ECLI:NL:GHARL:2018:1833

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 februari 2018
Publicatiedatum
26 februari 2018
Zaaknummer
21-003445-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld en bedreiging tijdens raadsvergadering in Geldermalsen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is beschuldigd van openlijk geweld en bedreiging tijdens een raadsvergadering in Geldermalsen op 16 december 2015. De verdachte heeft samen met anderen geweld gepleegd tegen politieambtenaren en heeft geprobeerd een raadsvergadering te verstoren die ging over de mogelijke komst van een asielzoekerscentrum. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte vuurwerk heeft gegooid en een slagwapen heeft gebruikt, waarmee hij een politieagent heeft bedreigd. De rechtbank heeft het vonnis van de rechtbank Gelderland vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De verdachte heeft ook een schadevergoeding van €250,- aan de benadeelde partij, een politieagent, moeten betalen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de betrokken politieagenten meegewogen in de strafoplegging, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die recent een baan had gevonden en schulden aan het afbetalen was.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003445-16
Uitspraak d.d.: 27 februari 2018
TEGENSPRAAK
PROMIS

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 13 juni 2016 met parketnummer 05-780054-16 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, parketnummers 05-103188-14 en 05-114876-13, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1987] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 13 februari 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.H.J. Raaijmakers, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 16 december 2015 te Geldermalsen openlijk, te weten op of aan een of meer openbare wegen, gelegen in/nabij het centrum en/of het gemeentehuis van Geldermalsen, in elk geval op of aan een openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer aldaar aanwezige dienstdoende politieambtenaren en/of medewerkers van de beveiliging en/of (politie-)voertuigen en/of het gemeentehuis en/of hekwerk/dranghekken, welk geweld bestond uit het ter hand nemen van een nitraatbom, althans dergelijk -zwaar- vuurwerk, en/of (vervolgens) het -over het/de hekwerk/dranghekken- gooien van die/dat nitraatbom/vuurwerk tegen/op/in de richting van het gemeentehuis en/of het ter hand nemen/houden van een slagvoorwerp (kabel/stok) en/of het met dat slagvoorwerp slaan tegen en/of in de richting van een politieambtenaar ( [verbalisant 1] ) en/of het -vanuit de groep- (beledigend/uitdagend) schreeuwen naar die politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of het kapotgooien van (delen van) stenen/stoeptegels/klinkers en/of het gooien van (delen van) stenen/stoeptegels/klinkers en/of flessen en/of (volle) blikjes bier/drank en/of -zwaar- vuurwerk en/of (een) rookbom(men) tegen/naar/in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of die/dat (politie-)voertuig(en) en/of het gemeentehuis en/of het slaan, stompen, schoppen en/of (omver-)trekken/duwen van die politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of het omvergooien van, het schoppen/duwentegen en/of trekken aan dat/die hekwerk/dranghekken en/of het getalsmatig versterken van de groep van waaruit geweldshandelingen werden gepleegd en/of het -met de groep- opdringen in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of die medewerker(s) en/of het -vanuit de groep- luidkeels provoceren van en/of uitdagend/beledigend schreeuwen naar die politieambtena(a)r(en) en/of die medewerker(s);
2:
hij op of omstreeks 16 december 2015 te Geldermalsen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of bedreiging met geweld een vergadering van de raad van een gemeente, te weten een raadsvergadering van de gemeente Geldermalsen over de -mogelijke- komst van een asielzoekerscentrum, uiteen heeft gejaagd en/of tot het nemen of niet nemen van enig besluit heeft gedwongen en/of een lid, de voorzitter of een wethouder uit die vergadering heeft verwijderd of opzettelijk heeft verhinderd die bij te wonen of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich hebben/heeft verzameld voor/bij het gemeentehuis en/of vervolgens een nitraatbom, althans dergelijk -zwaar- vuurwerk, ter hand hebben/heeft genomen en/of die/dat nitraatbom/vuurwerk -over het/de hekwerk/dranghekken- tegen/op/in de richting van het gemeentehuis hebben/heeft gegooid en/of een slagvoorwerp (kabel/stok) in de hand hebben/heeft genomen/gehouden en/of