ECLI:NL:GHARL:2018:426

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 januari 2018
Publicatiedatum
16 januari 2018
Zaaknummer
200.195.066/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over vervangingsgarantie in uitzendovereenkomst voor bessenplukkers

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door Landbouwbedrijf [appellant1] V.O.F. en twee andere appellanten tegen Abiant Uitzendorganisatie B.V. De zaak betreft een geschil over een uitzendovereenkomst voor bessenplukkers. Kort na de start van het plukseizoen vertrokken veel werknemers van Abiant uit onvrede over de arbeidsomstandigheden. De uitzendorganisatie stelde in haar algemene voorwaarden dat zij niet aansprakelijk is voor het niet kunnen leveren van vervangende werknemers. De opdrachtgever, [appellant1] V.O.F., betoogde echter dat er een vervangingsgarantie was overeengekomen. De rechtbank heeft getuigen gehoord en in eerste aanleg geoordeeld dat er geen vervangingsgarantie was. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot dezelfde conclusie als de rechtbank. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende bewijs opleverden voor de stelling dat er een vervangingsgarantie was afgesproken. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellanten in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.195.066/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/104039 / HA ZA 14-71)
arrest van 16 januari 2018
in de zaak van

1.Landbouwbedrijf [appellant1] V.O.F.,

gevestigd te [A] ,
hierna:
[appellant1] v.o.f.,

2. [appellant2] ,

wonende te [A] ,
hierna:
[appellant2],

3. [appellant3] ,

wonende te [A] ,
hierna:
[appellant3],
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
[appellanten] c.s.,
advocaat: mr. J. Faas, kantoorhoudend te Groningen,
tegen
Abiant Uitzendorganisatie B.V.,
gevestigd te Groningen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna:
Abiant,
advocaat: mr. A.L.S. Verhoog, kantoorhoudend te Haren.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 13 juni 2017 hier over.
1.2
Ingevolge het vermelde tussenarrest heeft op 18 oktober 2017 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Het hiervan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich in afschrift bij de stukken.
1.3
Vervolgens zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering

2.1
Het hof gaat in hoger beroep, voor zover van belang, uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.23 van het vonnis van
5 augustus 2015.
2.2
Abiant, die onder meer handelt onder de naam Euriant, is een uitzendorganisatie, die medewerkers aan opdrachtgevers uitleent. In het vervolg zal steeds van Abiant worden gesproken. [appellanten] c.s. exploiteren een landbouwbedrijf (bessenteelt) met groepsaccommodatie te [A] .
2.3
Abiant en [appellanten] c.s. hebben op 4 maart 2013 een
"registratieformulier
opdrachtgever"ingevuld en ondertekend. Hierop is onder meer vermeld;
"De gewerkte uren zullen wekelijks aan de opdrachtgever worden gefactureerd. Voor alle aanbiedingen, opdrachten en overige overeenkomsten voor het ter beschikking stellen van werknemers aan opdrachtgevers zijn de algemene voorwaarden van Euriant van toepassing (. .)
Een exemplaar van de algemene voorwaarden is mij overhandigd en de bovenstaande gegevens zijn door mij volledig en juist verstrekt."
2.4
Abiant heeft [appellanten] c.s. op 1 juni 2013 een schriftelijke offerte gedaan voor het
plaatsen van buitenlandse werknemers ten behoeve van de blauwe bessenoogst in 2013. In deze offerte is - voor zover van belang - vermeld:
"Duur opdracht
  • Inhuurperiode als startindicatie juli 2013. Een en ander is afhankelijk van het weer.
  • Inhuur periode 7 a 10 weken per persoon Een en ander is afhankelijk van het weer.
  • Tarief in de offerte is bij afname van minimaal 50 uitzendkrachten als indicatie in gehele periode.
  • Na 1,5 tot 2 weken opschalen naar 100 mensen en de laatste 2 weken ongeveer weer 50 personen als indicatie.
  • (…)
Euriant past de algemene voorwaarden voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten van Abiant toe. (…) Opdrachtgever wordt geacht deze te kennen c q. hier een exemplaar van te hebben ontvangen en zal volgens deze voorwaarden handelen."
De offerte van Abiant is door [appellanten] c.s. voor akkoord ondertekend. Op
3 juni 2013 hebben [appellanten] c.s. opnieuw een offerte ondertekend, omdat in de eerste
offerte ten onrechte was opgenomen dat de CAO Open Teelt van toepassing was.
2.5
In voornoemde algemene voorwaarden is onder meer bepaald:
"Artikel 5
Vervanging en beschikbaarheid
1. Abiant is gerechtigd om gedurende de looptijd van de opdracht een vervangende werknemer aan te bieden. De opdrachtgever kan een dergelijk voorstel op redelijke gronden afwijzen.
(…)
3 Abiant schiet niet toerekenbaar tekort jegens de opdrachtgever en is niet gehouden tot vergoeding van enige schade of kosten aan de opdrachtgever, indien Abiant om welke reden dan ook een (vervangende) werknemer niet (meer), althans niet (meer) op de wijze en in de omvang als bij de opdracht of nadien overeengekomen aan de opdrachtgever ter beschikking kan stellen.
(…)
Artikel 17
Betaling en gevolgen wanbetaling
1. De opdrachtgever is te allen tijde gehouden elke door Abiant ingediende nota binnen veertien kalenderdagen na factuurdatum te voldoen. Indien een nota niet binnen deze periode is betaald, is de opdrachtgever vanaf dan zonder ingebrekestelling van rechtswege in verzuim en een rente van 1% per maand verschuldigd, waarbij een deel van een maand tot een volle maand wordt gerekend. Opschorting van betaling of verrekening is aan opdrachtgever met toegestaan,
(…)
5. Alle kosten van inning komen geheel voor rekening van de opdrachtgever. De vergoeding voor buitengerechtelijke kosten worden gefixeerd op 15% van de verschuldigde hoofdsom inclusief rente met een minimum van € 250,- per vordering. Deze vergoeding zal steeds, zodra rechtsbijstand door Abiant of door de derde die tot de betaling gerechtigd is, is ingeroepen respectievelijk de vordering door Abiant ter incasso uit handen is gegeven, zonder enig nader bewijs in rekening worden gebracht en door de opdrachtgever verschuldigd zijn.
Artikel 18
Inspanningsverplichting en aansprakelijkheid
1. Abiant is gehouden zich in te spannen om de opdracht naar behoren uit te voeren. Indien en voor zover Abiant deze verplichting niet nakomt, is Abiant gehouden - met inachtneming van het in deze algemene voorwaarden bepaalde - tot vergoeding van de daaruit voortvloeiende directe schade van de opdrachtgever, mits de opdrachtgever zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie maanden na het ontstaan of bekend worden van die schade een schriftelijke klacht ter zake indient bij Abiant en daarbij aantoont dat die schade het rechtstreekse gevolg is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Abiant.
2. Iedere eventuele uit de opdracht voortvloeiende aansprakelijkheid van Abiant is beperkt tot het door Abiant aan de opdrachtgever in rekening te brengen opdrachtgeverstarief voor de uitvoering van de opdracht, zulks voor het overeengekomen aantal arbeidsuren en de overeengekomen duur van de opdracht tot een maximum van drie maanden. Het door Abiant maximaal uit te keren bedrag gaat in geen geval het door haar verzekering uil te keren bedrag te boven.
3. Aansprakelijkheid van Abiant voor indirecte schade, daaronder begrepen gevolgschade, gederfde winst, gemiste besparingen en schade door bedrijfsstagnatie, is in alle gevallen uitgesloten.
2.6
De door Abiant uit te lenen (Poolse) medewerkers zouden verblijven in de groepsaccommodatie van [appellanten] c.s., waarvoor laatstgenoemden een vergoeding van Abiant zouden ontvangen.
2.7
De start van de bessenoogst 2013 is vertraagd. Op 15 augustus 2013 waren de eerste blauwe bessen rijp en is begonnen met 50 plukkers van Abiant. Op 21 augustus 2013 waren er 99 plukkers van Abiant aanwezig. [appellanten] c.s. hebben vijf plukkers weggestuurd, waarna er op 27 augustus 2013 nog 94 plukkers van Abiant aanwezig waren. Op of omstreeks 28 augustus 2013 is er onrust onder de plukkers ontstaan vanwege het gehanteerde bonussysteem en het te werken aantal uren. In verband daarmee hebben [appellanten] c.s. Abiant bij e-mail bericht:
"HELP!!!!!!!!!!! IEDEREEN, bijna, WIL WEG. DE SALARISSEN WAREN SHIT ZEGGEN
ZE!!!!!! Gisteren hebben er 58 mensen geplukt, incl. zieke. Wat moet ik om ze hier te houden. Ze willen allemaal loon naar prestatie. Tot maandag wachten is te lang. groetjes, [appellant3] "
2.8
Per l september 2013 is een groep plukkers vertrokken, waarna er nog 68 plukkers van de groep van Abiant resteerden.
2.9
Via de afnemer van de blauwe bessen, [B] , hebben [appellanten] c.s. vervangende arbeidskrachten kunnen regelen. Deze arbeidskrachten zijn op
4 september 2013 bij [appellanten] c.s. gearriveerd. Dit betrof tussen de 40 en 50 personen.
2.1
Op 9 september 2013 waren er nog 49 plukkers uit de groep door Abiant uitgeleende personen aanwezig. Bij e-mail van die datum hebben [appellanten] c.s. aan Abiant laten
weten:
"Ik kan nergens het contract vinden van jullie over de plukkers Zou jij mij daar een kopie van kunnen sturen. Graag zo spoedig mogelijk. Er zijn nl. geen mensen meer aan te komen en bijna iedereen loopt weg WE ZITTEN HELEMAAL STUK. groetjes, [appellant3] ".
