3.2In die beschikking heeft het hof, in het kader van een pilot 'complexe scheidingen' een deskundige verzocht een zogeheten ouderschapsonderzoek in te stellen ter beantwoording van een aantal in de beschikking opgenomen vragen, te weten:
a. a) Hoe is de relatie tussen partijen op ouderniveau? Is er een herkenbaar patroon in de wijze waarop zij met elkaar omgaan?
b) Kan de ouderrelatie zodanig worden verbeterd, dat [de minderjarige] buiten de strijd van partijen blijft en geen last heeft van de communicatie tussen partijen?
c) Is de communicatie tussen partijen een belemmering om gezamenlijk het gezag over [de minderjarige] uit te oefenen?
d) Raakt [de minderjarige] klem of verloren indien beide ouders belast zijn met het ouderlijk gezag, dan wel is er op andere gronden een noodzaak één van de ouders met het gezag te belasten, met uitsluiting van de andere?
e) Kan de communicatie tussen de ouders ten aanzien van [de minderjarige] zodanig worden verbeterd dat redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij in de toekomst in overleg beslissingen omtrent [de minderjarige] kunnen nemen?
f) Hoe is de relatie van [de minderjarige] met enerzijds de moeder en de vader individueel en anderzijds met de beide ouders tezamen?
g) In hoeverre is ieder van de ouders in staat om bij de uitvoering van een omgangs/zorgregeling (maar ook overigens) rekening te houden met de behoeften van [de minderjarige] ?
h) In hoeverre is ieder van de ouders in staat om bij de uitvoering van een omgangs/zorgregeling (maar ook overigens) rekening te houden met elkaar en met de belangen van [de minderjarige] ?
i. i) In hoeverre zijn de ouders in staat elkaar ruimte te bieden voor contact met [de minderjarige] ? Wat betekent dit voor de omgang van [de minderjarige] met de ouder die haar niet dagelijks verzorgt?
j) Wat zijn de pedagogische en affectieve mogelijkheden van respectievelijk de moeder en de vader?
k) In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van [de minderjarige] ?