met dat slagvoorwerp hebben/heeft geslagen tegen en/of in de richting van een politieambtenaar ( [verbalisant 1] ) en/of -vanuit de groep- (beledigend/uitdagend) hebben/heeft geschreeuwd naar de aldaar aanwezige dienstdoende politieambtenaren en/of medewerkers van de beveiliging en/of (delen) van stenen/stoeptegels/klinkers en/of flessen en/of (volle) blikjes bier/drank en/of -zwaar- vuurwerk en/of (een) rookbom(men) tegen/naar/in de richting van die politieambtenaren en/of medewerkers hebben/heeft gegooid en/of die politieambtenaren/medewerkers hebben/heeft geslagen, gestompt, geschopt en/of (omver-)getrokken/geduwd en/of een of meer hiervoor genoemde voorwerpen tegen het gemeentehuis en/of door een of meer ruiten van (de raadszaal van) het gemeentehuis hebben/heeft gegooid en/of hekwerk/dranghekken omver hebben/heeft gegooid/getrokken en/of -luidkeels/uitdagend/beledigend- zijn/is opgedrongen in de richting van die politieambtenaren/medewerkers en/of (vervolgens) het voorterrein/beveiligd terrein van het gemeentehuis hebben/heeft betreden en/of de zogenaamde ME-linie hebben/heeft doorbroken en/of zijn/is opgedrongen in de richting van de ingang van het gemeentehuis;
3:
hij op of omstreeks 16 december 2015 te Geldermalsen [verbalisant 1] (agent van politie) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een slagvoorwerp (kabel/stok) in de hand heeft genomen en/of gehouden en/of met dat slagvoorwerp heeft gestaan voor die [verbalisant 1] en/of (daarmee) naar die [verbalisant 1] heeft gewezen en/of (daarbij) die [verbalisant 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Jou pak ik. Jou trek ik de kop van je romp af. Jou maak ik kapot. Trek je pak maar uit stoere vent, dan lossen wij het 1 op 1 wel op" en/of "Luister, als jij mij slaat, sla ik terug. Ik heb niets gedaan, je moet opdonderen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Ten aanzien van feit 1
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ter zitting van het hof aangevoerd dat verdachte geen opzet had om openlijk geweld te plegen. Hij wilde demonstreren. Hij heeft één keer met vuurwerk gegooid, niet richting personen maar op het dak van het gemeentehuis, en heeft een stuk grondkabel vastgehouden. Hij heeft niet geslagen met die kabel.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte met zwaar vuurwerk heeft gegooid en dat hij een elektriciteitskabel in zijn hand had, waarmee hij een agent heeft geslagen. Ook heeft verdachte een dreigende houding aangenomen en dreigende woorden geuit. Daarmee heeft verdachte een significante bijdrage geleverd aan het geweld.
Het oordeel van het hof
Op 16 december 2015 heeft er bij het gemeentehuis van Geldermalsen massaal geweld plaatsgevonden. Daarbij werden de aanwezige politiemensen belaagd en werden zij geschopt en geslagen. Ook werd er geduwd en getrapt tegen hekwerken en zijn deze hekken opgetild en omvergeduwd. Daarnaast werd er met zwaar vuurwerk, blikjes, flessen, stenen, betonblokken, stoeptegels en andere projectielen gegooid en zijn de spiegels van een ME-voertuig kapot geslagen.
Het hof overweegt dat verdachte onder meer heeft verklaard dat hij naar het gemeentehuis in Geldermalsen is gegaan en dat hij vuurwerk had meegenomen. Ter zitting van de rechtbank heeft hij verklaard dat hij het vuurwerk heeft gegooid om de vergadering te verstoren. Bij het gemeentehuis heeft hij vooraan de hekken gestaan. Het vuurwerk, een nitraat, heeft hij gegooid en het kwam op het dak van het gemeentehuis terecht, waar het is ontploft. Verdachte heeft daarnaast een elektriciteitskabel in zijn handen gehad en hij heeft daarmee een dreigende houding aangenomen.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat hij zag dat verdachte in zijn rechterhand een langwerpig flexibel voorwerp had. Met het voorwerp maakte verdachte een slaande beweging in zijn richting. Verbalisant [verbalisant 1] voelde dat hij geraakt werd, maar hij kan niet verklaren waar hij geraakt werd aangezien hij op hetzelfde moment diverse klappen en stompen voelde van andere mensen.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft gerelateerd dat verdachte vooraan in de groep stond. Verdachte stelde zich agressief op en was uit op een confrontatie.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft gerelateerd dat hij voor het gemeentehuis met een aantal collega’s op linie ging staan. Ze liepen op de groep af die door het hekwerk was gebroken en vorderden hen om weg te gaan. [verbalisant 3] zag verdachte staan en zag dat hij niet uit eigen beweging weg ging. Verdachte maakte een agressieve indruk op [verbalisant 3] .