2.11
De advocaat van [appellanten] c.s. heeft Abiant bij brief van 10 september 2013 gesommeerd om de overeenkomst van partijen na te komen. Daartoe meldt hij:
"(…) U heeft met cliënte een overeenkomst gesloten, inhoudende dat u buitenlandse werknemers ter beschikking zou stellen op het bedrijf van cliënte voor het plukken van blauwe bessen. Er is overeengekomen dat gedurende een periode van zeven à tien weken eerst minimaal 50 plukkers bij cliënte zouden komen te werken. Na anderhalf tot twee weken zou dit aantal worden opgeschaald naar minimaal 100 plukkers De laatste twee weken zouden circa 50 plukkers bij cliënte aan het werk zijn.
Cliënte heeft geconstateerd dat bij lange na niet het aantal plukkers door u voor werk naar cliënte zijn gestuurd dan is overeengekomen Dit heeft tot gevolg dat rijpe bessen niet worden geplukt. Daardoor lijdt cliënte grote schade De schatting was dat dit jaar 175.000 tot 200.000 ton aan bessen zou worden geplukt. Doordat u niet het aantal plukkers heeft geleverd dat is overeengekomen worden deze aantallen niet gehaald.
Bij deze sommeer ik u de verplichtingen uit de overeenkomst volledig na te komen door voldoende plukkers aan te leveren, zodat de schade van cliënte beperkt blijft. Bij deze stel ik u bovendien aansprakelijk voor de door cliënte geleden en te lijden schade".
2.12
Abiant heeft de advocaat van [appellanten] c.s. bij brief van 11 september 2013 bericht:
"(…) Met uw cliënte is overeengekomen minimaal 50 uitzendkrachten ter beschikking te stellen bij aanvang van de opdracht en dit aantal na 1,5 tot 2 weken uit te breiden naar 100 uitzendkrachten wat in de laatste twee weken van de opdracht weer teruggebracht wordt naar ca 50 uitzendkrachten. Partijen hebben daarbij in de veronderstelling verkeerd dat de opdracht in de maand juli 2013 zou aanvangen.
Eerst op 12 augustus 2013 heeft uw cliënte verzocht 50 of meer arbeidskrachten ter beschikking te stellen. Deze vertraging in de uitvoering van de opdracht komt geheel voor rekening en risico van uw cliënte. In de loop van week 34/2013 zijn 101 uitzendkrachten door Euriant aan uw cliënte ter beschikking gesteld.
Van enige toerekenbare tekortkoming van de zijde van Euriant is dan ook geen sprake. Ik wijs u erop dat uw cliënte op 29 augustus 2013 bij de vervanging van uitzendkrachten zelf de voorkeur heeft gegeven aan een andere leverancier. In het bijzijn van onze accountmanager heeft uw cliënt deze andere leverancier hiervoor opdracht gegeven."
2.13
Op 16 september 2013 waren nog 20 personen van de door Abiant ter beschikking gestelde groep plukkers aanwezig. Bij brief van die datum heeft de advocaat van [appellanten] c.s. Abiant nogmaals gesommeerd om voldoende plukkers aan te leveren. In reactie daarop heeft Abiant de advocaat van [appellanten] c.s. bij brief van 19 september 2013 laten weten:
"(…) Euriant heeft ruim voldoende uitzendkrachten aan uw cliënte ter beschikking gesteld en zich voortdurend ingespannen om vertrekkende uitzendkrachten te vervangen. Uw cliënte heeft op 29 augustus jl. er de voorkeur aan gegeven vertrekkende uitzendkrachten te vervangen middels een andere leverancier en op verdere vervanging van de zijde van Euriant geen prijs meer te stellen"
2.14
De advocaat van [appellanten] c.s. heeft Abiant bij e-mail van 23 september 2013
bericht:
"Bij deze bericht ik u dat het volstrekt onjuist is dat cliënte geen prijs zou stellen op vervanging van vertrekkende uitzendkrachten. Cliënte heeft er juist steeds op aangedrongen dat u voldoende plukkers zou inschakelen.
Het is juist dat cliënte ook via derden plukkers heeft laten ingeschakeld, maar dit enkel en alleen om haar schade zoveel mogelijk te beperken, die zij lijdt door het tekortschieten van Euriant.
Bij deze sommeer ik u nogmaals om zoveel mogelijk plukkers aan te leveren, zodat de schade van cliënte zoveel mogelijk wordt beperkt. Aan het einde van de oogsttijd zal dan vervolgens de schade in kaart worden gebracht"
2.15
Vervolgens heeft Abiant bij brief van 26 september 2013 aan de advocaat van [appellanten] c.s. bericht:
"(…) Uw cliënte heeft op 29 augustus jl. ten overstaan van onze accountmanager ondubbelzinnig te kennen gegeven geen prijs te stellen op vervanging van vertrekkende uitzendkrachten die door Euriant ter beschikking zijn gesteld. In plaats daarvan heeft zij ter plekke de opdracht aan een andere leverancier gegund.
Op 2 september jl. heeft onze accountmanager nogmaals aan uw cliënte gevraagd of zij er prijs op stelt dat Euriant nieuwe uitzendkrachten ter beschikking stelt. Uw cliënte heeft dit aanbod afgeslagen en medegedeeld dat de andere leverancier nog meer uitzendkrachten ter beschikking zal stellen.
Ondanks het aanbod van Euriant heeft uw cliënte volhard in haar keuze geen nieuwe uitzendkrachten van Euriant meer in te schakelen. Het is dan ook volstrekt onbegrijpelijk dat u thans stelt dat uw cliënte meer uitzendkrachten van Euriant ter beschikking wil krijgen"
2.16
[appellanten] c.s. hebben een aantal facturen van Abiant voor het ter beschikking stellen van plukkers onbetaald gelaten, tot een totaalbedrag van € 111.076,46. Op haar beurt heeft Abiant een tweetal facturen van [appellanten] c.s., verband houdend met het gebruik van de groepsaccommodatie, ten bedrage van in totaal € 7.118,58, onbetaald gelaten.
2.17
[appellanten] c.s. hebben een schade-expert, [C] , ingeschakeld om de financiële schade ten gevolge van het - volgens [appellanten] c.s. - tekortschieten van Abiant te taxeren. [C] heeft in zijn rapport van 3 januari 2014 de schade voortvloeiend uit gemiste opbrengsten van de blauwe bessen begroot op € 86.062,50
2.18
[appellanten] c.s. hebben daarna AEC Uden, Administratie en Consultancy, verzocht om een berekening te maken van de totale bedrijfsschade die is ontstaan wegens het niet nakomen van schriftelijk gemaakte afspraken door Abiant. AEC Uden raamt in haar rapport van 19 december 2013 de geleden schade op een bedrag van totaal € 255.386,-.
2.19
De incassogemachtigde van Abiant heeft [appellanten] c.s. op 11 december 2013 gesommeerd tot betaling van de openstaande facturen.
2.2
De advocaat van [appellanten] c.s. heeft de incassogemachtigde van Abiant bij brief van 19 december 2013 onder meer bericht:
"Op 11 december 2013 sommeerde u cliënte om een bedrag van € 111.076,46 te voldoen, exclusief incassokosten en rente. Cliënte zal daartoe echter niet overgaan. Bijgaand (*) zend ik u een rapport van AEC Uden Administratie en Consultancy waaruit blijkt dat de door cliënte geleden schade € 255.386,- betreft. Bij deze doet cliënte een beroep op verrekening".
2.21
[D] , die van 9 januari 2012 tot eind 2013 als buitendienstmedewerker voor Abiant werkzaam is geweest, heeft op - hierna te noemen - vragen van de advocaat van [appellanten] c.s. schriftelijk verklaard:
"(…)
Heeft u aan cliënte aangegeven dat de vooraf vastgestelde aantallen Poolse werknemers door Euriant met gemak en zonder problemen konden worden uitgeleend?
Ja, ik heb tijdens de onderhandelingen en op de vraag daarna van de fam. [appellanten] altijd aangegeven dat deze aantallen voor ons geen probleem zouden vormen (dit is bevestigd door mijn manager en door AB Jobs toen ik hierover navraag deed).
Ik hoorde voor AB Jobservice destijds dit is een kleine klus en deze aantallen kunnen ze makkelijk aan.
heb ook nog twee mails terug gevonden mbt de garantie of wij de mensen konden leveren
14 mei van [E] (vestigingsleider) (zie bijlage 5)
(...)
Heeft u aan cliënte medegedeeld dat, indien Poolse werknemers zouden vertrekken. Euriant voor vervanging daarvan zorg zou dragen?
Ja, kijk iemand kan niet voldoen of ziek worden of door omstandigheden naar huis moeten etc. Euriant zou zorgen voor vervanging. Wel heb ik duidelijk aangegeven dat dit niet direct binnen 24 uur kan maar dat dit gezien de afstand Polen - Nederland soms enkele dagen in beslag neemt.
(…)"
2.22
De rechtbank heeft op 12 november 2015, 19 november 2015 en 4 december 2015 negen getuigen gehoord.
2.23
[appellant3] heeft als getuige onder meer verklaard:
"In het algemeen ben ik in ons bedrijf degene die de afspraken met derden, in dit geval
Euriant, maakte. (…) Mijn contactpersoon bij Euriant was [D] . Met haar heb ik meerdere keren om tafel gezeten. (…) Tijdens de gesprekken met mevrouw [D] spraken wij over het aantal mensen dat zij konden leveren en het aantal mensen dat wij nodig hadden en bij ieder gesprek is ook door mij benadrukt dat wanneer uitzendkrachten weg zouden gaan of door ons weg zouden worden gestuurd, er voor vervanging van die krachten zorggedragen moest worden.
