ECLI:NL:GHARL:2018:173

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 januari 2018
Publicatiedatum
8 januari 2018
Zaaknummer
21-001600-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mensenhandel met meerdere slachtoffers en misbruik van kwetsbare posities

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor mensenhandel. De verdachte was eerder door de rechtbank Gelderland veroordeeld voor het uitbuiten van meerdere vrouwen, waaronder minderjarigen, door hen te dwingen tot prostitutie en seksueel misbruik. Het hof heeft het hoger beroep van het Openbaar Ministerie (OM) behandeld, dat zich richtte op de vrijspraken in eerste aanleg. De verdachte is beschuldigd van het misbruik maken van de kwetsbare posities van de slachtoffers, die vaak in financiële problemen verkeerden en daardoor onder druk werden gezet om seksuele handelingen te verrichten. Het hof heeft de verklaringen van de slachtoffers, die onder andere getuigenissen van dwang en misleiding bevatten, zorgvuldig gewogen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte herhaaldelijk onveilige seks heeft gehad met de slachtoffers, zonder hun toestemming en zonder gebruik van een condoom, wat heeft geleid tot ernstige inbreuken op hun lichamelijke en seksuele integriteit. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar voor mensenhandel, waarbij het hof de eerdere vrijspraken heeft vernietigd en de bewezenverklaring van de feiten heeft aangepast. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001600-16
Uitspraak d.d.: 5 januari 2018
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 8 maart 2016 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-880013-15 en 05-780074-15, 05-780088-15, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in de PI [plaats] .
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld en dit hoger beroep beperkt tot de feiten zoals deze zijn tenlastegelegd onder parketnummer 05-880013-15 onder 5 en 8, onder parketnummer 05-780074-15 onder 1 en onder parketnummer 05-780088-15.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 december 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. A.S. van der Biezen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen, omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 05-880013-15:
5 primair:
dat hij in of omstreeks de periode van maart en/of april 2014 te Zevenaar en/of andere plaatsen in Nederland ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [naam 1] door dreiging met een feitelijkheid, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, haar pornografische foto's waarop zij herkenbaar stond afgebeeld heeft gezonden met daarbij de tekst: "Kijk eens wat ik nog van je heb", daarmee impliciet haar bedreigend met het via internet openbaar maken van (naakt)foto's van die [naam 1] als ze niet meer voor hem zou willen werken, zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5 subsidiair:
dat hij in of omstreeks de periode van maart en/of april 2014 te Zevenaar en/of andere plaatsen in Nederland, een ander te weten [naam 1] (telkens) door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie (te weten de jonge leeftijd (19 jaar), de financiële problemen, de eenzaamheid en/of de zwakke/gemakkelijk te beïnvloeden persoonlijkheid van die [naam 1] ) heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van die [naam 1] (sub 1), en/of die [naam 1] heeft gedwongen/bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [naam 1] met een derde (sub 9), immers heeft verdachte:
- die [naam 1] ten behoeve van haar prostitutiewerkzaamheden weg gebracht naar haar werkplek waar zij seksuele diensten verrichtte met derden en/of haar van die werkplek opgehaald en/of
- zich door die [naam 1] voor (onder andere) het maken van foto’s, het opstellen en/of plaatsen van een of meer advertentie(s), het regelen van een werkplek en/of genoemd vervoer uit de door haar van derden, waarmee die [naam 1] seksuele handelingen had verricht, ontvangen opbrengsten voor die seksuele handelingen, heeft laten betalen.