Gelet op de hiervoor beschreven gedragingen van verdachte is het hof van oordeel dat verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de openlijke geweldpleging die op 16 december 2015 voor het gemeentehuis in Geldermalsen heeft plaatsgevonden. Daarmee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde. Het hof acht daarbij op grond van de verklaring van verbalisant [verbalisant 1] wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de richting van [verbalisant 1] heeft geslagen.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte de raadsvergadering niet heeft willen verhinderen. Verdachte wilde alleen demonstreren. Het opzet van verdachte was niet gericht op het uiteenjagen van de raadsvergadering. De minimale bijdrage die verdachte heeft geleverd, heeft niet geleid tot het uiteenjagen van de vergadering.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daartoe heeft de advocaat-generaal aangevoerd dat de opruiingen en geweldshandelingen van verdachte gericht waren tegen de politiemensen en de door hen beschermde raadsvergadering en dat er is sprake van een causaal verband tussen de geweldshandelingen en de beëindiging van de raadsvergadering. Dit kan niet anders dan opzettelijk zijn gebeurd. Subsidiair kan worden gesteld dat verdachte de aanmerkelijke kans dat de raadsvergadering door zijn optreden zou worden afgebroken of uiteen gejaagd, bewust heeft aanvaard.
Het oordeel van het hof
Het hof overweegt dat er op 16 december 2015 een raadsvergadering plaatsvond in het gemeentehuis van Geldermalsen. Daarbij werd het voorplein van het gemeentehuis door middel van hekken afgesloten. Op een gegeven moment, rond 20:00, toen de raadsvergadering begon, probeerde een opdringerige groep het hek bij het voorterrein te openen. De groep drong het voorterrein op en werd gesommeerd achteruit te gaan, waaraan aanvankelijk gehoor werd gegeven. Daarna werd steeds meer met vuurwerk, bierflessen en andere projectielen richting de politie en het gemeentehuis gegooid. Het hekwerk werd geforceerd door een grote groep die wederom het voorterrein op kwam. De menigte werd opnieuw gesommeerd achteruit te gaan, maar hier werd niet op gereageerd. Hierop heeft de politie een charge uitgevoerd. Daarop volgde een aanval van de mensenmenigte die het gemeentehuis in wilde. De politie voerde wederom een charge uit, waarbij zij werden teruggedrongen tot tegen de hoofdingang van het gemeentehuis.
Omstreeks 20:20 uur arriveerde de te hulp geroepen ME bij het gemeentehuis. De leden van de ME moesten geweld gebruiken om bij de collega’s op het voorterrein van het gemeentehuis te kunnen komen. Voor het hek werd een linie gevormd, maar op een gegeven moment was de ME genoodzaakt zich achter de hekken terug te trekken om de toegangsdeur tot het gemeentehuis te beveiligen. Even later begaven de hekken het en bestormden de demonstranten de ME en het gemeentehuis.
Toen bleek dat de ME de situatie niet meer kon beheersen, is aan de burgemeester medegedeeld dat de veiligheid van de aanwezige mensen in het gemeentehuis niet langer gegarandeerd kon worden. Omstreeks 20:28 nam de burgemeester de beslissing om de vergadering af te breken en moest iedereen voor zijn of haar veiligheid de raadszaal verlaten.
Het hof overweegt dat verdachte bij het gemeentehuis vooraan bij de hekken heeft gestaan. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat de menigte aftelde van 3 naar 1, waarna iedereen naar het hek liep. Verdachte telde ook mee af en liep mee naar voren. Verdachte hoorde dat er steeds vaker werd afgeteld en dat het hek steeds omhoog werd getild. Verdachte zag dat er vuurwerk werd gegooid. Hij heeft toen ook zelf vuurwerk gegooid, dat op het dak van het gemeentehuis terecht kwam. Toen de ME kwam en de groep bij de opening van het hek probeerde weg te krijgen is verdachte eigenwijs blijven staan.
