Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
PrimairI. Dat de personenauto van het merk BMW aan de man wordt toebedeeld onder
verrekening van een waarde ten bedrage van € 7.000,-;
II. Dat de personenauto van het merk Volkswagen, type Fox aan de vrouw wordt
toebedeeld onder verrekening van een waarde ten bedrag van € 3.700;
III. Dat de lijfrenteverzekering bij [C] aan de man wordt toebedeeld onder
verrekening van een waarde ten bedrage van € 1.525,26;
IV. Dat het totale saldo van alle bankrekeningen, zowel die ten name van de vrouw als die
ten name van de gemeenschap, ten bedrage van € 291.201 tussen partijen bij helfte zal
worden verdeeld;
V. Dat de woning tegen een waarde van € 280.000 zal worden toegescheiden aan de man
zulks onder overname van de op de woning rustende hypotheekschuld ten bedrage van
€ 345.000, en de vrouw dientengevolge gehouden zal zijn om aan de man een bedrag
te vergoeden van € 32.500, een en ander onder de voorwaarde dat de man uiterlijk
binnen vier maanden na de in deze te wijzen beschikking er voor zal moeten hebben
zorggedragen dat de vrouw door de bank wordt ontslagen uit haar hoofdelijke
aansprakelijkheid, bij gebreke waarvan de woning zal worden verkocht conform de
door de rechtbank op 15 november 2016 gewezen beschikking en dat een na aflossing
van de hypotheek resterende opbrengst c.q. tekort gelijkelijk tussen partijen zal
worden verdeeld c.q. gedragen.
SubsidiairVI. Dat de personenauto van het merk BMW aan de man wordt toebedeeld onder
IX. Dat het totale saldo van alle bankrekeningen ten name van de gemeenschap, ten
bedrage van € 93.697 tussen partijen bij helfte zal worden verdeeld;
X. De woning en de daarop rustende hypotheekschuld zullen worden verdeeld conform
de beschikking van de rechtbank van 15 november 2016.
In het principaal appel:de man in zijn verzoeken niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn verzoeken af te wijzen en de beschikkingen van 12 juli 2016 en 15 november 2016 te bekrachtigen, zo nodig onder aanvulling of verbetering van de gronden, voor zover aan het principaal appel onderworpen, kosten rechtens.
In incidenteel appel:de beschikking van 15 november 2016 te vernietigen, voor zover aan het incidenteel appel onderworpen, en:
- indien en voor zover het primaire verzoek van de man in hoger beroep omschreven
onder IV van zijn beroepschrift wordt afgewezen, het verzoek als omschreven onder
IX van het inleidend verzoekschrift van de vrouw toe te wijzen;
- het verzoek als omschreven onder XI van het inleidend verzoekschrift toe te wijzen,
indien en voor zover de man het gebruik van de woning krijgt/houdt;
- de beschikking van de rechtbank van 15 november 2016 en alle daarin genomen
beslissingen, behoudens de onderdelen die door het hof worden vernietigd, uitvoerbaar
bij voorraad te verklaren;
- te bepalen dat het bedrag dat partijen zullen ontvangen wegens geleden planschade bij
helfte tussen partijen wordt gedeeld, althans een beslissing te nemen die het hof juist
voorkomt;
- kosten rechtens.
5.De motivering van de beslissing
PbEU2012, L 201/107 (hierna: Erfrechtverordening) van toepassing geworden. Volgens het overgangsrecht is deze verordening van toepassing op de erfopvolging van personen die op of na 17 augustus 2015 overlijden (artikel 83 Erfrechtverordening). Omdat de peetoom is overleden in 1999, derhalve voor 17 augustus 2015, dient in dit geval het toepasselijke recht op de erfopvolging op grond van artikel 10:145 BW, zoals deze bepaling tot 17 augustus 2015 gold, te worden vastgesteld aan de hand van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op erfopvolging, ’s-Gravenhage, 1 augustus 1989,
Trb. 1994, 168 (hierna: Haags Erfrechtverdrag 1989). Het Haags Erfrechtverdrag 1989 heeft op grond van artikel 2 van dit verdrag universele werking. De kwestie van uitleg van een testament wordt in het Haags Erfrechtverdrag 1989 echter niet geregeld. Partijen zijn het er over eens dat voor wat betreft de uitleg van het testament kan worden aangeknoopt bij het recht dat van toepassing is op de erfopvolging zelf. Het hof sluit zich hierbij aan, nu deze opvatting in de Nederlandse IPR-doctrine en in de jurisprudentie de meeste steun krijgt. Ingevolgde artikel 3 Haags Erfrechtverdrag 1989 is op de erfopvolging het Australische recht van toepassing. Ook de uitleg van het testament zal daarom plaatsvinden aan de hand van het Australische recht.
Vergoedingsvordering vrouw op gemeenschap
De Volkswagen Fox
Planschade