8
primair:
dat hij in of omstreeks de periode van mei 2014 tot en met augustus 2014 te Gaanderen en/of andere plaatsen in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door te dreigen een foto van [naam 2] en haar dochtertje op liet internet te plaatsen en daarbij te schrijven dat zij, [naam 2] geld wilde verdienden met seks, [naam 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit liet seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 2] , te weten door zijn penis in de vagina van die [naam 2] te brengen;
8
subsidiair:
dat hij op of omstreeks mei 2014 tot en met augustus 2014 te Gaanderen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [naam 2] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 2] , haar heeft gedreigd om foto’s van haar op het internet te zetten en daarbij te zullen vermelden dat zij geld zou verdienen met seks, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Zaak met parketnummer 05-780074-15 (gevoegd):1 primair:
hij in of omstreeks de periode van augustus tot en met november 2014 te Gaanderen een ander, te weten [naam 3] ,
A)(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of misleiding of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en) en/of misleiding,
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [naam 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [naam 3] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [naam 3] , (sub 6°),
bestaande die/dat dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of misleiding hieruit dat verdachte [naam 3] heeft gezegd dat hij haar ouders zou vertellen dat ze voor hem werkte en/of haar heeft bedreigd met ene Gino en/of tegen haar heeft geschreeuwd en/of haar heeft verteld dat mensen konden verdwijnen en/of dat hij bepaalde krachten had en/of heeft gedreigd of gesuggereerd haar familie iets aan te doen en/of foto's heeft getoond van haar en/of haar familie;
Zaak met parketnummer 05-780088-15 (gevoegd):primair:
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2015 tot en met 20 juni 2015 te Gaanderen en/of Doetinchem en/of Eindhoven en of andere plaatsen in Nederland [naam 4] door dwang, geweld of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd met het oogmerk van (sexuele) uitbuiting, (sub 1°) en/of heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van een dienst of diensten (sub 4),
immers heeft hij
-via WhatsApp contact gehad met [naam 4] en/of
- [naam 4] doen geloven dat hij paranormaal begaafd was en/of
- [naam 4] via WhatsApp getracht over te halen tot het verrichten van sexuele handelingen en/of het met [naam 4] via WhatsApp gehad over het hebben van seks met elkaar en/of
- [naam 4] verzocht om naaktfoto's en/of foto's waarop zij half ontkleed was, welke zij ook gestuurd heeft en/of
- [naam 4] berichten verstuurd dat als zij geen naaktfoto's zou sturen hij haar pijn zou doen (herleven) en/of
- [naam 4] meegenomen naar een bos bij Doetinchem en/of met [naam 4] afgesproken bij een bos in Doetinchem en/of
-zich laten pijpen door [naam 4] en/of [naam 4] andere sexuele handelingen bij of met hem laten verrichten, terwijl die [naam 4] een persoon betreft bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt; (lid 3 onder 2°)
subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2015 tot en met 29 mei 2015 te Gaanderen en/of Eindhoven en/of elders in Nederland door geweld of enige andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid [naam 4] wederrechtelijk heeft gedwongen om foto's te maken en naar hem te sturen waarop [naam 4] (deels) ontkleed is te zien, welk geweld en/of enige andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid bestonden uit het [naam 4] bedreigen (om) haar pijn te doen en/of te suggereren dat hij met zijn paranormale gaven haar pijn zou kunnen doen terugkeren en/of door misbruik te maken van de kwetsbaarheid/niet weerbaarheid van [naam 4] .
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
1.
De feiten [1]
Uit het dossier blijkt het volgende:
Verdachte is op 8 maart 2016 veroordeeld voor mensenhandel ten opzichte van [naam 5] die toen (december 2013 tot en met maart 2014) minderjarig was.