Daarnaast komt uit de hierboven weergegeven verklaringen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] naar voren dat verdachte zich vooraan de groep bevond die door het hekwerk was gebroken en dat hij niet uit eigen beweging weg ging. Verdachte maakte daarbij een agressieve indruk.
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij het vuurwerk gooide om de vergadering te verstoren.
Verdachte heeft, door zo te handelen, tezamen en in vereniging met anderen het geweld gepleegd ten gevolge waarvan de raadsvergadering uiteen is gejaagd. Naar het oordeel van het hof kan het, gelet op de verklaring van verdachte en zijn gedragingen, niet anders zijn dan dat het opzet van verdachte gericht was op het, samen met de groep waar verdachte zich in bevond, uiteenjagen van de raadsvergadering.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte heeft gezegd: “trek je pak maar uit stoere vent, dan lossen we het 1 op 1 wel op” en “luister als jij mij slaat sla ik terug. Ik heb niets gedaan, je moet opdonderen.” De andere bewoordingen in de tenlastelegging heeft verdachte niet geuit. Hetgeen verdachte wel gezegd heeft is geen bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het oordeel van het hof
Verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat verdachte tegenover hem stond met een langwerpig flexibel voorwerp in zijn rechterhand. [verbalisant 1] hoorde verdachte zeggen: “Jou pak ik. Jou trek ik de kop van je romp af. Jou maak ik kapot. Trek je pak maar uit stoere vent dan lossen wij het 1 op 1 wel op.”
Tegenover de politie heeft verdachte verklaard dat hij met de stok in zijn hand een dreigende houding in de richting van een lid van de ME heeft aangenomen. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verdachte verklaard dat de bedreigende woorden zoals die onder feit drie ten laste gelegd zijn, kloppen.
Op grond van de verklaringen van verdachte en hetgeen verbalisant [verbalisant 1] gerelateerd heeft acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dreigend met een slagwapen tegenover [verbalisant 1] heeft gestaan en dat hij de ten laste gelegde bewoordingen geuit heeft.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij op
of omstreeks16 december 2015 te Geldermalsen openlijk, te weten op of aan
een of meeropenbare wegen, gelegen
in/nabij
het centrum en/ofhet gemeentehuis van Geldermalsen,
in elk geval op of aan een openbare weg,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
een of meeraldaar aanwezige dienstdoende politieambtenaren en/of medewerkers van de beveiliging en/of (politie-)voertuigen en/of het gemeentehuis en/of hekwerk/dranghekken, welk geweld bestond uit het ter hand nemen van
een nitraatbom, althans dergelijk-zwaar- vuurwerk, en
/of(vervolgens) het -over het
/dehekwerk
/dranghekken- gooien van
die/dat
nitraatbom/vuurwerk
tegen/op
/in de richting vanhet gemeentehuis en
/ofhet ter hand nemen/houden van een slagvoorwerp (kabel/stok) en
/ofhet met dat slagvoorwerp slaan
tegen en/ofin de richting van een politieambtenaar ( [verbalisant 1] ) en
/ofhet -vanuit de groep- (beledigend/uitdagend) schreeuwen naar die politieambtena
(a)r
(en
)en/of medewerker
(s
)en
/ofhet kapotgooien van (delen van) stenen/stoeptegels/klinkers en/of het gooien van (delen van) stenen/stoeptegels/klinkers en/of flessen en/of (volle) blikjes bier/drank en/of -zwaar- vuurwerk en/of
(een)rookbom
(men)tegen/naar/in de richting van die politieambtena
(a)r
(en
)en/of medewerker
(s
)en/of die/dat (politie-)voertuig(en) en/of het gemeentehuis en
/ofhet slaan, stompen, schoppen en/of (omver-)trekken/duwen van die politieambtena
(a)r
(en
)en/of medewerker
(s
)en
/ofhet omvergooien van, het schoppen/duwentegen en/of trekken aan dat/die hekwerk/dranghekken en
/ofhet getalsmatig versterken van de groep van waaruit geweldshandelingen werden gepleegd en
/ofhet -met de groep- opdringen in de richting van die politieambtena
(a)r
(en
)en/of die medewerker
(s
)en
/ofhet -vanuit de groep- luidkeels provoceren van en/of uitdagend/beledigend schreeuwen naar die politieambtena
(a)r
(en
)en/of die medewerker
(s
);
2:
hij op
of omstreeks16 december 2015 te Geldermalsen, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,door geweld of bedreiging met geweld een vergadering van de raad van een gemeente, te weten een raadsvergadering van de gemeente Geldermalsen over de -mogelijke- komst van een asielzoekerscentrum, uiteen heeft gejaagd
