In deze zaak gaat het om de beloning van de bewindvoerder voor aanvangswerkzaamheden in het kader van een bewind. De bewindvoerder, handelend onder de naam Bureau Alert VOF, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter van 7 juni 2017, waarin werd bepaald dat hij twee uren in mindering moest brengen op de intakevergoeding. De bewindvoerder verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de volledige intakevergoeding van € 629,20 toe te kennen, zonder aftrek van uren. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de bewindvoerder werd bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de rechthebbende niet verscheen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de rechthebbende heeft op 4 december 2014 verzocht om instelling van een bewind over zijn goederen, waarbij de bewindvoerder werd benoemd. De kantonrechter heeft in een eerdere beschikking de goederen onder bewind gesteld en de bewindvoerder benoemd. De bewindvoerder heeft vervolgens verzocht om de volledige intakevergoeding, maar de kantonrechter heeft bepaald dat er twee uren in mindering moesten worden gebracht omdat de bewindvoerder niet op de instellingszitting was verschenen.
Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die rechtvaardigen dat de beloning voor de aanvangswerkzaamheden anders wordt vastgesteld dan in de Regeling is bepaald. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vastgesteld op € 520,00 exclusief BTW. De beslissing is genomen zonder proceskostenveroordeling.