Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. G.I. Roos, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 12 mei 2012, in elk geval in of omstreeks de periode van
12 mei 2012 tot en met 14 mei 2012 in de gemeente Lelystad
hij op of omstreeks 12 mei 2012, in elk geval in of omstreeks de periode van
hij op of omstreeks 12 mei 2012 in de gemeente Lelystad een of meer wapens van categorie II of van categorie III, te weten een vuurwapen, en/of munitie van categorie II en/of categorie III, te weten een of meer patronen, voorhanden heeft gehad.
heeft verklaard dat zij en de aanwezigen op het feestje van [slachtoffer] hoorden dat zij die avond nog een goed gesprek met [verdachte] wilde hebben om er achter te komen waar zij bij verdachte stond. Verder heeft zij verklaard dat [slachtoffer] shoarma had gehaald voor verdachte, omdat verdachte na een drankje graag iets wilde eten. De getuige heeft voorts verklaard dat [slachtoffer] heeft verteld dat [verdachte] op vrijdag 11 mei 2012 om 23.15 uur naar de woning aan de [adres] te Lelystad zou komen. Omstreeks 23.35 uur kreeg getuige een bericht op Facebook. Uit dit bericht bleek dat verdachte nog niet bij [slachtoffer] was. Later zag de getuige op haar telefoon dat de whatsapp van [slachtoffer] opgehouden was op zaterdag 12 mei 2012 om 01.09 uur. [7] De getuige [getuige 11] heeft verklaard dat zij op de verjaardag van de getuige [getuige 10] van [slachtoffer] heeft gehoord dat zij eerst met haar vriend een fles Bacardi zou drinken en hem dan zou confronteren met de feiten en hem voor de keus zou stellen. [slachtoffer] vertelde dat haar vriend getrouwd was en dat zij elkaar alleen maar in het weekend zagen. [slachtoffer] zei dat zij niet zonder hem kon en niet zonder hem wilde. [slachtoffer] vertelde ook aan de getuige dat de vrouw van haar vriend niet op de hoogte was van de relatie. Zij zou met die vriend gaan borrelen en flink rampetampen en dan hem confronteren. Dat zou [slachtoffer] thuis doen want hij zou blijven slapen. [8] De getuige [getuige 5] heeft verklaard dat zij op zaterdag 12 mei 2012 om 00.50 uur met [slachtoffer] is gaan pingen. [slachtoffer] vertelde haar dat [verdachte] langs zou komen, maar die was zijn afspraak (nog) niet nagekomen. [slachtoffer] bleef [verdachte] maar bellen en sms’en, maar hij drukte haar weg. [slachtoffer] gaf aan dat hij dat expres deed. Zij werd daar heel erg boos om. [slachtoffer] zei dat als hij er niet binnen een half uur zou zijn, zij naar [getuige 5] zou toe komen. Om 01.04 uur pingt [slachtoffer] haar dat verdachte naar haar toekomt. Het laatste bericht dat zij van [slachtoffer] heeft gehad is van 01.10 uur. [9]
“Zij heeft wel vaker voor hetere vuren gestaan”, [18] [getuige 4] :
“Ze was naar mijn mening niet suïcidaal, ze kwam op mij niet depressief over de laatste keer dat ik haar zag”, [19] [getuige 5] :
“Ze kwam eigenlijk overal wel weer bovenop. Het was een levensgenieter”, [20] [getuige 6] :
“Ze was heel sterk, ze liet zich niet zomaar uit het veld slaan. Het was een doorzetter”.En over contact met [slachtoffer] een paar dagen voor het overlijden: “
Ze gedroeg zich normaal, zoals altijd vrolijk en spontaan” [21] en [getuige 7] :
“iemand heeft mij gevraagd of [slachtoffer] misschien zelfdoding heeft gepleegd. Ik moest daar enorm om lachen. Hoe dieper [slachtoffer] in de put zat, hoe harder ze vocht om daar weer uit te komen”. [22]
Daarbij komt dat nergens in het dossier ook maar enige objectieve aanwijzing is te vinden dat [slachtoffer] over een vuurwapen beschikte dan wel zou kunnen beschikken. De enige die over het vuurwapenbezit van [slachtoffer] spreekt - maar dan wel pas jaren later in zijn verklaring bij de raadsheer-commissaris - is verdachte.
Ik weet dat [verdachte] een pistool had, dat weet ik die had hij al heel lang. Hij heeft mij dat wel eens verteld. Die vrienden in het [naam cafe] die komen daar goedkoop aan en die kopen dat van elkaar.” [24]
Op die vrijdag 4 mei 2012 had ik dus die koffie naar [naam] gebracht. Ik ben toen bij [verdachte] en [slachtoffer] aan de bar beland en zijn wij wat gaan drinken. Wij dronken Apekoppies. (…) Wij praatten over van alles en nog wat. Tijdens het gesprek vertelde [verdachte] mij toen dat meerdere mensen wisten dat hij iets op zak had. Ik vroeg toen wat hij bedoelde. Hij zei toen een pistool. Hij wees naar zijn heup.” [25]
Ten slotte wordt [getuige 2] in haar verklaring betreffende het storten van de blauwe plastic tas in een ondergrondse container ondersteund door de logingegevens van de ondergrondse vuilcontainers. Uit die gegevens blijkt dat met de afvalpas behorende bij het adres [adres] in Lelystad op 12 mei 2012 om 06:08:33 uur en 06:08:51 uur een storting heeft plaatsgevonden. [37] Het adres [adres] blijkt het toenmalige adres van [getuige 2] en [vader verdachte] te zijn geweest.
Daarnaast bevinden zich in het dossier diverse verklaringen waarin familieleden van verdachte zeggen dat verdachte [slachtoffer] heeft gedood. Bij de lezing van de verklaringen uit de familiekring van verdachte en de weergave van de afgeluisterde telefoon- en OVC-gesprekken springt in het oog dat niemand het heeft over een tragisch verlopen zelfdoding van [slachtoffer] , waar verdachte zijns ondanks getuige van was geweest. Zij die het dichtst bij verdachte staan zijn allen de opvatting toegedaan dat verdachte de schutter is geweest.
Bewezenverklaring
hij op of omstreeks 12 mei 2012
, in elk geval in of omstreeks de periode van12 mei 2012 tot en met 14 mei 2012in de gemeente Lelystad
en al dan niet met voorbedachten rade[slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet
en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,met een vuurwapen op/in het hoofd van voornoemde
hij op
of omstreeks12 mei 2012 in de gemeente Lelystad een
of meerwapen
svan categorie II of van categorie III, te weten een vuurwapen, en
/ofmunitie van categorie II
en/of categorie III, te weten een of meer patronen, voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Gevangenneming
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
teruggaveaan de nabestaanden van [slachtoffer] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [getuige 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
gevangennemingvan verdachte, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.