2.7.Op 4 oktober 2011 is een boekenonderzoek ingesteld bij de Holding , [B] B.V., de fiscale eenheid [A] B.V. en [B] B.V. en bij belanghebbende. Van het boekenonderzoek is op 26 september 2013 een rapport opgemaakt. In het onderzoek is ook de bouw van de accommodatie betrokken. In het rapport is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“6.1 Bouw manege
(…)
Volgens plan van de heer [X] was het de bedoeling dat zijn echtgenote en zijn dochter in de manege paarden gaan fokken en trainen. De dochter van de heer [X] is op landelijk niveau actief in de paardensport. Zij en haar moeder, mevrouw [C] , zijn meerdere dagen in de week actief met paarden. Voorafgaand aan de bouw van de manege is, volgens verklaring van de heer [X] , geen haalbaarheidsonderzoek gedaan of de gemoeide investering van de grond € 250.000 en de manege € 838.447 samen € 1.088.477 kan renderen.
Er is in 2009 (niet nader gedagtekend) een conceptakte van vennootschap onder firma opgesteld met als firmanten de heer [X] , zijn echtgenote mevrouw [C] en dochter mevrouw [D] alledrie volgens de conceptakte wonend aan de [a-straat 1] te [Z] . Dit is opmerkelijk omdat volgens haar aangifte inkomstenbelasting mevrouw [D] vanaf 1 september 2009 zou wonen op het adres [b-straat 2] te [Z] . Aan de gemeente [Z] is nimmer een adreswijziging doorgegeven.
In de concept firma-akte is geregeld dat de drie firmanten kennis, arbeid en vlijt inbrengen en voorts door de firmanten [X] en [C] het gebruik en genot van de onroerende zaken aan de [a-straat 1] [Z] , zijnde een weiland/rijbak met daarop te stichten manege, partijen genoegzaam bekend. Voorzover noodzakelijk is opgemerkt dat uitsluitend de direct aan de manege dienstbare onroerende zaken ingebracht worden. De overige onroerende zaken gelegen aan de [a-straat 1] , met name de daar gelegen woning, worden uitgesloten van inbreng.
Bij de Kamer van Koophandel wordt per 1 juni 2009 een eenmanszaak ingeschreven op naam van mevrouw [D] , [a-straat 1] [Z] . De handelsnaam is [E] . Deze is niet aangemeld bij de Belastingdienst. De vennootschap onder firma en de eenmanszaak zijn (kennelijk) niet doorgezet.
(…)
Omzetbelasting
(…)
Dochter is met haar paardactiviteiten niet in betekende mate buiten de familiesfeer getreden. Feitelijk heeft dochter haar paardenhobby, gefinancierd door de ouders, voortgezet.
Aangaande de vraag of de bouw van de manege en de daaropvolgende verhuur aan de dochter een OB-onderneming vormt, menen wij dat de ouders ook niet voldoen aan het criterium "deelname economisch verkeer" nu de dochter feitelijk alleen voor haar eigen hobby de manege gebruikt.
(…)
Omgevingsvergunning
Bij de gemeente [Z] hebben wij naar de omgevingsvergunning (bouwvergunning) een onderzoek ingesteld. De gemeente [Z] heeft als eis gesteld dat bij de bouwaanvraag een ondernemingsplan moest worden ingediend. Uit het ondernemingsplan (haalbaarheidsonderzoek) dd. 17 juni 2008 is vast komen te staan dat voor de levensvatbaarheid minimaal 50 boxen zijn benodigd. Uiteindelijk zijn slechts 13 box gerealiseerd in de overdekte rij bak. (…) Er is dus, in tegenstelling tot de verklaring van de heer [X] , wél een haalbaarheidsonderzoek gedaan, uitgevoerd door [F] , vestiging [G] , [H] , bedrijfsadviseur paardenhouderij.
(…)
Inkomstenbelasting
Voor de heffing van de inkomstenbelasting sluiten wij aan bij het standpunt van de omzetbelasting dat geen sprake is van ondernemerschap, ergo geen bron van inkomen omdat geen deelneming plaats vindt in het economisch verkeer. Ook merken wij op dat redelijkerwijs geen voordeel kan worden verwacht mede gelet op de hoogte van de investering. (…) De manege vormt naar onze mening geen onderdeel van de eigen woning. De manege beschikt over een eigen inrit met parkeerruimte voor meerdere auto's. De manege heeft eigen aansluitingen op de nutsvoorzieningen. De bouwstijl van de manege verschilt sterk van het woonhuis en is veel groter dan het woonhuis. De manege kan daarom niet als aanhorigheid bij het woonhuis worden aangemerkt. Hierdoor vormt de manege een zelfstandige onroerende zaak welke voor de heffing van de inkomstenbelasting wordt geplaatst in box 3.
In aangiften inkomstenbelasting 2008, 2009 en 2010 is rente van schulden, verband houdend met de bouw van de manege, in aftrek gebracht als aftrekbare hypotheekrente. Zie hierna onder hypotheek.
Wij zijn dus van mening dat de grond en de manege met bijbehorende financiering belast moeten worden in box 3. Wij stellen voor om gedurende de bouwfase per saldo (bezitting minus schuld) geen correctie aan te brengen. Voor het eerst in 2011 moet aangifte worden gedaan:
- waarde grond € 250.000 en waarde opstal € 1.000.000
- schuld hypotheek€ 709.000 en lening bij B.V. € 400.000
Hypotheek
(…). In de aangiften inkomstenbelasting 2008, 2009 en 2010 is rekening gehouden met een beperking van de renteaftrek verband houdend met de aanschaf van het paard. Geen rekening is gehouden met de niet aftrekbare rente die verband houdt met de bouw van de manege. Bij de berekening van het niet aftrekbare deel gaan wij uit van een hypotheekschuld op de eigen woning van afgerond € 600.000 (oude schuld plus kosten van oversluiten). Het niet aftrekbare deel berekenen wij als volgt.
2008 € 980.857 - € 600.000 = € 380.857 =>
=> 380.857/980.857 x aftrek rente/kosten € 54.608 = € 21.203 minder aftrek rente
2009 € 1.270.000 - € 600.000 = € 670.000 =>
=> 670.000/1.270.000 x aftrek rente/kosten € 63.667 = € 33.588 minder aftrek rente
2010 € 1.270.000 -€ 600.000 = € 670.000 =>
=> 670.000/1.270.000 x aftrek rente kosten € 73.560 = € 38.807 minder aftrek rente
2008 [X] correctie inkomen box 1 € 21.203
2009 [X] correctie inkomen box 1 € 33.588
2010 [X] correctie inkomen box 1 € 38.807
Standpunt adviseur
De adviseur is het eens met ons standpunt dat voor de heffing van de inkomstenbelasting geen sprake is van een onderneming. Hij is wel van mening dat de manege een aanhorigheid vormt van de eigen woning en dat daardoor recht blijft bestaan op aftrek van hypotheekrente.
Alleen met betrekking tot dit onderdeel van de controle bestaat dus geen overeenstemming.”