ECLI:NL:GHARL:2018:4246

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 mei 2018
Publicatiedatum
7 mei 2018
Zaaknummer
21-003657-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep betreffende de zwembadzaak in Rhenen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2018 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 22 juni 2017. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat betrekking heeft op een strafzaak met parketnummer 16-707779-15. Tijdens de zitting van het hof op 23 april 2018 is het standpunt van de advocaat-generaal besproken, evenals de onderzoekswensen van de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.G. Pekkeriet-Bischop. De verdediging heeft verschillende getuigen voorgesteld om te horen, waaronder getuigen die verklaringen hebben afgelegd over de omstandigheden rondom het ongeval in het zwembad. De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen het uitwerken van de getuigenverklaringen, maar heeft wel bezwaar gemaakt tegen bepaalde verzoeken van de verdediging, zoals het horen van getuige 12 en het plaatsvinden van een reconstructie. Het hof heeft besloten om de beslissing over de resterende onderzoekswensen aan te houden en de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden. Het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen tijdstip, waarbij de verdachte tijdig zal worden opgeroepen. Het arrest is uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003657-17
Uitspraak d.d.: 7 mei 2018
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 22 juni 2017 met parketnummer 16-707779-15 in de strafzaak tegen

[verdachte 1] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1959] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 23 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft ter terechtzitting van 23 april 2018 kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal. Verder heeft het hof kennis genomen van hetgeen namens verdachte door mr. M.G. Pekkeriet-Bischop naar voren is gebracht.

Procesverloop en verzoeken

De raadsvrouw van verdachte, mr. M.G. Pekkeriet-Bischop, heeft bij schriftuur van 17 juli 2017, welke schriftuur is ingekomen op 18 juli 2017, onderzoekswensen ingediend. Deze onderzoekswensen zijn ter terechtzitting van het hof van 23 april 2018 tijdens een regiezitting aan de orde gesteld. De raadsvrouw heeft op deze zitting te kennen gegeven dat de verzoeken strekkende tot het horen van [getuige 1] en [getuige 2] niet worden gehandhaafd en dat de onderzoekswensen van de kant van de verdediging thans luiden als volgt:
Het horen van [getuige 3] . Dit betreft een collega van de verdachten die op de dag van het ongeval werkzaam was in het zwembad. Het is van belang dat deze getuige wordt gehoord over de muziek die aan stond toen de verdachten het zwembad en de kleedkamers aan het schoonmaken waren, aangezien de andere geluiden in het zwembad hierdoor mogelijk zijn overstemd. Daarnaast kan deze getuige verklaren over de plaatsen waar zij de verdachten heeft zien staan. Dit is relevant voor de vraag of [slachtoffer] ongezien te water heeft kunnen raken. Ten slotte wenst de verdediging deze getuige te bevragen over de verschillende klokken in het zwembad, nu deze volgens de verdachten niet gelijk liepen. Dit is van belang in het licht van de verschillende tijdstippen die door de rechtbank in het vonnis zijn genoemd.
Het horen van [getuige 12] . Deze getuige heeft aangegeven dat zij geloof hecht aan hetgeen haar dochter [getuige 1] aan haar heeft verteld op de dag van het ongeval. In het licht van de geloofwaardigheid van de door [getuige 1] afgelegde getuigenverklaring wenst de verdediging deze getuige te bevragen.
Het plaatsvinden van een reconstructie dan wel een schouw. Met een reconstructie beoogt de verdediging duidelijk te maken dat het, gelet op indeling van het zwembad, mogelijk is dat [slachtoffer] na het vrij zwemmen onopgemerkt terug naar het zwembad is gelopen, terwijl verdachten toen aan het schoonmaken waren. Daarnaast kan het hof zich door middel van een reconstructie dan wel een schouw zelf een beeld vormen van de akoestiek, de zichtlijnen, het omkleedhokje van verdachte [verdachte 2] , de plek waar [slachtoffer] is gevonden en de plaatsen waar de verdachten hebben gestaan.
Het uitwerken van de getuigenverklaringen van:
a. [getuige 4] ;
b. [getuige 5] ;
c. [getuige 6] ;
d. [getuige 7] ;
e. [getuige 8] ;
f. [getuige 9] ;
g. [getuige 10] en
h. [getuige 11] .
Het is de verdediging naar aanleiding van het uitgewerkte getuigenverhoor van [getuige 1] gebleken dat de politie een selectieve en beknopte samenvatting heeft gemaakt van deze verklaringen, waarin bepaalde, en voor de verdediging essentiële, onderdelen niet zijn opgenomen. Om die reden verzoekt de verdediging de uitwerking van voormelde getuigenverklaringen. Deze getuigen hebben verklaard dat het zwembad na afloop van het vrij zwemmen leeg was en [slachtoffer] zou volgens deze getuigen onder de douche, althans in de buurt van de douche hebben gestaan. Dit is een bevestiging van het door de verdediging geschetste alternatieve scenario.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen dit verzoek.
De advocaat-generaal heeft zich verzet tegen dit verzoek, nu de vraag waarom [getuige 12] haar dochter gelooft niet van belang is voor de beoordeling van deze strafzaak.
De advocaat-generaal acht het plaatsvinden van een reconstructie dan wel een schouw niet noodzakelijk, daarbij gelet op de omstandigheid dat met de inhoud van het huidige dossier, in het bijzonder gelet op de panoramascan, reeds een goed beeld verkregen kan worden van het zwembad en de feitelijke situatie ter plaatse. De advocaat-generaal acht het plaatsvinden van een reconstructie verder niet zinvol, nu het door de verdediging geschetste alternatieve scenario te vaag is gebleven, zodat onduidelijk is waar een eventuele reconstructie zich op dient te richten.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting aangegeven dat alle verhoren van de kinderen die in deze zaak als getuige zijn gehoord woordelijk zullen worden uitgewerkt.

Overweging

Met betrekking tot de onder 1, 2 en 3 geformuleerde onderzoeksvragen ziet het hof, gelet op de in deze zaak te beantwoorden rechtsvraag, redenen de zaak eerst inhoudelijk te behandelen en zich pas daarna, bij eind- dan wel tussenarrest, uit te laten over deze resterende onderzoekswensen.

BESLISSING

Het hof:
Houdt de beslissing op de resterende onderzoekswensen aan, inhoudende dat hof zich hier na inhoudelijke behandeling van de zaak bij eind- dan wel tussenarrest over zal uitlaten.
Houdt de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd aan.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte.
Aldus gewezen door
mr. J.P. Bordes, voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. J.W. Rijkers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.S. Helmus, griffier,
en op 7 mei 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. J.P. Bordes en mr. A.B.A.P.M. Ficq zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 7 mei 2018.
Tegenwoordig:
mr. J.W. Rijkers, jongste raadsheer,
mr. J.J.T.M. Pieters, advocaat-generaal,
mr. R.S. Helmus, griffier.
De jongste raadsheer doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De jongste raadsheer spreekt het tussenarrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat bij ontstentenis van de voorzitter en de oudste raadsheer door jongste raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.