Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van het gezag en de zorgregeling van twee minderjarige kinderen, na een echtscheiding tussen de ouders. De ouders, [verzoekster] en [verweerster], zijn in een langdurig conflict verwikkeld over de omgang en zorg voor hun kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De rechtbank Overijssel had eerder in 2017 een beschikking gegeven waarin het recht van [verzoekster] op contact met de kinderen was geschorst. [verzoekster] ging in hoger beroep tegen deze beslissing, met het verzoek om forensische mediation en een ondertoezichtstelling. [verweerster] voerde aan dat contact met [verzoekster] niet in het belang van de kinderen was, gezien de negatieve ervaringen die de kinderen met [verzoekster] hadden gehad. Het hof heeft de grieven van beide partijen besproken en geconcludeerd dat de omstandigheden niet zodanig zijn gewijzigd dat een wijziging van het gezag of de zorgregeling gerechtvaardigd is. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beslissing benadrukt het belang van de emotionele en geestelijke ontwikkeling van de kinderen en de rol van de ouders in het contactherstel.