Mevrouw [D] heeft mij telkenmale bevestigd dat Euriant zowel het gewenste aantal
uitzendkrachten kon leveren, als ook voor vervanging van uitzendkrachten zou kunnen
zorgen. Die vervanging zou wel een aantal dagen duren, omdat de uitzendkrachten uit Polen
afkomstig waren.
Omdat wij in 2012 goede afspraken hadden gemaakt met Euriant, wilden wij ook voor de
bessenoogst van 2013 in zee gaan met Euriant. Ik heb dat ook met mevrouw [D]
afgesproken.
De afspraak van de vervanging van uitzendkrachten die tussentijds weg gingen of
weggestuurd zouden worden is niet uitdrukkelijk op papier gezet, maar wel in elk gesprek
met [D] door mij uitdrukkelijk aan de orde gesteld. Mevrouw [D] heeft ook
telkens beloofd dat dat zo zou gebeuren. Ik was daar zo op gericht, omdat ik weet dat niet
alle ingeschakelde uitzendkrachten voldoen. (…)
Van het grootste belang is voor ons dat wij voldoende plukkers hebben in de periode
dat er geplukt moet worden en dat bij uitval van arbeidskrachten deze vervangen worden.
Tijdens de pluk van 2013 ging er op een gegeven moment een grote groep van ongeveer 30
mensen weg. Zij waren ontevreden en wilden niet verder bij ons werken. Mevrouw
[D] was toen bij ons op het bedrijf en zij heeft toen gebeld om vervanging te krijgen.
Ik heb dat gesprek niet meegekregen, maar ik weet dat ze gebeld heeft. Zij heeft mij toen
wel gezegd dat het opgelost zou worden en dat er mensen zouden komen Dat is niet
gebeurd, (…)
Ik kreeg contact met een andere persoon van Euriant, te weten de heer [F] . Ik heb met hem over de noodzaak van vervanging gesproken. Hij zei mij dat hij niets kon beloven, maar dat hij zijn best ging doen en op zoek naar vervangers zou gaan. Ik heb hem gezegd dat hij dat ook moest gaan doen en dat ik andere uitzendbureaus zou inschakelen om uitzendkrachten te leveren. Omdat er gaandeweg steeds meer uitzendkrachten wegliepen, bleef ik mailen met mevrouw [D] en ook trok ik [F] aan zijn jasje. [F] gaf mij aan dat hij niks meer zou doen, omdat ik een advocaat had ingeschakeld en dat had voor hem de deur dicht gedaan Mevrouw [D] heeft nog wel geprobeerd wat te bereiken bij Euriant en stuurde mijn emailberichten door. Zij vond het erg vervelend allemaal.
Het is niet zo dat wij het aanbod om vervangende uitzendkrachten in te schakelen of aan te
leveren hebben geweigerd. Zoals ik al zei hadden wij juist alle belang bij vervangende
arbeidskrachten. Het punt is juist dat er geen vervangende krachten kwamen, (…)
Mr. Faas vraagt mij hoe vaak ik met mevrouw [D] over de vervanging van
uitzendkrachten heb gesproken. Ik schat dat in 2012 en 2013 zo'n 8 tot 10 keer is geweest.
Ook tijdens de plukperiode heb ik daar nog met haar over gesproken. Zij beloofde mij
telkens dat in de vervanging zou worden voorzien en ik ga er vanuit dat wanneer je dat
belooft, dat dat dan ook een garantie is. Ook mijn echtgenoot [appellant2] was erg met de
vervanging bezig en hij heeft ook vaak in mijn aanwezigheid tegen mevrouw [D]
gezegd: "Je hebt toch wel vervanging?". Zij reageerde daar altijd op door te zeggen:
"Jazeker, maak je maar geen zorgen. [appellant2] , je weet waar ik voor sta."."
2.24
[appellant2] heeft als getuige onder meer verklaard:
"Ik heb samen met mijn vrouw het bedrijf en zoals mijn vrouw u ook al verteld heeft zijn wij
in 2008 gestart met de bessenteelt. In 2010 is er voor het eerst geplukt. In 2012 zouden wij
voor het eerst uitzendkrachten van Euriant aangeleverd krijgen. In dat jaar is de contactpersoon van Euriant, mevrouw [D] , ook meermalen bij ons geweest Zij maakte dan afspraken met mijn vrouw, die de zakelijke kant regelt. Tijdens koffiepauzes zat ik daar ook met regelmaat bij. Voor het overige ben ik degene die buiten op het land de struiken in de gaten houdt, het gras maait en het terrein verder in goede staat brengt. Dat is een behoorlijke klus, want wij hebben meerdere hectares. Zoals gezegd; tijdens de koffiepauzes nam ik ook deel aan de gesprekken, zo ook aan de gesprekken met mevrouw [D] . Mijn vrouw en ik hebben bij die gelegenheden aan haar duidelijk gemaakt dat we zo ongeveer 100 plukkers nodig hadden en dat de nationaliteit ons niet zoveel uitmaakte. Mevrouw [D] gaf aan dat de arbeidskrachten uit Polen zouden komen en dat vonden wij geen probleem, want daar hadden we goede ervaringen mee. Ik heb meermalen mevrouw [D] gezegd dat we wel de hele tijd 100 mensen moesten hebben en dat zij bij het tussentijds weggaan van mensen, voor vervanging moest zorgen. Het systeem van plukken vindt in drie fasen plaats over 15 ha. en u moet zich voorstellen dat we als het ware iedere keer rond gaan. Vandaar dat we zoveel mensen ook constant nodig hebben. Mevrouw [D] gaf aan dat het geen enkel probleem was de gevraagde hoeveelheid arbeidskrachten te leveren en evenmin voor hun vervanging zorg te dragen. Ik heb haar heel vaak gezegd: "Zorg goed voor vervanging." Ik deed dat zelfs als ik op het land was en riep dat tegen haar. Zij zei altijd: "Dat komt allemaal goed."
Maar tijdens de pluk bleek dat Euriant geen vervangers kon krijgen. Er was een man op het
bedrijf bij ons van Euriant. Ik weet zijn naam niet meer, het was een grote, stevige man die
schoenen met spitse punten droeg, die voor ons belde om vervanging te regelen maar dat
was tevergeefs. Hij kon geen mensen krijgen. Toen hebben we bij andere uitzendbureaus
vervanging gehaald. Op het laatst zijn er nog wel wat vervangende krachten van Euriant
gekomen, wat oudere mensen, niet meer dan 10, die niet meer dan 2 à 3 dagen hebben
gewerkt.
Het is niet zo dat wij een aanbod van Euriant om vervangende uitzendkrachten ter
beschikking te stellen, hebben geweigerd. Integendeel, wij hebben alleen maar gevraagd om
mensen en meer mensen, want we liepen achter en dat was heel slecht voor de oogst die wij
binnen moesten zien te krijgen."
2.25
[G] (verder te noemen [G] ), dochter van [appellant2] en [appellant3] , heeft als getuige onder meer verklaard:
"(…) Ik kom er vrijwel langs en wanneer mijn lessen zijn afgelopen, rijd ik met regelmaat bij mijn ouders langs. Op die manier heb ik bij mijn ouders thuis ook een aantal keren Ivonne Hulzebos ontmoet, die namens Euriant met mijn ouders sprak over de plukkers, die mijn ouders in het plukseizoen nodig hadden. Ik heb haar zowel in 2012 als in 2013 meerdere keren gezien en gesproken. (…)
Twee bijeenkomsten kan ik me nog goed voor de geest halen. De eerste was in februari 2013 en toen werd er gesproken hoe het plukseizoen in 2013 er uit zou zien. (…) Ik herinner me dat in dat gesprek aan de orde kwam wanneer mijn ouders zouden aangeven wanneer de uitzendkrachten konden komen, dat het er zeker 100 moesten zijn bij voorkeur jonge mensen, en dat wanneer deze ziek, zwak of misselijk zouden zijn, of wanneer ze zelf tussentijds zouden weggaan of door ons weggestuurd zouden worden, er op korte termijn vervangende arbeidskrachten door Euriant aangeleverd moesten worden. Ik herinner mij dat [D] aangaf dat de hoeveelheid uitzendkrachten geen probleem was en dat vervanging evenmin een probleem zou zijn. De vervanging zou niet van vandaag op morgen kunnen plaatsvinden, maar wel zo snel mogelijk. De uitzendkrachten waren uit Polen afkomstig dus zou het even duren voordat ze in Nederland zouden zijn. Mijn vader benadrukte de noodzaak van vervanging, hij was erg bang dat het anders niet goed zou komen. (…)
De tweede ontmoeting die ik mij herinner, vond plaats in mei 2013. [D] had toen allerlei
papieren bij zich, die toen in ieder geval door mijn moeder zijn ondertekend. Ik heb die
papieren zelf niet gelezen, maar begreep dat daar de afspraken in stonden. Toen is ook weer
aan de orde geweest de noodzaak van snelle vervanging bij vertrek of wegsturen van
uitzendkrachten. Ivonne gaf wederom te kennen dat vervanging zou plaatsvinden.
(…)
Niet lang na dat gesprek, stond een grote groep uitzendkrachten bij ons voor de deur. Zij waren erg boos en het had het karakter van een soort opstand. Ze waren niet tevreden en wilden weg. Ze gingen niet meteen weg, maar zijn nog een aantal dagen gebleven. (…)
Ook andere uitzendkrachten vertrokken en de hoeveelheid plukkers zakte dus
fors in. [D] zei dat ze voor vervanging zou zorgdragen, maar dat is haar niet gelukt. In de
middag werd dat toen besproken en mijn ouders hebben aangegeven dat het goed zou zijn
om nog verder op te schalen dan tot 100. We konden er best meer gebruiken. (…)
In het weekend na de opstand heb ik ook nog een noodnummer van Euriant gebeld en tot
mijn verbazing kreeg ik te horen dat nu wij zelf de voorman hadden weggestuurd, het zelf
verder maar moesten regelen.
