Uitspraak
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
[appellante],
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
Délifrance,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
De wijziging van eis en nieuwe grieven
2 maart 2016 - te vermeerderen met de (boete)rente van 2% vordert. [appellante] heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze wijziging van eis. Bij gelegenheid van de comparitie van partijen heeft haar raadsman aangegeven geen behoefte te hebben aan het nemen van een processtuk waarin inhoudelijk op de vermeerderde vordering van Délifrance wordt ingegaan.
- daarover is [appellante] niet duidelijk - door een onderzoek naar de gevolgen van de opening van een tweede filiaal achterwege te laten. Dat is een geheel nieuwe feitelijke grondslag voor het verweer van [appellante] in conventie en de vorderingen in reconventie.
3.De vaststaande feiten
2 maart 2016 de feiten vastgesteld. [appellante] heeft in een
niet genummerde griefbezwaar gemaakt tegen de vaststelling in rechtsoverweging 2.5 van dat vonnis. Het hof zal eerst deze grief bespreken.
Beschermingsgebied: Almere Centrum: 300 meter rondom vestiging." Volgens [appellante] is de bijlage pas later aan de franchiseovereenkomst toegevoegd. Zij heeft nooit een paraaf geplaatst op een plattegrond van Almere met daarop de hiervoor aangehaalde tekst. Ze heeft wel een plattegrond van Almere geparafeerd, bij het sluiten van de koopovereenkomst, maar daar stond geen tekst met pen bijgeschreven, aldus [appellante] .
Beschermingsgebied: Almere Centrum: 300 meter rondom vestiging." Onderaan de bladzijde bij deze tekst staat onder meer - in drukletters - "paraaf Mw. [appellante] ". Door deze drukletters heen is een paraaf geplaatst. [appellante] heeft niet bestreden dat het haar paraaf betreft. Bij gelegenheid van de comparitie heeft zij, desgevraagd, aangegeven dat zij deze paraaf heeft geplaatst tegelijk met het paraferen van de andere pagina's van het franchisecontract. De kantonrechter heeft dan ook terecht vastgesteld dat in bijlage 3 van de franchiseovereenkomst de meergenoemde tekst is opgenomen. De beantwoording van de vraag of daarnaast als bijlage ook is opgenomen een kaart met een handgeschreven tekst is dan niet van belang.
19 maart 2017. Ingevolge deze franchiseovereenkomst is [appellante] gehouden om aan Délifrance te voldoen een entreefee van € 10.000,-, een maandelijkse vergoeding van 2,5% van de in de
In artikel 5 van de franchiseovereenkomst is bepaald dat Délifrance zelf geen
Beschermingsgebied: Almere
Alle 39 bladzijden van de franchiseovereenkomst zijn door [appellante] geparafeerd.
In een op 23 februari 2012 gedateerd en door partijen ondertekend addendum bij de overeenkomst is bepaald dat de entreefee is vastgesteld op € 2.500,-.
4.De vorderingen en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
grief 1komt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat ook met de in het geding gebrachte getuigenverklaringen niet is komen vast te staan dat [appellante] bij het tot stand komen van de indeplaatsstellingsovereenkomst en de franchiseovereenkomst onbekend was met de (toekomstige) vestiging van een tweede filiaal van Délifrance in het centrum van Almere.
Délifrance Stationsplein info”.
grief 2komt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat Délifrance jegens [appellante] gedurende de precontractuele fase niet onrechtmatig heeft gehandeld. [appellante] baseert haar betoog dat Délifrance onrechtmatig heeft gehandeld allereerst op schending van de mededelingsplicht door Délifrance betreffende de opening van een tweede filiaal. Zoals [appellante] in de toelichting van de grief terecht opmerkt, is het oordeel over dit onderdeel van de grief verbonden met het oordeel over grief 1.
vermeerdering van eisingestelde vordering toewijsbaar is.
1 maart 2015 tot en met 2 maart 2016, te vermeerderen met een boete van 2% vanaf de vervaldatum van de termijnen waaruit dit bedrag is opgebouwd;
€ 6.322,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;