en/of tot het nemen of niet nemen van enig besluit heeft gedwongen en/of een lid, de voorzitter of een wethouder uit die vergadering heeft verwijderd of opzettelijk heeft verhinderd die bij te wonen of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader
(s
)zich hebben
/heeftverzameld voor
/bijhet gemeentehuis en
/of vervolgens een nitraatbom, althans dergelijk-zwaar- vuurwerk, ter hand hebben/heeft genomen en
/of die/dat
nitraatbom/vuurwerk -over het
/dehekwerk
/dranghekken- tegen/op/in de richting van het gemeentehuis hebben/heeft gegooid en
/ofeen slagvoorwerp (kabel/stok) in de hand
hebben/heeft genomen/gehouden en
/ofmet dat slagvoorwerp
hebben/heeft geslagen
tegen en/ofin de richting van een politieambtenaar ( [verbalisant 1] ) en
/of-vanuit de groep- (beledigend/uitdagend) hebben/heeft geschreeuwd naar de aldaar aanwezige dienstdoende politieambtenaren en/of medewerkers van de beveiliging en
/of(delen) van stenen/stoeptegels/klinkers en/of flessen en/of (volle) blikjes bier/drank en/of -zwaar- vuurwerk en/of
(een)rookbom
(men
)tegen/naar/in de richting van die politieambtenaren en/of medewerkers hebben/heeft gegooid en
/ofdie politieambtenaren/medewerkers hebben/heeft geslagen, gestompt, geschopt en/of (omver-)getrokken/geduwd en
/ofeen of meer hiervoor genoemde voorwerpen tegen het gemeentehuis
en/of door een of meer ruiten van (de raadszaal van) het gemeentehuishebben/heeft gegooid en
/ofhekwerk/dranghekken omver hebben/heeft gegooid/getrokken en
/of-luidkeels/uitdagend/beledigend- zijn/is opgedrongen in de richting van die politieambtenaren/medewerkers en
/of(vervolgens) het voorterrein/beveiligd terrein van het gemeentehuis hebben/heeft betreden en
/ofde zogenaamde ME-linie hebben/heeft doorbroken en
/ofzijn/is opgedrongen in de richting van de ingang van het gemeentehuis;
3:
hij op
of omstreeks16 december 2015 te Geldermalsen [verbalisant 1] (agent van politie) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een slagvoorwerp (kabel
/stok) in de hand heeft genomen en
/ofgehouden en
/ofmet dat slagvoorwerp heeft gestaan voor die [verbalisant 1] en/
of (daarmee) naar die [verbalisant 1] heeft gewezen en/of (daarbij)die [verbalisant 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Jou pak ik. Jou trek ik de kop van je romp af. Jou maak ik kapot. Trek je pak maar uit stoere vent, dan lossen wij het 1 op 1 wel op"
en/of "Luister, als jij mij slaat, sla ik terug. Ik heb niets gedaan, je moet opdonderen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van door geweld of bedreiging met geweld een vergadering van de raad van een gemeente uiteenjagen.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De raadsvrouw heeft verzocht een taakstraf op te leggen.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof overweegt dat er op 16 december 2015 ernstig en omvangrijk openlijk geweld is gepleegd bij het gemeentehuis te Geldermalsen. Gelet op de persoonlijke ervaringen van de betrokken politiemensen, zoals die zijn gerelateerd in het procesdossier, was de situatie op 16 december 2015 voor hen zeer gewelddadig, beangstigend en intimiderend. Door een grote woedende mensenmassa van naar schatting meer dan 1.000 personen, waaronder verdachte, zijn de nog geen 70 medewerkers van de basispolitiezorg, de mobiele eenheid en een arrestatie-eenheid ernstig in het nauw gedreven. Sommigen van hen hebben ongeveer 45 minuten - zonder beschermende kleding - stand moeten houden tegen de aanzwellende menigte die hen belaagde. De aanwezige politiemensen hadden tot taak de orde te handhaven en het gemeentehuis en de aldaar aanwezige personen te beschermen. Bij de uitoefening van hun taken zijn zij geslagen en geschopt. Er zijn hekken omver geworpen en er is met zwaar vuurwerk, glaswerk en straatstenen naar hen gegooid. Zij zijn bedreigd en beledigd. In het bijzonder door het rondom hen ontploffende vuurwerk en de naar hen gegooide straatstenen hebben de politiemensen persoonlijk angst gevoeld. Een enkeling vermeldt zelfs bang te zijn geweest zijn kinderen niet meer te kunnen zien. Enkele politiemensen ervaren ten gevolge van de gebeurtenissen slapeloosheid, concentratieverlies, pijn en druk op de oren. Bij één politieambtenaar is door een arts zelfs gehoorschade vastgesteld.
