ECLI:NL:GHARL:2018:3709

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 april 2018
Publicatiedatum
19 april 2018
Zaaknummer
200.228.355
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming en ontslag van bewindvoerder en mentor in het kader van curatele en testamentair bewind

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming en het ontslag van een bewindvoerder en mentor in het kader van een curatele en testamentair bewind. De verzoekster, die in hoger beroep ging, was eerder benoemd tot curator van de rechthebbende, die onder curatele was gesteld wegens een geestelijke stoornis. De kantonrechter had op 10 augustus 2017 de curatele opgeheven en een bewind ingesteld over de goederen van de rechthebbende, waarbij KiK Accountants als bewindvoerder was benoemd. De verzoekster was het niet eens met deze beslissing en verzocht het hof om haar in plaats van KiK Accountants als bewindvoerder en mentor te benoemen.

Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de verzoekster en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van KiK Accountants. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoekster niet aan haar verplichtingen als curator had voldaan, waaronder het niet tijdig indienen van een sluitende rekening en verantwoording. Dit tekortschieten heeft geleid tot het oordeel van het hof dat er gewichtige redenen waren om de verzoekster niet als bewindvoerder te benoemen. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij KiK Accountants als bewindvoerder en mentor was benoemd.

De uitspraak benadrukt het belang van de geschiktheid van de bewindvoerder en de rol van de rechter bij de benoeming, waarbij de voorkeur van de rechthebbende in overweging wordt genomen, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Het hof concludeert dat de verzoekster, ondanks haar goede bedoelingen, niet in staat was om de verantwoordelijkheden van een bewindvoerder naar behoren te vervullen, gezien haar eerdere tekortkomingen. De beschikking van de kantonrechter is dan ook bekrachtigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.228.355
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 6211998)
beschikking van 19 april 2018
inzake
[verzoekster],
wonende te [plaatsnaam] ,
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. J.P.H. Jacobs te Utrecht.
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de rechthebbende],
wonende te [plaatsnaam] ,
verder te noemen: de rechthebbende,
en
De Nieuwenhuizen Groep B.V., handelend onder de naam KiK Accountants,
gevestigd te Groenekan, gemeente De Bilt,
verder te noemen: KiK Accountants.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, sector kanton, locatie Utrecht) van 10 augustus 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het beroepschrift met producties 1 tot en met 16, ingekomen op 8 november 2017.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 20 maart 2018 plaatsgevonden. [verzoekster] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar advocaat. Ook is verschenen mr. M. de Jong-Jonker, namens Kik Accountants. Voorts is verschenen [echtgenoot] , echtgenoot van [verzoekster] , aan wie bijzondere toelating is verleend.

3.De feiten

3.1
De rechthebbende (geboren op [geboortedatum] ) en [verzoekster] zijn met [persoon 1] de enige kinderen van [ouder 1] en [ouder 2] .
3.2
De rechtbank Rotterdam heeft bij beschikking van 30 juni 1986 de rechthebbende onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis, [ouder 1] (verder te noemen: [ouder 1] ), de moeder van rechthebbende, tot curatrice benoemd en [ouder 2] , de vader van rechthebbende, tot toeziend curator.
3.3
Bij beschikking van 25 juni 2007 heeft de rechtbank Utrecht [ouder 1] op eigen verzoek ontslagen als curatrice met ingang van de datum van de beschikking en met ingang van diezelfde datum [verzoekster] benoemd tot curatrice.
3.4
[ouder 2] is op 31 oktober 2006 overleden. Hij heeft ingevolge zijn testament van 7 augustus 1997 zijn drie kinderen als zijn enige erfgenamen achtergelaten en het erfdeel van de rechthebbende gedurende zijn leven onder bewind gesteld en tot bewindvoerder achtereenvolgens benoemd zijn echtgenote, zijn zoon [persoon 1] en [verzoekster] . Het betreft hier een testamentair bewind op de voet van boek 4 BW.
3.5
[ouder 1] is op 20 maart 2015 overleden. Zij heeft in haar testament van
20 maart 2014 haar zoon [persoon 1] en [verzoekster] tot haar enige erfgenamen benoemd en de rechthebbende onterfd. Zij heeft de rechthebbende een legaat van het vruchtgebruik van een bedrag in geld gelijk aan de waarde van zijn legitieme portie gemaakt. Zij heeft het gelegateerde vruchtgebruik onder bewind gesteld en [verzoekster] tot bewindvoerder benoemd. Het betreft hier een testamentair bewind op de voet van boek 4 BW.
3.6
Bij beschikking van 10 augustus 2017 heeft de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht:
 met ingang van 15 augustus 2017 de curatele over de rechthebbende opgeheven,
 met ingang van diezelfde datum een bewind ingesteld over de goederen die aan de rechthebbende (zullen) toebehoren wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand,
 KiK accountants tot bewindvoerder benoemd,
 met ingang van 15 augustus 2017 een mentorschap ingesteld ten behoeve van de rechthebbende wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand,
 tot mentor benoemd KiK Accountants,
 de beloning vastgesteld op de tarieven zoals vermeld in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
 de beschikking voor zover nodig uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
3.7
Bij beschikking van 7 februari 2018 heeft de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, met ingang van de dag na de uitspraak van de beschikking, KiK Accountants op eigen verzoek ontslagen als mentor en [verzoekster] met ingang van de dag na de uitspraak van de beschikking tot mentor benoemd.