U vraagt mij of mijn ouders een aanbod van Euriant om vervangende uitzendkrachten ter
beschikking te stellen hebben geweigerd. Ik kan me dat niet voorstellen, iedereen was
welkom. Alhoewel wij het liefst jonge mensen hebben, werden ook aangeleverde oudere
mensen aan het werk gezet en geaccepteerd."
2.26
[D] heeft als getuige onder meer verklaard:
"Op 9 januari 2012 ben ik begonnen bij Euriant (…) Een maand na mijn indiensttreding heb ik zelf contact met [appellant2] gezocht, eerst telefonisch en daarna ben ik op het bedrijf geweest. We hebben toen gesproken over hoeveel mensen [appellant2] nodig had en wat verder hun verwachtingen waren. (…)
Van de zijde van [appellant2] werd meermalen gevraagd of wij voldoende mensen konden
leveren. Ik heb daar telkens bevestigend op gereageerd. Er was sprake van een garantiestelling om op tijd voldoende mensen te leveren. Er werd mij ook gevraagd wat de situatie was als mensen onvoldoende kilo's plukten. Ik heb gezegd dat wij zieke, zwakke en niet functionerende mensen zouden vervangen, alsook arbeidskrachten die zelf vertrokken.
Deze uitdrukkelijke toezegging of garantie heb ik meermalen mondeling herhaald. De heer
[appellant2] liet elke keer als ik daar was en hem sprak, met nadruk weten dat van het grootste
belang was dat er continue voldoende mensen waren. Ik had deze uitdrukkelijke wens van
[appellant2] ook intern besproken bij Euriant, alsmede met AB Jobs, die richting Euriant voor
de werknemers zou zorgen. Mij werd duidelijk gezegd dat de hoeveelheid personeel en de
vervanging geen enkel probleem zou zijn. Duidelijk was wel dat de arbeidskrachten uit Polen kwamen en dat ze niet binnen 24 uur in Nederland konden zijn en dat vervanging dus enkele dagen in beslag zou nemen. Dat heb ik [appellant2] ook duidelijk gezegd.
(…)
Op 4 februari 2013 ben ik weer bij de familie [appellant2] geweest om te praten over het plukseizoen van 2013. Het was ook de intentie van [appellant2] om met ons door te gaan. Met ons bedoel ik dan Euriant. Samen met [appellant2] heb ik de stand van zaken voor 2013 geïnventariseerd en we hebben andermaal afspraken gemaakt. (…) Wederom zou er sprake zijn van drie plukken en zouden we weer met 50 beginnen, opschalen in de tweede week naar 75, de week daarna naar 100 gedurende vier weken en dan bij de derde pluk weer afbouwen naar 50. Ook het aspect van vervanging van uitzendkrachten die tussentijds, om wat voor reden dan ook, vertrokken, is weer nadrukkelijk aan de orde geweest. Voor de heer [appellant2] was het heel duidelijk; het jaar 2013 was er op of er onder en in verband daarmee was het belangrijk dat er voldoende mensen kwamen en bleven. Ik merkte dat dat zijn grote angst was, dat er niet continue voldoende mensen zouden zijn. Elke keer als ik hem sprak, benadrukte hij dat. Net als het jaar daarvoor heb ik uitdrukkelijk aangegeven dat vervanging zou plaatsvinden en dat wij voor voldoende mensen zouden zorgen. Ik had daarover ook navraag gedaan bij mijn vestigingsmanager [E] , van Abiant Groningen en bij mijn rayonmanager [F] . (…) De email waar ik het over heb is van 11 mei 2013 en de reacties kwamen op 14 mei van [E] binnen en van [F] op 27 of 28 mei 2013. Ik heb heel nadrukkelijk gevraagd of ik wel 100% garantie van genoeg mensen kon geven. Daarop is bevestigend gereageerd en [F] gaf ook aan dat dat AB Jobs dat goed kon doen. Ik heb tegen [appellant2] altijd gezegd: "Ziek, zwak, misselijk of niet voldoende capabel, wij gaan ze vervangen." Dat gold ook voor mensen die vrijwillig vertrokken. Voor mij was die vervanging ook niet meer dan logisch. (…)
[H] was er ook bij betrokken, omdat zij mij eventueel zou kunnen vervangen. In juni 2013 heb ik haar voorgesteld aan [appellant2] . (…)
Op 14 augustus 2013 zijn de eerste mensen bij [appellant2] aangekomen; (…) In het begin ging het heel goed. Ik kwam daar drie keer per week, op maandag, woensdag en vrijdag. Er was niet zo heel veel aan de hand, behalve dat [appellant2] vond dat er door de mensen te weinig geplukt werd. Tot en met 28 augustus 2013 ben ik bij [appellant2] geweest. Die dag, een woensdag weet ik nog, was ik daar omdat er problemen waren met de supervisor en ook wat onrust was onder de Poolse werknemers. (…)
Die middag is [H] ook naar [appellant2] gekomen en [appellant2] gaf aan dat zij
wilden dat de supervisor weg zou gaan. Er is toen een vergadering belegd, met ongeveer
tien Poolse werkkrachten en ik begreep tijdens die vergadering dat de problemen met name
betrekking hadden op het salaris en bonussysteem. (…)
Op het moment dat ik nog in overleg was met [appellant2] in de boerderij, ontstond een
nieuwe onrustige, zelfs bedreigende situatie. De supervisor stond met ongeveer 15 mensen
buiten voor de deur van de boerderij en ze waren erg boos en wilden vertrekken. Dat kon
niet meteen, omdat er ook geen vervoer was. Ik heb die avond nog met [F] gebeld en
gezegd dat ik vond dat er iemand van ons aanwezig moest zijn, omdat de situatie erg
bedreigend was. Die avond heb ik vanuit huis nog een mail gestuurd. Verder had ik die dag
veel meer uren dan de bedoeling was en goed voor mij was gemaakt. [H] zou
het de volgende dag overnemen.
(…) U zegt mij dat ik dus van de klus werd afgehaald en dat klopt wel. (…) Ik werd wel nog een paar keer door mevrouw [appellant3] in paniek opgebeld. De eerste keer was in een weekend dat ze niemand van Euriant te pakken kon krijgen en dat er vernielingen waren aangericht op het terrein door Poolse werknemers. Ik heb haar toen het telefoonnummer van [F] gegeven. Ook ontving ik op 9 september 2013 een email van mevrouw [appellant3] , waarin zij aangaf dat er geen mensen meer te krijgen waren en dat zij er helemaal doorheen zat. Ik heb dat naar Euriant doorgestuurd, dat wil zeggen naar al degenen waarvan ik wist dat die bij deze klus berokken waren, inclusief directie. Ik kreeg daarop een reactie van [H] , dat [I] die dag bij [appellant2] aanwezig was en actie zou ondernemen. De dag daarop ontving ik wederom een email van mevrouw [appellant3] en die schreef mij dat een collega van mij uit Assen met de voornaam Wim, die dag geweest was en gevraagd had of er nog personeel geleverd moest worden, waarop mevrouw [appellant3] met 'jazeker' geantwoord zou hebben. (…)
U vraagt mij of mij uit eigen wetenschap bekend is dat [appellant2] aangeboden personeel zou
hebben geweigerd. Nee, dat is mij niet bekend en ik kan me dat ook helemaal niet
voorstellen. [appellant2] wilde heel graag mensen en de nood was erg hoog bij hen. Ik kan mij
niet voorstellen dat ze mensen geweigerd hebben. Mevrouw [appellant3] gaf mij zelfs aan dat
er op enig moment Nederlandse mensen ingezet waren en dat ze wanhopig ook probeerde
arbeidskrachten van andere uitzendbureaus te krijgen.
Tijdens de periode dat ik daadwerkelijk bij deze klus betrokken was, zijn er geen mensen
vervangen, (…).
Op vragen van mr. Faas antwoord ik als volgt:
(…)
U vraagt mij of bij de keren dat ik met de heer [appellant2] sprak, ook mevrouw [appellant3]
aanwezig was. Ja, dat was het geval, want ik sprak altijd met mevrouw [appellant3] en dan
kwam de heer [appellant2] er zo nu en dan bij als hij van buiten kwam. Hun dochter [G] ,
was ook wel bij gesprekken, die ik voerde met haar ouders aanwezig en in ieder geval was
zij erbij toen de offerte werd doorgenomen en het contract is getekend."
2.27
[F] , sinds september 2011 werkzaam als regiomanager bij Abiant, heeft als getuige onder meer verklaard:
"(…) Ten aanzien van de familie [appellant2] zijn de contacten gelopen via [D] en [I] en met name Ivonne had de contacten. Ivonne heeft het voorwerk verricht en ik heb uiteindelijk met haar de definitieve offerte gemaakt, die ook door [appellant2] is geaccepteerd. Ik voeg aan het voorgaande nog toe dat ik vanaf 1 januari 2013 verantwoordelijk bent voor Euriant. Met de offerte voor [appellant2] van 2012 heb ik dus geen bemoeienis gehad. In de offerte wordt onder meer aandacht besteed aan de leeftijd van de door ons aan te leveren arbeidskrachten, het tarief, de duur van het project, de weersinvloeden, de huisvesting en het aantal uit te zenden arbeidskrachten, en uiteraard de
betalingsvoorwaarden. (…)
Wat betreft de aantallen zou er sprake zijn van 50 personen in het begin, na ongeveer 1,5 week op te schalen naar 100 en later weer af te bouwen naar 50.
Dat laatste is ook daadwerkelijk gebeurd, in die zin dat er aan het begin 50 mensen door ons
waren aangeleverd en dat we na 1,5 week op ongeveer 102 zaten tot de bewuste avond van
28 augustus. Ik kom daar straks nog op terug.
