In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over een aanslag forensenbelasting van € 417,07 voor het jaar 2015. De heffingsambtenaar van de Gemeentebelastingen Amstelland had deze aanslag opgelegd, omdat belanghebbende een gemeubileerde vakantiewoning bezat en deze gedurende meer dan 90 dagen ter beschikking had gesteld zonder dat hij in de gemeente De Ronde Venen stond ingeschreven. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit werd ongegrond verklaard door de heffingsambtenaar en later ook door de rechtbank.
Tijdens de zitting op 7 maart 2018 heeft het Hof de argumenten van belanghebbende gehoord. Hij stelde dat de aanslag onterecht was, omdat hij ingeschreven stond in de Basis Registratie Personen (BRP) van de gemeente De Ronde Venen. Het Hof oordeelde echter dat de inschrijving in de BRP niet in de weg stond aan de oplegging van de aanslag, aangezien de relevante wetgeving bepaalt dat forensenbelasting kan worden geheven van personen die meer dan 90 dagen in een belastingjaar een gemeubileerde woning ter beschikking hebben zonder hoofdverblijf in de gemeente.
Het Hof concludeerde dat de aanslag terecht was opgelegd en verwierp ook het beroep van belanghebbende op het vertrouwensbeginsel, omdat hij niet had aangetoond dat hij schade had geleden door de toelichting op het aanslagbiljet. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het Hof zag geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 maart 2018.