[naam 5] heeft op 10 februari 2015 verklaard dat zij in december 2013 op kamers ging wonen en dat zij toen 16 jaar oud was. Zij is de prostitutie ingegaan en kwam terecht bij verdachte, die wist dat zij minderjarig was. Verdachte haalde haar op met zijn bus en zei tegen haar dat als ze geld wilde verdienen, zij eerst met verdachte naar bed moest. Hij heeft de bus achter het bos geparkeerd en daar hebben ze seks gehad. Verdachte dit deed zonder condoom. Ze weet niet hoeveel klanten ze heeft gehad. Ze moest altijd wel met verdachte naar bed. [2] Verdachte wist dat zij geen seks wilde en toch deed hij het. [3] Op 28 april 2015 heeft [naam 5] verklaard dat ze in de bus ook orale seks met verdachte moest hebben. Hij hing boven haar met zijn piemel en zij moest hem bevredigen. Als ze zei dat ze niet meer wilde drukte hij door en zei dat ze door moest gaan. [4] Hij zei dat ze niet te veel klanten mocht hebben, omdat hij ook nog seks met haar wilde hebben. Voordat er klanten kwamen had ze seks met verdachte en daarna ook weer. Verdachte betaalde haar niet voor de seks. [5] Alle keren dat ze seks had met verdachte, waren onveilig. [6]
Op 29 juni 2015 is [naam 6] gehoord. Zij heeft eerder bij de politie gemeld dat verdachte foto’s van haar online wilde zetten. Dit waren foto’s waarop zij lingerie droeg en waarop haar hoofd te zien was. Zij was voor verdachte aan het werk in Gaanderen. Op enig moment wilde verdachte seks met haar. Zij wilde dat niet en toen wilde verdachte haar foto’s online zetten. [7]
05-880013-15 (feit 5, [naam 1] )
Op 8 april werd [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] ) als getuige gehoord. Zij verklaarde ongeveer vijf weken eerder, begin maart 2014, in contact te zijn gekomen met verdachte. Zij zocht iemand die haar kon helpen met haar financiële problemen en via Seksjobs kwam ze in contact met verdachte. In de advertentie stond dat verdachte meisjes met financiële problemen kon helpen. Toen ze had besloten met verdachte in zee te gaan, zei hij dat hij haar eerst moest uitproberen. Daarmee bedoelde hij dat hij seks met haar wilde hebben. Getuige wist niet of dit normaal was, maar ze heeft het uiteindelijk wel gedaan. Ze hadden seks zonder condoom. Verdachte zei dat hij allergisch voor condooms was. Getuige lag stijf in bed toen ze seks met verdachte had. [8]
Verdachte stelde voor dat ze mannen ging ontvangen. Voor een uur kon ze € 120 vragen waarvan verdachte dan € 40 wilde hebben. Verdachte regelde de advertenties, condooms en werktelefoons. Hij regelde de werknamen (p. 794). [9] Verdachte dwong haar om seks met hem te hebben. Toen zij aangaf dat ze met hem geen seks meer wilde hebben en dat ze de hele gang van zaken met hem zat was, dreigde hij de foto’s die hij van haar had gemaakt via internet te verspreiden. Als haar familie er achter zou komen dat ze in de prostitutie had gewerkt, had ze een groot probleem. [10]
Op 17 april 2014 heeft [naam 1] verklaard dat de eerste dag dat verdachte bij haar thuis kwam, hij tegen haar zei dat hij haar eerst wilde uitproberen om te kijken of ze wel geschikt was. Getuige was daar verbaasd over, maar ze wist niet hoe het werkte omdat ze nooit in dat wereldje had gezeten. Ze had echter geld nodig en daarom heeft ze het met verdachte gedaan. Ze was er niet blij mee maar dacht dat het voor één keer was. Ze denkt dat ze in totaal vier keer seks met verdachte heeft gehad. Hij deed dat als ze alleen met hem was. Ze had niet veel te zeggen en te willen. Zij heeft met verdachte seks gehad in haar woning, in zijn woning in Gaanderen en in Wehl. In Wehl was het meerdere keren. Ze heeft laten merken dat ze het niet wilde. Hij gebruikte ook geen condoom en dat vond ze vies. Hij pakte haar vast en als zij zich wegdraaide, legde hij haar weer neer. Hij zei ook dat het niet erg was wat zij deden en dat het gewoon moest kunnen (p. 813). [11] Zij heeft klanten ontvangen bij verdachte thuis in Gaanderen, in Wehl en in het Campanile hotel in Zevenaar. ’s Ochtends werd ze opgehaald door verdachte en dan reden ze naar Wehl of Zevenaar. Voor het vervoer was ze afhankelijk van verdachte. Zij en verdachte kregen ruzie, omdat verdachte in het hotel in Zevenaar ‘over haar heen ging zonder condoom’. De volgende dag heeft ze hem geappt dat ze er klaar mee was dat hij iedere keer zonder condoom over haar heen ging. Verdachte was hier heel boos over en stuurde haar foto’s waar ze herkenbaar op stond. Dit waren foto’s waarop ze naakt stond. Hij stuurde daarbij de tekst: ‘kijk eens wat ik heb van jou’. Getuige was bang dat die foto’s bekend zouden worden. [12]