(…)
Ik moet u nog zeggen dat wij bij onze offertes een vast kader hanteren en dat die offertes
worden weggezet conform onze algemene voorwaarden. Dat betekent onder meer dat wij
heel duidelijk aangeven hoeveel mensen wij gaan leveren, en dat min of meer garanderen,
maar dat wij geen garantie geven voor vervanging van de arbeidskrachten wanneer deze om
welke reden dan ook tussentijds vertrekken. Wij kunnen die garantie ook niet geven, omdat
vertrek en vervanging van te veel factoren afhankelijk is en wij niet de risico's kunnen overzien. Het is wel zo dat wij aangeven dat wij bij verzoeken om vervanging gaan kijken
wat we kunnen doen, maar dat is iets anders dan dat we het garanderen. Vervanging is
daarom ook niet in de offerte opgenomen en ook niet met mij afgesproken. Mevrouw
[D] heeft mij ook niet op enig moment te kennen gegeven dat ze dat met [appellant2]
afgesproken zou hebben. Als dat wel het geval geweest zou zijn, zou ik dat nooit hebben
geaccordeerd. Mevrouw [D] weet ook dat ze een dergelijke afspraak niet kan maken.
Ik heb ten tijde van de offerte met grote regelmaat contact met mevrouw [D] gehad.
Tot aan de 28 augustus is zij actief geweest bij [appellant2] . Daarna heb ik haar verzocht om
wat stapjes terug te doen, met name vanwege haar fysieke situatie. (…) De heer [E] en [H] zouden in haar plaats meer op de voorgrond treden, [appellant3] in de eerste plaats.
Dan over de 28e augustus. Dat was een vervelende dag. Ik begreep dat er een groep Polen
boos voor de deur van de boerderij van [appellant2] stonden. [D] en [appellant3] waren toen
aanwezig. Die Polen, ongeveer 30 in getal, wilden weg. Ik begreep dat de onrust met name
te maken had met onenigheid over het salaris. Er liepen toen ook een aantal arbeidskrachten
rond van een ander uitzendbureau, [B] , en die kregen via een ander salarissysteem
betaald (per geplukte kilo bessen). Dat systeem pakte kennelijk gunstiger uit voor de
plukkers. Ivonne belde me in de loop van de avond op en vroeg of wij ook niet konden
overstappen van een uurloon naar loon per geplukte kilo's. Ik heb haar gezegd dat we dat
niet zouden gaan doen en voorts dat ik daarover op dat moment ook niet wilde beslissen en
dat we er de dag er op verder over zouden gaan praten. Ik heb gezegd: "Parkeer het maar."
en haar verzocht meer naar de achtergrond te treden. Ik begreep dat er ook discussies waren
over pauzes en dergelijke en dus de te verantwoorden uren.
De volgende dag heb ik het opgepakt en toen duidelijk werd dat de wens was om de groep
van 30 Polen te vervangen, heb ik dat uitgezet bij AB Jobs. AB Jobs zou daarmee aan de
slag gaan. (…) Ik zei al dat AB Jobs het op zou pakken, zij gaven aan dat ze het zouden proberen te realiseren, onder meer via hun kantoor in Polen. Dat zou volgens AB Jobs gaan lukken. Die nieuwe werknemers zouden er dan in het weekend of op maandag kunnen zijn. De 28e was een woensdag. Ik heb voormelde aanvragen in de loop van de middag van de 29e augustus, zo tussen 14.00 en 16.00 uur, afgebroken. De reden daarvoor was dat ik van [E] , een collega van mij bij Euriant, die die dag bij [appellant2] was, samen met [H] , door heb gekregen dat [appellant2] de gewenste vervanging zou krijgen via onze concurrent [B] . [E] en [appellant3] hadden mij gevraagd hoe snel wij vervanging konden regelen en ik had gezegd dat dat een aantal dagen zou duren. Ik begreep van hun dat [B] nog een aantal mensen beschikbaar zou hebben en ik heb ermee ingestemd dat [appellant2] de vervanging, het ging om 30 tot 40 mensen en naderhand nog een aantal mensen, ik weet niet meer precies hoeveel, via hen zou regelen. Ik heb toen met [E] besproken of onze aanvragen nog open moesten blijven staan en hij gaf aan dat dat niet meer nodig was. Vervolgens heb ik AB Jobs doorgeven dat zij de aanvragen niet hoefden uit te voeren.
In de loop van de tijd daarna zijn er nog meer mensen vertrokken bij [appellant2] . De groep
werd steeds kleiner. Begin september kwam via [E] en [appellant3] nog de vraag binnen of wij
nog een aantal mensen konden vervangen vanaf 8 september. Ik heb gezegd dat ik die vraag
zou uitzetten, maar dat ik niet zeker wist of dat ging lukken. Ik wist namelijk dat dat lastig
zou worden, omdat het moeilijk is om uitzendkrachten voor twee à drie weken te krijgen.
Verder was de onrust onder de werknemers ook wel doorgedrongen tot in Polen en was men
niet erg happig om naar [appellant2] te gaan. Ook de factor weer speelde nog een rol. In ieder
geval is het na AB Jobs uitgezet, maar niet door mijzelf, maar door iemand van onze interne
dienst. Na de 28e hebben wij nog 13 nieuwe mensen afkomstig uit Polen naar [appellant2]
uitgezet (…)
U vraagt mij of [appellant2] door ons aangeboden arbeidskrachten heeft geweigerd. Ja, ik vind
dat dat zo is geweest op 29 augustus. Ik had immers toen een aanvraag bij AB Jobs uitgezet
en heb die diezelfde dag nog weer ingetrokken, evenals een eerdere aanvraag, omdat [appellant2]
mensen via [B] zou betrekken. AB Jobs had mij gezegd dat zij aan mijn
aanvragen konden voldoen en dat dat niet is gerealiseerd houdt dus verband met de keuze
die [appellant2] had gemaakt om de mensen via [B] te betrekken. Wij hadden in ieder
geval die verzochte krachten kunnen aanleveren.
Op vragen van mr. Verhoog antwoord ik als volgt:
Wij wilden en konden de groep van 30 Polen vervangen. Dat zou 3 à 4 dagen in beslag
nemen. Zoals gezegd, hoefde dat niet meer. In de week na 28 augustus heb ik geen enkel
signaal ontvangen dat wij alsnog voor vervanging moesten zorgdragen. Hetzelfde geldt voor
de groep van 12 en 10 nieuwe, die al voor 28 augustus was uitgezet. Op 29 augustus is dat
allemaal door mij teruggetrokken en daarna heb ik geen nieuw verzoek gehad voor die
groepen.
Euriant maakt nooit een uitzondering op de regel dat wij geen vervanging garanderen. Wij
kunnen de risico's gewoonweg niet overzien. In dit specifieke geval is ook niet over een
afwijking van die regel gesproken.
(…)
De mensen van [B] zijn in het weekend na de 28e augustus of de maandag daarop
gekomen en begonnen. (…)
Mr. Faas vraagt mij of het wel klopt dat toen de aanvraag voor nieuwe mensen op
8 september binnen kwam, er nog maar 2 à 3 weken te gaan waren. Volgens mij wel: vanaf
8 september is het ongeveer drie weken tot begin oktober en toen liep het af. Bovendien was
de beperkte duur niet de enige reden. De onrust was ook doorgedrongen in Polen en dat
bemoeilijkte het krijgen van mensen voor [appellant2] . (…)"
2.28
[E] , sinds mei 2006 werkzaam bij Abiant en thans vestigingsleider van de locatie Groningen, heeft als getuige onder meer verklaard:
(…) Mijn bemoeienis is eigenlijk begonnen op 29 augustus 2013 en heeft een week geduurd. Ik was heel erg vroeg in de ochtend al gebeld door mevrouw [H] , die mij vertelde over wat er gebeurd was op de 28e bij [appellant2] .
In de ochtend had [F] mij gevraagd om naar [appellant2] toe te gaan en dat heb ik
gedaan, samen met [H] . In de loop van de ochtend is ook mijn collega [J] nog erbij gekomen. Ik heb toen kennis gemaakt met de familie [appellant2] en de
bedoeling was dat wij een inventarisatie zouden maken van de situatie, dat we in kaart
zouden brengen wie van de Polen nog wilde blijven en wie niet. We hebben toen overleg
gevoerd met de Poolse werknemers, (…)
Die dag heb ik ook overleg gehad met [appellant2] over het al dan niet vervangen van een
groep onrustige Poolse arbeidskrachten. [appellant2] wilde dat die groep zo snel mogelijk zou
vertrekken, maar ik heb duidelijk gemaakt dat dat niet zo snel mogelijk was vanwege het
speciale vervoer van die groep. (…)
Toen [appellant2] de wens te kennen had gegeven dat die 20 à 30 Polen weg moesten en
daarbij de wens om die te vervangen, heb ik contact met [F] opgenomen en
gevraagd of wij die vervanging konden regelen. [appellant2] wilde al dat die vervanging de
dag daarop of de dag daarna geregeld zou zijn, maar ik heb uitgelegd dat dat niet mogelijk
was. De nieuwe arbeidskrachten moesten immers uit Polen komen; mogelijk zouden de
eerste wel al in het weekend in Nederland kunnen komen. [F] zou een zoekopdracht bij
AB Jobs uitzetten.
