Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 17 april 2014 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, [benadeelde partij 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Indien zij naar buiten komt sla ik haar invalide voor het leven" en/of "Ik ga ze te grazen nemen als ik een gun in mijn handen krijg schiet ik de knieschrijven eruit" en/of "Ik maak je af en als je niet naar buiten komt anders sta ik vanavond naast je bed", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
primair:
hij op of omstreeks 17 april 2014 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde partij 1] van het leven te beroven, met dat opzet met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de nek/hals, in elk geval in het bovenlichaam heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
subsidiair:
hij op of omstreeks 17 april 2014 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde partij 1] met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de nek/hals, in elk geval in het bovenlichaam heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
hij op of omstreeks 17 april 2014 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk mishandelend [benadeelde partij 1] met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de nek/hals, in elk geval in het bovenlichaam heeft gestoken en/of gesneden, waardoor voornoemde [benadeelde partij 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
“Meneer [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) kwam daar aan de deur voor mij. Heeft geroepen dat hij mij zocht en ook bedreigd. Ik werd uitgescholden en verder hoorde ik dat meneer [verdachte] zei: “Ik maak je af. (…).
veel waarschijnlijkerte zijn als verdachte het slachtoffer [benadeelde partij 1] met het mes in de nek heeft gestoken (hypothese 1) dan dat iemand anders dan verdachte het slachtoffer in de nek heeft gestoken en verdachte het mes niet heeft gehanteerd (hypothese 2). Onder beide hypothesen is daarbij de mogelijkheid van secundaire overdracht van DNA van [verdachte] in beschouwing genomen.
Bewezenverklaring
hij op 17 april 2014 te [plaats] [benadeelde partij 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 2] dreigend de woorden toegevoegd : “Ik maak je af”.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 1.069,35).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 4.692,70 (vierduizend zeshonderdtweeënnegentig euro en zeventig cent) bestaande uit € 1.192,70 (duizend honderdtweeënnegentig euro en zeventig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 4.692,70 (vierduizend zeshonderdtweeënnegentig euro en zeventig cent) bestaande uit € 1.192,70 (duizend honderdtweeënnegentig euro en zeventig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
56 (zesenvijftig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.