Uitspraak
De beslissingen van de kantonrechter
Beoordeling
In beide zaken maakt het proces-verbaal van de openbare zitting van de kantonrechter deel uit van de stukken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissingen van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij de betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, in beroep ging tegen twee administratieve sancties die hem waren opgelegd voor het in strijd met verkeersvoorschriften parkeren van zijn voertuig. De sancties waren opgelegd op 12 april 2014, waarbij de betrokkene tweemaal was bekeurd voor het negeren van het verbod om stil te staan, aangegeven door bord E2. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarop de gemachtigde hoger beroep instelde en vergoeding van kosten verzocht.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de klacht van de gemachtigde over het ontbreken van proces-verbaal van de zittingen feitelijke grondslag mist. Het hof oordeelt dat de gedragingen van de betrokkene zijn vastgesteld en dat de sancties terecht zijn opgelegd. Echter, het hof komt tot de conclusie dat de omstandigheden waaronder de tweede gedraging heeft plaatsgevonden, het opleggen van een administratieve sanctie niet billijken. Het hof matigt de sanctie in de zaak met CJIB-nummer 181168627 tot nihil, terwijl het verzoek tot vergoeding van kosten in de zaak met CJIB-nummer 181168418 wordt afgewezen.
De beslissing van het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de kantonrechter in de eerste zaak, maar vernietigt de beslissing in de tweede zaak, waarbij de betrokkene wordt gecompenseerd voor de gemaakte proceskosten. Het hof benadrukt dat weggebruikers verplicht zijn om gevolg te geven aan verkeerstekens, maar dat in dit specifieke geval de omstandigheden van de tweede overtreding niet tot een sanctie leiden.