De ME die de politiemensen voor het gemeentehuis te hulp is geschoten, heeft zich, als gevolg van het vele geweld jegens hen bestaande uit onder meer het gooien van vuurwerk, stenen, flessen en blikken bier en betonblokken aanvankelijk moeten terugtrekken. Als gevolg daarvan is de raadsvergadering afgebroken, waarna de raadsleden, de burgemeester en overige aanwezigen zijn geëvacueerd. Daardoor is het democratisch proces verstoord.
Verdachte heeft bijgedragen aan deze geweldsuitbarsting door vuurwerk mee te nemen en dit op het dak van het gemeentehuis te gooien. Verdachte heeft daarnaast een slagwapen in zijn hand gehad, waarmee hij in de richting van een lid van de ME heeft geslagen. Ook heeft hij deze verbalisant bedreigd. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging, het uiteenjagen van de raadsvergadering en bedreiging.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij fulltime werk heeft gevonden als autoschademonteur en dat hij uitzicht heeft op een vast contract. Ter onderbouwing hiervan heeft verdachte ter zitting van het hof een brief van zijn werkgever overgelegd. Verdachte heeft daarnaast schulden en staat onder bewind. Hij is zijn schulden aan het afbetalen. Als verdachte de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf zou moeten uitzitten, zou hij zijn baan en kamer kwijtraken.
Hoewel de ernst van de feiten zonder meer oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt, laat het hof de persoonlijke belangen van verdachte bij het behouden van zijn baan zo zwaar meewegen dat hiervan zal worden afgezien. Alles afwegende, in het bijzonder in aanmerking genomen hetgeen omtrent de persoon van verdachte is gebleken, is het hof van oordeel dat oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van de maximale duur passend en geboden is.

Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 450,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Het hof overweegt daarbij dat de onderbouwing van de vordering deels ziet op het door de gehele groep gepleegde geweld en daarmee een bredere reikwijdte heeft dan de gedragingen van verdachte. Gelet hier op acht het hof een immateriële schadevergoeding van € 250,- redelijk.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Arnhem van 23 februari 2015 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, parketnummer 05-103188-14. Ook heeft het openbaar ministerie de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Arnhem van 9 oktober 2013 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, parketnummer 05-114876-13, gevorderd.
Deze vorderingen zijn in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen dienen te worden toegewezen.
De raadsvrouw heeft verzocht de vorderingen af te wijzen en de proeftijd te verlengen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Naar het oordeel van het hof is niet gebleken dat toewijzing van de vorderingen, die korte vrijheidsstraffen betreffen, verdachte onevenredig zal benadelen. Daarom zal de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straffen worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14g, 14h, 14i, 14j, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 63, 124, 141 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [verbalisant 1] ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 16 december 2015.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [verbalisant 1] , ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 16 december 2015.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem van 23 februari 2015, parketnummer 05-103188-14, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem van 9 oktober 2013, parketnummer 05-114876-13, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Aldus gewezen door
mr. C. Caminada, voorzitter,
mr. J.P. Bordes en mr. K.A.J.M. Wetzels, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. T. Faber, griffier,
en op 27 februari 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 27 februari 2018.
Tegenwoordig:
mr. C. Caminada, voorzitter,
mr. C.C.M. Poland, advocaat-generaal,
mr. T. Faber, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.