Gaandeweg werd mij duidelijk dat [appellant2] ook contact had met [B] en dat zij die
dag ervoor al met voornoemde [B] hadden gesproken over aanlevering
van arbeidskrachten. Ik voelde mij wat onder druk gezet, want het kwam er eigenlijk op
neer dat wanneer wij niet snel voor vervanging zorg konden dragen, [appellant2] dat via [B] ging regelen. [B] zou wel de dag erna al vervangende arbeidskrachten
kunnen leveren. Ik heb vervolgens weer contact met [F] gehad en na dat overleg aan
[appellant2] bekend gemaakt dat het hun vrij stond om arbeidskrachten via [B] te
laten komen. Wij gaven hen daar de ruimte voor, ondanks het contract. Het ging om 30 à 40
mensen begreep ik. Zij gaven aan dat te zullen gaan doen en ik heb nog meegekregen dat er
toen gebeld is met [B] . Ook werd aangegeven dat er dus geen extra mensen via ons
nodig waren en [F] en ik hebben toen samen beslist dat die aanvraag bij AB Jobs
geparkeerd kon worden tot nader orde.
Daarna ben ik iedere dag op het bedrijf geweest, tot de donderdag de week er op. (…)
Begin september, de eerste maandag van september volgens mij, heb ik nog weer contact ter
plaatse gehad met [appellant2] over eventuele vervanging. [appellant2] gaf aan dat vervanging
niet nodig was. Ik weet nog dat een aantal andere mensen dan de hiervoor bedoelde groep
op enig moment is weggegaan en dat wij volgens mij die wel vervangen hebben. Dat ging
om enkelen. (…)
Op vragen van mr. Verhoog antwoord ik als volgt:
In mijn gehele periode bij Abiant heb ik nooit meegemaakt dat er uitdrukkelijke garantie
vanuit onze zijde is gegeven, dat vertrokken of weggestuurde arbeidskrachten worden
vervangen. Dat neemt niet weg dat wij wel ons best doen om mensen te vervangen als dat
nodig wordt geacht.
Op vragen van mr. Faas antwoord ik als volgt:
Ik ken de noodkreet van de familie [appellant2] van 31 augustus 2013, waarin aangegeven
wordt dat bijna iedereen weg wil. Ik heb die email gezien, deze kwam in het weekend
binnen. Op de maandag was ik op het bedrijf [appellant2] en heb ik nog navraag bij ons op
kantoor gedaan of die mail was opgepakt en ik begreep dat [F] met [appellant2]
had gebeld. Verder heb ik die dag nog gevraagd ter plaatse of vervanging nodig was. Dat was niet het geval, zoals ik hiervoor heb verklaard."
2.29
[K] , directeur van AB Jobservice, heeft als getuige onder meer verklaard:
"Wij verzorgen voor opdrachtgevers de uitzending van buitenlandse werknemers. De
aanvragen daarvoor komen binnen op ons kantoor in Houten. Wij onderhouden contacten
met bemiddelingskantoren in het buitenland, waaronder in Polen. Die bemiddelingskantoren
selecteren het personeel dat naar Nederland komt en beoordelen ook of dat personeel aan de
verwachtingen zou kunnen voldoen.
Wij hebben van Euriant een aanvraag gekregen om mensen aan te leveren voor de
bessenpluk. Het zou om ongeveer 100 mensen gaan voor een periode van 5 à 6 weken. (…)
Wij hebben daar bevestigend op geantwoord. Het aantal gevraagde mensen was
voor ons niet een bijzonderheid. (…)
U vraagt mij of er met Euriant ook over vervanging van personeel is gesproken indien er mensen, om wat voor reden dan ook, zouden vertrekken. Dat is wel aan de orde geweest, maar niet de zin dat wij vervanging gegarandeerd hebben. Euriant en wij hebben naar elkaar een inspanningsverplichting. Het kan altijd gebeuren dat een aantal mensen ziek wordt of niet aan de verwachtingen voldoet en dan spannen wij ons in om die personen te vervangen. Dat lukt in het algemeen ook. (…)
Na 1 à 2 weken was er sprake van wat onrust onder de Poolse werknemers. Dat had toen met name te maken met te weinig uren die geplukt konden worden. (…)
Inmiddels waren er ook al een paar Polen weggegaan uit onvrede. Wij hebben over deze onvrede contact gehad met mevrouw [H] en de heer [F] . Wat er naast de urenkwestie speelde, was dat aan de Polen ook een bonus was beloofd, maar dat daar niets van terecht kwam. Ook daarover was onvrede bij de Polen. Op enig moment heeft een grote groep Polen aangegeven dat ze zouden vertrekken. Het ging om 30 à 35 personen. U vraagt mij of deze groep ook is vervangen en daarover kan ik het volgende verklaren; ik herinner me dat op een woensdagmiddag of donderdagochtend via de heer [F] van Euriant de vraag binnenkwam of wij die groep zouden kunnen vervangen. Wij hebben die aanvraag toen meteen uitgezet in Polen bij de bemiddelingskantoren. Vrij vlot daarna hoorden wij dat het niet meer hoefde en dat het probleem was opgelost. Ik dacht dat die informatie van de heer [F] of mevrouw [H] kwam. Met opgelost bedoel ik dat er door een ander bedrijf personeel aangeleverd zou worden, althans dat werd mij verteld. Wij hebben verder geen mensen meer naar [appellant2] gestuurd.
(…)"
2.3
[L] , agrarisch accountmanager Drenthe / vestigingsleider van Abiant te Beilen, heeft als getuige onder meer verklaard:
"(…) Nadat er op een avond een escalatie had plaatsgevonden bij [appellant2] , in die zin dat Poolse werknemers boos voor de deur hadden gestaan bij [appellant2] , ben ik de ochtend er op bij [appellant2] geweest. Mij was gevraagd om [H] en [E] bij te staan, die daar ook aanwezig zouden zijn. Die ochtend was er veel onrust onder de Poolse werknemers. Ik heb diverse individuele gesprekken met hen gevoerd. Dat deed ik in het Engels. Het ging er over of ze aan het werk zouden gaan of naar huis zouden vertrekken. [E] heeft de hele groep toen toegesproken en er op aangedrongen dat zij de rust zouden bewaren. Ook verzocht hij hen te blijven en aan het werk te gaan. Het werd ook daadwerkelijk rustiger en op enig moment zijn [H] en ik weggegaan. [E] is toen achtergebleven en is daarna ongeveer een week lang iedere ochtend op het bedrijf van [appellant2] geweest. Daarna heb ik dat ongeveer twee weken gedaan. Ik was dan bij de opstart 's ochtends aanwezig en de Poolse werknemers konden dan hun vragen bij mij kwijt. (…)
In de tussentijd zijn er een dertigtal Polen vertrokken. Ik weet dat er over vervanging is
gesproken. Ik hoorde van [F] dat er inspanningen werden verricht om de
vertrokken Poolse werknemers te vervangen, maar dat het moeilijk was om nieuwe mensen
in die periode te krijgen. Ook is er inspanning verricht om Nederlandse mensen te krijgen.
Ik heb gezien dat er af en toe wat personeelsleden bijkwamen, maar dat ging niet om grote
aantallen. (…)
Op een vraag van mr. Verhoog antwoord ik u dat [F] mij heeft bijgepraat over de actie die na de escalatie was ondernomen. Het kwam er op neer dat er iemand van Jobservice geweest was en dat er contact geweest was om nieuwe werknemers te krijgen. Met contact bedoel ik dan contact tussen Euriant en Jobservice. De vraag was van [appellant2] dat wij nieuwe mensen moesten gaan regelen. [appellant2] zorgde er ook zelf voor dat er mensen van [B] meehielpen met het plukken."
2.31
[H] , adviseur werving en selectie bij Abiant, heeft als getuige onder meer verklaard:
"(…) U moet het zo zien dat [D] de eerste contactpersoon was en dat ik een soort achtervang was. [D] heeft mij half juni bij [appellant2] geïntroduceerd.
Ik ben niet bij de totstandkoming van het contract tussen [appellant2] en Euriant betrokken
geweest. (…)
Ik weet niet of er in het contract iets over vervanging is geregeld. In het algemene geldt dat wij van onze kant inspanningen verrichten om mensen te vervangen. Dat is ook in de contacten met [appellant2] , waar ik bij was, zo gezegd. Wij zouden ons uiterste best doen om mensen die weg gingen of moesten te vervangen. Verder kunnen wij ook niet gaan, want in het hoogseizoen is vervanging niet altijd even eenvoudig en bovendien duurt vervanging van Poolse werknemers gemiddeld toch wel een week. Garanties kunnen dan ook niet gegeven worden. Ik weet niet of er een garantie in het contract was opgenomen, maar ik kan mij dat niet voorstellen. (…)
Vanaf 27 augustus ben ik er een paar dagen achter elkaar geweest. Dat hield verband met het feit dat er onder de Poolse werknemers onrust en onvrede was over het loon en het aantal uren dat gewerkt kon worden. (…)
Er is toen een gesprek geweest, waarbij ook een vertegenwoordiger van [B] aanwezig was. Deze vertegenwoordiger van [B] (zijn vrouw of partner) had nog wel een supervisor met de naam Chris of Christof, die volgens haar wel het land op zou kunnen en ook nog meerdere andere Poolse werknemers, die tussen het personeel van Euriant op het land zouden kunnen werken. Ik vond dat geen goede gedachte, want de arbeidskrachten van [B] werden via een ander systeem beloond, dat beter voor de arbeidskrachten uitpakte. Ik heb dat toen ook naar voren gebracht, maar [appellant2] besloot toch om die mensen van [B] ook in te schakelen.
(…) De sfeer was niet goed. Er waren toen nog geen arbeidskrachten weggegaan. Dat was op woensdag 28 augustus. [D] en ik hebben daarna weer met [appellant2] gesproken over
het beloningssysteem en onze insteek was dat dat anders moest gaan. Op een gegeven
moment kwam er een groep van 25 à 30 personeelsleden aan de deur en die gaven aan dat ze
wilden vertrekken. De situatie was erg gespannen. (…)
De dag er op ben ik niet zo lang bij [appellant2] geweest. Ik ben toen met een collega bij de
slaapzalen geweest en de situatie was nog steeds onrustig, de mensen wilden weg. Nadien
ben ik nog één keer bij [appellant2] geweest. Besloten was namelijk dat mijn collega's [L]
en [E] verder ter plaatse bij [appellant2] aanwezig zouden zijn.
