2.11.Het (concept) verslag van de vergadering van de Adviescommissie VSO2 (als bedoeld in artikel 6.6 van VSO2) van 11 mei 2012 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“
Agendapunt: berekeningswijze (dis)agio conform VSO2 op 1.1.2008
(…)
Uitgangspunt voor de berekeningswijze zijn:
- Activa en passiva worden op de openingsbalans gewaardeerd tegen de waarde in het economische verkeer. Daarmee wordt de grens tussen de vrijgestelde en de belaste sfeer afgebakend. Op grond van de totaalwinstgedachte hoort de rente uit 2007 niet tot het fiscale resultaat.
- De waarde in het economische verkeer is (…) voor langlopende schulden geregeld in VSO2 ((…) art. 2.8.1 VSO2). Deze regelingen zijn gebaseerd op de berekeningswijze in de financiële sector.
In VSO2 is vastgesteld dat alle toekomstige geldstromen uit langlopende (…) schulden geacht worden te zijn gedaan op 31 december van enig jaar (hierna aangeduid als: fictie). (…)
- VSO2 sluit voor de berekeningswijze aan bij de berekeningswijze van de marktwaarde van een langlopende (…) schuld in de financiële sector. Daarbij wordt de som van de contante waarden van de toekomstige geldstromen vastgesteld. Om de waarde op tijdstip T vast te stellen wordt vervolgens de transitorische rente van de lopende rentetermijn op de aldus berekende som in aftrek gebracht. De reden daarvoor is dat de aangegroeide (maar nog niet betaalde) rente tot tijdstip T wel in toekomstige geldstromen aanwezig is maar betrekking heeft op de periode vóór tijdstip T. Voor het vaststellen van de marktwaarde op tijdstip T telt de aangegroeide rente daarom niet mee.
- Over deze berekeningswijze bestaat binnen de Adviescommissie geen verschil van mening.
Door het gebruik van de fictie is in discussies tussen een aantal advieskantoren en woningcorporaties met de Belastingdienst de vraag opgekomen of voor de berekening van de waarde van langlopende (…) schulden de transitorische rente op 31 december 2007 in aftrek gebracht moet worden, of niet.
Een eenduidig antwoord op die vraag is niet zonder meer te geven. De berekeningswijze voor het (dis)agio is niet eenvoudig en heeft in de praktijk tot vragen geleid.
Het is de vraag of voor de waardeberekening volgens VSO2 de rekenregels uit de financiële rekenkunde integraal moeten worden toegepast zonder aftrek van de overlopende rente op 31 december 2007. De Belastingdienst acht dit verdedigbaar, maar de betreffende advieskantoren en woningcorporaties niet.
De leden van de Adviescommissie achten bij de toepassing van de fictie (…) de genoemde rekenregels van toepassing zónder aftrek van de overlopende rente.
Over de balanswaardering wordt het volgende voorbeeld besproken.
Als de marktrente van een lening op 1.1.2008 wordt berekend op 100 met een te betalen rentetermijn in 2008 van 10 (overlopende rente op 1.1.2008 bedraagt 2), wordt de balanswaardering op 1.1.2008 als volgt:
Langlopende schuld 100 – 2 = 98
Kortlopende schuld 2
(Totaal schuld = 100)
Bij een nominale waarde van 105 resteert een disagio van 5 (o.b.v. 100) of 7 (o.b.v. 98). Daardoor komt fiscaal een extra last tot uitdrukking van 2. Deze wordt over de resterende looptijd van de lening (…) genomen. De adviescommissie vindt dat deze extra last ten onrechte wordt genomen.”