Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
V.O.F. [verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
[naam] , zaakdossier 65) en/of
Verweren
Het onder 3 tenlastegelegde feit
Het onder 4 tenlastegelegde feit
Het onder 5 tenlastegelegde feit
Het onder 6 tenlastegelegde feit
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Redelijke termijn
- in maart/april 2012 zijn er doorzoekingen geweest in het winkelpand van “ [verdachte] ” en in de woning van verdachte. Op deze datum is de redelijke termijn gaan lopen.;
- op 3 juli 2012 is de zaak voor de eerste maal aangebracht ter terechtzitting van de rechtbank;
- na diverse aanhoudingen, naar aanleiding van onderzoekswensen van de verdediging, heeft de rechtbank op 20 februari 2014 in deze zaak vonnis gewezen;
- op 5 maart 2014 is namens verdachte hoger beroep tegen dit vonnis ingesteld;
- op 1 juli 2014 is de zaak ter griffie van het hof ingekomen;
- op 4 augustus 2015 is de zaak op de rol van het hof geplaatst voor een regiezitting;
- bij tussenarrest van 18 augustus 2015 zijn de nadere onderzoekswensen in de zaak van verdachte afgewezen. De zaak van de medeverdachte [medeverdachte] werd verwezen naar de raadsheer-commissaris om [getuige] als getuige te horen. De te horen getuige was een medeverdachte in een strafzaak die verband hield met de zaak tegen verdachte en het arrest in zijn strafzaak was nog niet onherroepelijk. Nadat het arrest van de te horen getuige onherroepelijk is geworden heeft het verhoor van de getuige op 12 oktober 2016 plaatsgevonden;
- op 16 februari 2017 is de zaak weer op de rol van het hof geplaatst maar vanwege ziekte van twee raadsheren, die deel uitmaakten van de zittingscombinatie die deze omvangrijke zaak zou behandelen, is de behandeling aangehouden voor onbepaalde tijd;
- op 1 februari 2018 is de behandeling van de zaak voortgezet en op 2 maart 2018 zal arrest worden gewezen.
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 1.000,-- (éénduizend euro).
geldboetevan
€ 8.000,-- (achtduizend euro). Bepaalt dat een gedeelte van de geldboete, groot
€ 5.000,-- (vijfduizend euro), niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.