Op kantoor heb ik nog wel meegekregen dat [appellant2] aan [E] heeft gevraagd om
op korte termijn mensen te vervangen. Aan die vraag konden we niet voldoen binnen 2 à 3
dagen. Er is wel contact gelegd met onze leverancier en bemiddelaar. Ik begreep dat door
[appellant2] ook 30 mensen van [B] ingeschakeld zouden worden.
Naderhand hebben wij mondjesmaat mensen vervangen.
(…)
Naar aanleiding van vragen van mr. Verhoog antwoord ik het volgende:
(…)
De relatie tussen [D] en de familie [appellant2] was nauw en intensief. Ik begreep dat zij
ook op verjaardagen bij [appellant2] over de vloer kwam.
(…)"

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1
Abiant heeft in eerste aanleg in conventie gevorderd om [appellanten] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 111.067,46, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke (handels)rente, de contractuele incassokosten van € 16.661,47 en de kosten van de procedure.
3.2
[appellanten] c.s. hebben in reconventie primair gevorderd voor recht te verklaren dat zij op 19 december 2013 op goede gronden een beroep op verrekening hebben gedaan en Abiant te veroordelen om aan hen te betalen € 144.309,54, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, dan wel de wettelijke rente.
Daarnaast hebben zij gevorderd Abiant te veroordelen tot betaling van bedragen van:
- € 7.118,58, vermeerderd met wettelijke handelsrente, als vergoeding voor de groepsaccomodatie;
- € 4.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente, aan kosten voor ingeschakelde deskundigen;
- € 2.218,10, vermeerderd met de wettelijke rente, aan buitengerechtelijke kosten;
en tot vergoeding van de kosten van de procedure.
3.3
Bij conclusie van repliek in conventie heeft Abiant onder verrekening van de hiervoor vermelde kosten van de groepsaccomodatie haar vordering verminderd tot € 103.957,90
3.4
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 5 augustus 2015 [appellanten] c.s., voor zover van belang, toegelaten tot het bewijs van hun stelling dat partijen, in afwijking van artikel 5 van de algemene voorwaarden van Abiant, een vervangingsgarantie zijn overeengekomen voor het geval door Abiant aan [appellanten] c.s. ter beschikking gestelde plukkers zouden vertrekken.
3.5
De rechtbank heeft bij vonnis van 30 maart 2016 [appellanten] c.s. na bewijslevering niet geslaagd geacht in het opgedragen bewijs en hen hoofdelijke veroordeeld tot betaling van € 103.957,90, vermeerderd met de contractuele rente van 1,5% per maand. De vordering van Abiant tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten is toegewezen tot een bedrag van € 1.814,58. De vorderingen van [appellanten] c.s. zijn afgewezen. [appellanten] c.s. zijn veroordeeld in de kosten van de procedure, zowel in conventie als in reconventie.

4.De beoordeling van de grieven en de vordering

4.1
De
grieven I tot en met VIrichten zich tegen de waardering door de rechtbank van het door [appellanten] c.s. aangedragen bewijs. Het hof zal deze grieven gezamenlijk bepreken.
[appellanten] c.s. leggen met deze grieven aan het hof ter beoordeling voor of zij, gelet op de verklaringen van de verschillende getuigen, zijn geslaagd in het bewijs van hun stelling dat zij, in afwijking van artikel 5 van de algemene voorwaarden van Abiant, met Abiant een vervangingsgarantie zijn overeengekomen voor het geval door Abiant aan [appellanten] c.s. ter beschikking gestelde plukkers zouden vertrekken.
4.2
Het hof neemt tot uitgangspunt dat de verklaringen van de getuigen moeten worden beoordeeld tegen de achtergrond van het feit dat op grond van artikel 5 lid 3 van de algemene voorwaarden Abiant niet toerekenbaar tekort schiet tegenover de opdrachtgever en niet gehouden is tot vergoeding van enige schade of kosten aan de opdrachtgever, indien Abiant om welke reden dan ook een (vervangende) werknemer niet (meer), althans niet (meer) op de wijze en in de omvang als bij de opdracht of nadien overeengekomen aan de opdrachtgever ter beschikking kan stellen.
4.3
[F] heeft als getuige in aanvulling daarop verklaard dat Abiant bij het uitbrengen van offertes een vast kader hanteert waarbij altijd de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Volgens hem betekent dat concreet dat Abiant min of meer garandeert hoeveel mensen zij aan de opdrachtgever gaan leveren, maar dat Abiant geen garantie geeft voor vervanging van mensen die om welke reden dan ook tussentijds vertrekken. Abiant kan die garantie niet geven omdat dit van te veel factoren afhankelijk is en Abiant de risico's niet kan overzien. Volgens hem is ook in het geval van [appellanten] c.s. tussentijdse vervanging van personeel niet in de offerte opgenomen en ook niet naderhand met hem afgesproken. Het is wel zo, aldus [F] , dat Abiant bij verzoeken om vervanging gaat kijken wat mogelijk is.
4.4
[E] heeft als getuige bevestigd dat van de zijde van Abiant nooit de uitdrukkelijke garantie wordt gegeven, dat vertrokken of weggestuurde arbeidskrachten worden vervangen, wat volgens hem niet wegneemt dat Abiant wel haar best doet om mensen te vervangen als dat nodig wordt geacht.
4.5
[H] heeft als getuige in dezelfde zin als [E] verklaard.
4.6
[K] heeft als getuige verklaard dat met Abiant is gesproken over vervanging van personeel indien mensen om wat voor reden ook zouden vertrekken, maar niet in die zin dat AB Jobservice vervanging zou hebben gegarandeerd. Volgens zijn verklaring hebben AB Jobservice en Abiant een inspanningsverplichting naar elkaar en spant AB Jobservice zich in om een persoon te vervangen wanneer die ziek is geworden of niet aan de verwachtingen voldoet.
4.7
Op grond van de verklaringen van [F] , [E] , [H] en [K] moet er vanuit worden gegaan dat het bij Abiant staand beleid is om niet af te wijken van het bepaalde in artikel 5 lid 3 van de algemene voorwaarden.
4.8
[appellanten] c.s. hebben aangevoerd dat met name uit de getuigenverklaring van [D] blijkt dat in dit geval in afwijking van het beleid van Abiant wel degelijk een vervangingsgarantie is overeengekomen. De rechtbank heeft naar hun mening ten onrechte geoordeeld dat de verklaring van [D] met enige terughoudendheid moet worden bezien, nu haar dienstverband met Abiant onvrijwillig is geëindigd.
4.9
Het hof ziet, mede gelet op de indruk die van [D] is verkregen ter comparitie, in de beëindiging van haar dienstverband met Abiant onvoldoende aanleiding om te veronderstellen dat haar verklaring als getuige om die reden niet geheel geloofwaardig is te achten. Verder heeft Abiant haar stelling dat [D] en de familie [appellanten] vriendschappelijke betrekkingen onderhouden, welke stelling door [appellanten] c.s. en [D] is weersproken, niet voldoende onderbouwd, zodat aan die stelling voorbij moet worden gegaan.
4.1
Niettemin kent het hof aan de getuigenverklaring van [D] geen doorslaggevende betekenis toe.
4.11
[D] heeft als getuige verklaard dat er sprake was van een garantiestelling om op tijd voldoende mensen te leveren. Zij heeft volgens haar verklaring verder tegen [appellanten] c.s. gezegd dat Abiant zieke, zwakke en niet functionerende mensen zou vervangen, evenals mensen die zelf vertrokken
.Deze uitdrukkelijke toezegging of garantie heeft zij meermalen mondeling herhaald, aldus [D] . De wens van [appellanten] c.s. om continue over voldoende personeel te kunnen beschikken heeft zij volgens haar verklaring ook intern besproken bij Abiant, alsmede met AB Jobservice, die richting Abiant voor de werknemers zou zorgen. Haar werd duidelijk gezegd dat de hoeveelheid personeel en de vervanging geen enkel probleem zou zijn.
4.12
In een eerder door haar opgestelde ongedateerde schriftelijke verklaring (productie 22 bij conclusie van dupliek) heeft [D] te kennen gegeven dat zij naar aanleiding van vragen van [appellanten] c.s. telkens heeft geantwoord dat het voor Abiant en AB Jobservice geen probleem was in de oogstperiode eerst 50 en naderhand totaal 100 plukkers ter beschikking te stellen. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij [appellanten] c.s. desgevraagd heeft medegedeeld dat in het geval een plukker niet voldoet, of ziek wordt of door omstandigheden naar huis moet Abiant voor vervanging zal zorgen.
4.13
Vastgesteld wordt dat er verschil is tussen de getuigenverklaring van [D] en haar eerdere schriftelijke verklaring. Naar het oordeel van het hof kan uit de schriftelijke verklaring slechts worden afgeleid dat Abiant bij het begin van de oogst zou zorgen voor de afgesproken aantallen plukkers en zich zou inspannen om bij tussentijds vertrek van een plukker voor vervanging te zorgen. Dit volgt ook uit de e-mails [E] van 14 mei 2013 en van [F] van 29 mei 2013 waarnaar [D] in haar schriftelijke verklaring verwijst (waarbij [D] de e-mail van 29 mei 2013 heeft aangeduid als e-mail van 30 mei 2013). Die e-mails zien alleen op de vraag of Abiant bij het begin van de werkzaamheden de gevraagde aantallen arbeidskrachten kan leveren. Uit de schriftelijke verklaring van [D] kan dan ook niet worden opgemaakt dat Abiant en [appellant2] in afwijking van artikel 5 lid 3 van de algemene voorwaarden zijn overeengekomen dat Abiant vervanging garandeert op het moment dat plukkers vertrekken. [D] , die door het hof bij gelegenheid van de comparitie is gehoord, heeft geen afdoende verklaring kunnen geven voor het verschil tussen de schriftelijke verklaring en de getuigenverklaring. Verder moet worden vastgesteld dat [D] in haar getuigenverklaring opnieuw heeft verwezen naar de e-mails van [E] en [F] . De inhoud van deze e-mails strookt echter niet met de inhoud van haar getuigenverklaring. Daarom acht het hof de getuigenverklaring van [D] al met al niet voldoende geloofwaardig om te kunnen oordelen dat [appellanten] c.s. in het bewijs zijn geslaagd.
