4.1Na vermindering van haar verzoek ter zitting heeft [verzoekster] verzocht dat bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, [verweerster] zal worden veroordeeld binnen twee dagen na de beschikking van de kantonrechter:
primair, aan haar te betalen:
a. a) een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren conform artikel 7:672 lid 9 BW, zijnde € 7.447,68 bruto;
b) de transitievergoeding ad € 27.930,- bruto;
c) een billijke vergoeding conform artikel 7:681 lid 1 sub a BW ter hoogte van € 13.033,89 bruto, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen;
subsidiair, aan haar te betalen:
d) voor het geval op grond van artikel 7:673 lid 7 sub c BW vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer geen transitievergoeding verschuldigd is, op grond van artikel 7:673 lid 8 BW haar een transitievergoeding toe te kennen ad € 27.930,- bruto, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
primair en subsidiair:
e) aan haar deugdelijke schriftelijke bruto/netto specificaties te verstrekken, waarin de bedragen en betalingen van sub a, b en c of de betaling van d is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,- per dag, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, met een maximum van € 10.000,- voor elke dag na twee dagen na de datum van de beschikking dat [verweerster] niet voldoet aan de beschikking;
f) tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel BIK;
g) tot betaling van de wettelijke rente over de onder a, b, c, d en f genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
h) in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van deze beschikking en vermeerderd met de nakosten.