In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie en de zorgkorting. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 26 april 2017 aangevochten, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 159,- per kind per maand. De vrouw verzocht het hof om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wijziging van de alimentatie, dan wel de alimentatie te verhogen naar € 830,62 per maand. De man, verweerder in hoger beroep, voerde verweer en vroeg het hof om de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 2 oktober 2013 is ontbonden en dat zij samen twee kinderen hebben. De rechtbank had eerder een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld, waarbij de man € 600,- per kind per maand aan de vrouw moest betalen. Het hof heeft de ingangsdatum van de wijziging van de kinderalimentatie vastgesteld op 28 november 2016, de datum van indiening van het verzoekschrift in eerste aanleg. Het hof heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld en vastgesteld dat de man met ingang van 28 november 2016 € 220,- per kind per maand moet betalen, met een geleidelijke verhoging in de daaropvolgende jaren. De zorgkorting is vastgesteld op 25% op basis van de zorgregeling, wat betekent dat de man minder alimentatie hoeft te betalen. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe alimentatiebedragen zijn vastgesteld.