgestelde (ruimere) bezoekregeling. Hierop heeft de GI op 23 juni 2017 de schriftelijke aanwijzing gegeven.
de gezinsvoogd zich dit uit eerdere informatie vanuit de vader kan voorstellen”. Voorts heeft de GI in de schriftelijke aanwijzing uitgelegd dat een uitbreiding van de (reguliere) bezoekregeling volgens haar vooralsnog niet in het belang van [kind 1] is, omdat het woonperspectief van [kind 1] voorlopig bij de pleegouders ligt en er voor [kind 1] eerst rust moet komen.
eens in de twee weken ongeveer twee uur op de woensdag” te summier vindt en in de toelichting op de tweede grief wordt gesteld dat de omgang feitelijk plaatsvindt op woensdagmiddag. In het licht van deze omstandigheden acht het hof de schriftelijke aanwijzing voldoende specifiek.