4.De omvang van het geschil

4.1
[verzoekster] is met twee grieven in hoger beroep gekomen van de beschikking van 10 augustus 2017 (verder: de bestreden beschikking). Grief 1 ziet op het oordeel van de kantonrechter dat er door [verzoekster] geen sluitende en rekenkundig kloppende rekening en verantwoording is gemaakt en op de beslissing van de kantonrechter om KiK accountants tot bewindvoerder te benoemen. Grief 2 ziet op de benoeming van KiK Accountants tot mentor van de rechthebbende.
4.2
[verzoekster] verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat [verzoekster] in plaats van KiK Accountants als bewindvoerder wordt benoemd onder dezelfde jaarlijkse beloning zoals vastgelegd in de bestreden beschikking en te bepalen dat [verzoekster] in plaats van KiK Accountants als mentor wordt benoemd.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De kantonrechter heeft de ondercuratelestelling omgezet in een bewind en mentorschap waarbij [verzoekster] als curator is ontslagen en Kik Accountants tot bewindvoerder is benoemd. Er is geen grief gericht tegen de opheffing van de curatele en de omzetting in bewind en mentorschap. Gezien het voorgaande dient op grond van grief 1 slechts beoordeeld te worden wie bewindvoerder moet zijn.
5.2
Op grond van artikel 1:435 lid 1 BW vormt de rechter die het bewind instelt en daarbij een bewindvoerder benoemt zich een oordeel over de geschiktheid van de te benoemen persoon. Op grond van artikel 1:435 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
5.3
Naar het oordeel van het hof was er in de onderhavige zaak sprake van gewichtige redenen tot ontslag van [verzoekster] als curator. Sinds haar benoeming tot curator in juni 2007 heeft [verzoekster] niet aan haar verplichtingen als curator voldaan. In de eerste plaats door geen jaarlijkse rekening en verantwoording af te leggen. Nadat de kantonrechter deze rekening en verantwoordingen over 25 juni 2007 tot en met
31 december 2007 en de jaren 2008 tot en met 2015 bij [verzoekster] heeft opgevraagd, is, na ontvangst van deze rekening en verantwoordingen, gebleken dat deze op onderdelen rekenkundig niet klopten. Daarnaast is gebleken dat de nalatenschappen van de ouders van de rechthebbende zijn afgewikkeld en dat [verzoekster] ten aanzien van de rechten die de rechthebbende ten aanzien van deze nalatenschappen kon doen gelden niet de benodigde machtigingen van de kantonrechter heeft gevraagd. Zo heeft zij kennelijk namens de rechthebbende berust in de schending van zijn legitieme portie in de nalatenschap van zijn moeder zonder de daarvoor benodigde machtiging van de kantonrechter te vragen. Bij de afwikkeling van die nalatenschappen was [verzoekster] niet alleen als curator van de rechthebbende betrokken, maar ook zelf als erfgename. Haar eigen belangen als erfgename waren strijdig met de belangen van de rechthebbende die zij als curator diende te behartigen. Verder is gebleken dat er vermogen is belegd zonder machtiging van de kantonrechter, dat er te veel beloningskosten in rekening zijn gebracht en dat er uitgaven voor verhuizing en inrichting hoger dan € 1.500,- zijn gedaan zonder dat vooraf machtiging aan de kantonrechter is verzocht. Gezien het voorgaande is [verzoekster] naar het oordeel van het hof ernstig tekortgeschoten in haar taken en verantwoordelijkheden als curator. Dat de kantonrechter de rekening en verantwoording over de jaren 2007 tot en met 2014 voor gezien heeft beschouwd en dat de rekening en verantwoording over 2015 volgens [verzoekster] en de door haar ingeschakelde deskundige wél sluitend en rekenkundig juist is, doet daar niet aan af. De omstandigheid dat zij uit onwetendheid heeft gehandeld komt eveneens voor haar risico. Het tekortschieten van [verzoekster] als curator gedurende een zeer lange periode maakt dat er onvoldoende vertrouwen bestaat dat [verzoekster] thans wel in staat is de taken en verantwoordelijkheden als bewindvoerder naar behoren te vervullen, zodat er gegronde redenen zijn die zich tegen haar benoeming als bewindvoerder verzetten. Het hof betrekt hierbij dat sprake is van een aanzienlijk vermogen van de rechthebbende en dat er naast het meerderjarigenbewind ook testamentair bewinden zijn, met elk een eigen (wettelijk) regiem. Grief 1 faalt.
Overigens is het hof ervan overtuigd dat [verzoekster] altijd het belang van de rechthebbende voor ogen heeft gehad.
5.7
De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking met ingang van 15 augustus 2017 het mentorschap over de rechthebbende ingesteld en Kik Accountants tot mentor benoemd. Deze beschikking, die uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, is op 10 augustus 2017 verzonden, zodat de taak van de mentor een dag na de verzending van deze beschikking is aangevangen (artikel 1:452 lid 10 BW). Bij de onder 3.7 vermelde beschikking is Kik Accountants (op eigen verzoek) als mentor ontslagen met ingang van de dag na deze beschikking en is [verzoekster] met ingang van diezelfde dag tot mentor benoemd. Het voorgaande brengt mee dat [verzoekster] niet (meer) met terugwerkende kracht als mentor invulling aan het mentorschap kan geven. Aangezien zij inmiddels ook tot mentor is benoemd behoeft het verzoek van [verzoekster] om haar in plaats van Kik Accountants tot mentor te benoemen geen verdere bespreking meer.

6.De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal het hof de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, bekrachtigen.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, sector kanton, locatie Utrecht) van 10 augustus 2017, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.B. Knottnerus, J.H. Lieber en
I.G.M.T. Weijers-van der Marck, bijgestaan door mr. C. Nijhuis als griffier, en is op 19 april 2018 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.