Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[bewindvoerder 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek van bewindvoerders om machtiging tot het doen van een schenking van € 15.912,- aan hun drie kinderen uit het vermogen van de rechthebbende, die onder bewind is gesteld. De rechthebbende is gehuwd met de vader van de bewindvoerders en heeft samen met hem in het verleden al aanzienlijke schenkingen gedaan aan hun kinderen. De kantonrechter had eerder het verzoek om machtiging tot schenking afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er sprake was van een schenkingstraditie. De bewindvoerders zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de financiële situatie van de rechthebbende en de wens van de ouders om schenkingen te blijven doen aan hun kinderen. Het hof concludeert dat de eerdere schenkingen en de intentie van de ouders om jaarlijks een schenking te doen, voldoende bewijs vormen voor een schenkingstraditie. Het hof verleent daarom de bewindvoerders de gevraagde machtiging tot schenking, waarbij de beschikking van de kantonrechter wordt vernietigd.