ECLI:NL:GHARL:2018:3954
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Wijma
- mr. Stoop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van administratief beroep in verkeerszaken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 18 mei 2016 het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om vergoeding van proceskosten. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.
De kantonrechter oordeelde dat het beroep niet tijdig was ingesteld, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De gemachtigde van de betrokkene voerde in hoger beroep aan dat de officier van justitie ten onrechte had afgezien van het horen van de gemachtigde of de betrokkene. Het hof oordeelt dat de officier van justitie de gemachtigde in de gelegenheid had moeten stellen om gehoord te worden, aangezien er geen uitzonderingssituaties waren die dit zouden rechtvaardigen.
Het hof concludeert dat de betrokkene hierdoor de kans is ontnomen om relevante omstandigheden naar voren te brengen die de ontvankelijkheid van het beroep zouden kunnen beïnvloeden. De beslissingen van de kantonrechter en de officier van justitie worden vernietigd. Het hof behandelt vervolgens het beroep tegen de inleidende beschikking, maar constateert dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen, omdat de gemachtigde niet heeft aangetoond dat hij eerder een beroepschrift heeft verzonden.