4.14
Met betrekking tot de getuigenverklaring van [G] , waarvan [appellanten] c.s. hebben erkend dat de rechtbank deze gelet op de familieband terecht met enige reserve heeft beoordeeld, overweegt het hof het volgende.
Uit haar verklaring blijkt dat zij zich kan herinneren dat zij twee keer aanwezig is geweest bij een bespreking tussen haar ouders en [D] , waarbij [D] telkens naar aanleiding van vragen van haar ouders heeft geantwoord dat het vervangen van plukkers die om welke reden dan ook tussentijds zouden vertrekken of zou worden weggestuurd geen probleem zou zijn. Naar het oordeel van het hof kan ook uit haar verklaring niet worden afgeleid dat Abiant in afwijking van artikel 5 lid 3 van de algemene voorwaarden tussentijdse vervanging van medewerkers heeft gegarandeerd.
4.15
Met betrekking tot de verklaringen van [appellant2] en [appellant3] heeft de rechtbank terecht voorop gesteld dat op grond van artikel 164 lid 2 Rv hun verklaringen geen bewijs in het voordeel van [appellanten] c.s. kunnen opleveren, tenzij deze verklaringen strekken ter aanvulling van onvolledig bewijs.
4.16
[appellant3] heeft als getuige verklaard dat zij in elk gesprek met [D] aan de orde heeft gesteld dat uitzendkrachten die tussentijds weg zouden gaan of zouden worden weggestuurd, door Abiant dienden te worden vervangen. Volgens haar verklaring heeft [D] haar telkens beloofd dat in vervanging zou worden voorzien. Zij is er daarbij vanuit gegaan dat wanneer iemand dat belooft, dat dan ook een garantie is.
4.17
[appellant2] heeft als getuige verklaard dat hij meerdere keren tegen [D] heeft gezegd dat zij de hele tijd 100 mensen moesten hebben en dat Abiant bij het tussentijds weggaan van mensen, voor vervanging moest zorgen. [D] gaf dan volgens hem aan dat het geen enkel probleem was de gevraagde hoeveelheid arbeidskrachten te leveren en evenmin voor hun vervanging zorg te dragen.
4.18
Op grond van de verklaringen van [appellant3] en [appellant2] moet er vanuit worden gegaan dat zij met [D] wel over tussentijdse vervanging van vertrokken of weggestuurde plukkers hebben gesproken, maar dat van de zijde van Abiant niet uitdrukkelijk is gegarandeerd dat Abiant in afwijking van artikel 5 lid 3 van de algemene voorwaarden mensen tussentijds zou vervangen. [D] heeft in lijn met het beleid van Abiant telkens aan [appellanten] c.s. medegedeeld dat Abiant werknemers zou vervangen indien zij niet naar tevredenheid functioneerden, ziek zouden worden of niet zouden komen opdagen. Dit valt te kwalificeren als een inspanningsverplichting en niet als een garantie in afwijking van artikel 5 lid 3.
4.19
Op grond van de verklaringen van [D] , [G] , [appellant3] en [appellant2] kan niet worden geoordeeld dat [appellanten] c.s. zijn geslaagd in de levering van het bewijs dat ( [D] namens) Abiant een garantie heeft afgegeven dat in afwijking van artikel 5 lid 3 van de algemene voorwaarden werknemers tussentijds zouden worden vervangen, ook niet wanneer deze verklaringen in hun onderlinge samenhang worden bezien. Dit houdt in dat de verplichtingen van Abiant niet verder reikten dan zich in te spannen om voor vervanging van tussentijds vertrokken medewerkers te zorgen.
4.2
De grieven I tot en met VI slagen niet.
4.21
Met
grief VIIkomen [appellanten] c.s. op tegen het oordeel van de rechtbank dat Abiant niet is tekortgeschoten in enige inspanningsverplichting om voor vervanging van de vertrokken plukkers zorg te dragen. Zij vinden het onbegrijpelijk dat na hun noodkreet van 31 augustus 2013 Abiant heeft geweigerd de aanvraag om vervangende plukkers bij AB Jobservice weer te activeren.
4.22
Bij de beoordeling van deze grief staat voorop dat op [appellanten] c.s. de bewijslast rust van hun stelling dat Abiant zich niet voldoende heeft ingespannen om voor vervangende plukkers te zorgen.
4.23
Het staat vast dat enige tijd na aanvang van de oogstwerkzaamheden onder de Poolse werknemers onrust is ontstaan over de wijze van beloning en het aantal uren dat kon worden gewerkt. De onrust heeft er toe geleid dat in de avond van 28 augustus 2013 een groep van 30 à 35 Poolse werknemers naar de woning van [appellant2] en [appellant3] is gegaan om uiting te geven aan hun onvrede. De dag daarop zijn medewerkers van Abiant, te weten [H] , [E] en [L] , alsmede een medewerker van AB Jobservice naar het bedrijf van [appellant2] gegaan in een poging de ontstane situatie in goede banen te leiden. Een groep van 30 à 40 via Abiant ingeleende Poolse werknemers heeft vervolgens de werkzaamheden gestaakt en het bedrijf van [appellanten] c.s. verlaten.
4.24
Uit de getuigenverklaringen van [appellant2] en [appellant3] blijkt dat zij ter vervanging van de via Abiant aangetrokken werknemers door tussenkomst van [B] plukkers hebben aangetrokken. Daarnaast was er, doordat als gevolg van slechte weersomstandigheden de oogst ernstig vertraging had opgelopen, behoefte aan meer dan 100 plukkers. [appellant2] , [appellant3] en [G] hebben verklaard dat zij daarom voortdurend om vervanging van de vertrokken Poolse werknemers hebben gevraagd. [appellanten] c.s. hebben er op gewezen dat zij op 31 augustus 2013 een e-mail naar Abiant hebben gestuurd met zoals zij dat hebben genoemd een noodkreet.
4.25
Uit de getuigenverklaringen van [E] , [L] , [F] en [K] blijkt dat Abiant op 29 augustus 2013 een verzoek aan AB Jobservice heeft gericht om ter vervanging van de vertrokken Poolse werknemers andere Poolse werknemers te sturen.
[E] heeft verder verklaard dat [appellant2] hem later die dag te kennen heeft gegeven geen prijs meer te stellen op vervanging van de vertrokken werknemers door Abiant. Daarop hebben [E] en [F] , zo hebben zij verklaard, in onderling overleg het verzoek aan AB Jobservice opgeschort.
Uit de verklaring van [E] blijkt dat hij vanaf 29 augustus 2013 iedere werkdag op het bedrijf van [appellant2] is geweest, tot de donderdag de week er op. De eerste maandag van september heeft hij ter plaatse nog weer contact gehad met [appellant2] over eventuele vervanging. [appellant2] gaf volgens de verklaring van [E] aan dat vervanging niet nodig was.
4.26
Tegenover de verklaringen van [appellant2] , [appellant3] , als partijgetuigen en van [G] als dochter van deze partijgetuigen, staan de gedetailleerde verklaringen van [F] en met name [E] . Uit die verklaringen volgt dat Abiant zich na 28 augustus 2013 voldoende heeft ingespannen om voor vervangende werknemers te zorgen. Daar komt bij dat [appellanten] c.s. door in zee te gaan met [B] zelf een onoverzichtelijke situatie hebben gecreëerd.
4.27
Voor zover [appellanten] c.s. hebben betoogd dat op Abiant ook na 9 september 2013 nog steeds een inspanningsverplichting rustte is het hof van oordeel dat de oogsttijd inmiddels zover was gevorderd dat van Abiant redelijkerwijs niet meer kon worden verlangd nog voor een korte periode werknemers in Polen te rekruteren.
4.28
Grief VII slaagt niet.
4.29
Met
grief VIIIkeren [appellanten] c.s. zich tegen het oordeel van de rechtbank dat hun subsidiaire beroep op vernietiging van de overeenkomst met Abiant op grond van dwaling faalt, alsmede tegen het oordeel dat de meer subsidiaire vordering tot ontbinding van de overeenkomst met Abiant eveneens faalt.
4.3
Het hof stelt vast dat [appellanten] c.s. hun grief enkel hebben onderbouwd met een verwijzing naar
"het voorgaande". Daarmee ontbeert de grief zelfstandige betekenis, zodat deze niet verder hoeft te worden besproken.
4.31
Grief IX, gericht tegen de afwijzing van de vorderingen van [appellanten] c.s. in reconventie en hun veroordeling in de proceskosten heeft evenmin zelfstandige betekenis en deelt daarmee het lot van grief VIII.

5.Slotsom

5.1
De grieven falen, zodat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd.
5.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof [appellanten] c.s. in de kosten van het hoger beroep veroordelen. Deze kosten worden aan de zijde van Abiant begroot op € 5.231,- aan verschotten (griffierecht) en € 5.264,- (2 punten, tarief V, € 2.632,- per punt) aan geliquideerd salaris voor de advocaat.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 30 maart 2016;
veroordeelt [appellanten] c.s. in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Abiant vastgesteld op € 5.231,- voor verschotten en op € 5.264,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. B.J.H. Hofstee, mr. I. Tubben, en mr. I.F. Clement en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
16 januari 2018.