Verdachte is op 24 juni 2015 gehoord en heeft toen verklaard dat hij met de [naam 1] een keer onbeschermde seks heeft gehad. [naam 1] heeft klanten ontvangen in Gaanderen en in Wehl. [13] Voor een uur ontving [naam 1] € 120. Daarvan moest ze dan € 40 aan hem afstaan. Voor een half uur ontving ze € 80. Daarvan moest ze € 30 aan hem afstaan . [14] Als [naam 1] moest werken, haalde verdachte haar op. [15] Het klopt dat [naam 1] ook in het hotel in Zevenaar is geweest. [16]
05-880013-15 (feit 8, [naam 2] )
Op 29 juni 2015 werd [naam 2] gehoord. Zij heeft op een gegeven moment via seksjobs.nl op een advertentie van ene ‘Rico’ (naar later bleek: verdachte) gereageerd, omdat ze dringend geld nodig had. Ze hadden afgesproken dat zij € 150 zou krijgen als zij seks met hem had. Zij twijfelde echter of ze zou gaan. Verdachte dreigde toen haar profielfoto op internet (op de ‘fakerslijst’) te zetten en erbij te vermelden dat zij geld wilde verdienen met seks. Zij stond samen met haar dochtertje op die profielfoto. Het voelde als chantage en zonder die foto zou ze niet zijn gegaan. Verdachte heeft haar opgehaald en ze hebben seks gehad, maar ze heeft hier nooit geld voor ontvangen, zoals wel was afgesproken. [17] Op de bij verdachte inbeslaggenomen mobiele telefoon zijn WhatsApp berichten aangetroffen van verdachte en aangeefster. Uit deze berichten blijkt dat verdachte dreigde foto’s van aangeefster op internet te zetten, als zij niet naar hem toe kwam. Uit het WhatsApp bericht van 8 mei 2014 te 11:22 uur blijkt dat verdachte een foto met daarop afgebeeld aangeefster en haar kind naar haar heeft gestuurd. [18]
Uit verdere WhatsApp‑berichten komt naar voren dat aangeefster geld tegoed had van verdachte, maar dat hij de gemaakte afspraken daarover met haar niet nakomt. [19]
Ter zitting van de rechtbank heeft verdachte verklaard dat hij seks met [naam 2] heeft gehad, zonder condoom. Over de ‘fakerslijst’ heeft verdachte gezegd dat iemand die faked op de ‘fakerslijst’ wordt gezet.
05-780074-15 ( [naam 3] )
Op 22 juli 2015 werd [naam 3] als getuige gehoord. Zij verklaarde dat ze op enig moment op Seksjobs een advertentie van verdachte las. In die advertentie stond een mooi verhaal, namelijk dat verdachte een gezelligheidsdame zocht in ruil voor geld: € 250 per date. [naam 3] had geen geld en wilde geld verdienen. Zij heeft met verdachte afgesproken. Anders dan ze van plan was heeft ze meteen tijdens de eerste afspraak bij hem thuis seks gehad. Ze kreeg echter niet van hem betaald. Daarna hebben ze nog een aantal keren seks gehad, zonder dat zij er voor betaald kreeg. Zij heeft tegen hem gezegd dat ze het wel vreemd vond dat ze geen geld kreeg, terwijl ze het wel hadden afgesproken. Hij stelde toen voor dat zij thuis zou gaan ontvangen. Hij zei dat ze daar veel geld mee kon verdienen. Hij heeft foto’s van haar gemaakt. [20] Deze foto’s werden geplaatst op Seksjobs, Kinky en Speurders. Verdachte heeft haar [naam 7] genoemd. Van verdachte kreeg ze een telefoon en prepaidkaart. Zij moest verdachte in het begin € 50 per dag geven, maar later moest ze hem steeds meer geld geven. Verdachte wilde seks met haar zonder te betalen. Als zij weigerde, begon hij haar te dreigen dat hij het haar ouders zou vertellen. [21]
Ze heeft dingen gedaan die ze niet wilde. Verdachte dwong haar hem te pijpen. Als ze dat niet wilde en hem wegduwde, werd hij boos. Hij dreigde dan dat hij het haar ouders en familie zou vertellen. De volgende dag ging ze weer naar hem, omdat hij haar berichtjes bleef sturen en dan werd ze bang dat hij het haar ouders zou vertellen. Verder zei verdachte dat hij de gegevens van [naam 3] zou doorsturen naar ene Gino. Gino zat in de mensenhandel. [naam 3] was bang dat ze dan echt achter de ramen gezet zou worden en echt gedwongen zou worden. [22] Ze heeft een soa opgelopen en dat moet wel van verdachte zijn. Verdachte gebruikte namelijk geen condoom. Verdachte wilde geen condoom gebruiken, omdat hij daar allergisch voor zou zijn. [23]
Op 4 augustus 2015 deed [naam 3] aangifte tegen verdachte. Verdachte wist dat ze geldproblemen had. [24] Zij had op Seksjobs zijn advertentie gevonden. Daarin stond dat hij eenzaam was en een gezelligheidsdame zocht voor een drankje, een filmpje en eventueel seks. Voor iedere date zou hij € 250 betalen. Hij had gezegd dat hij begin 30 was. Aangeefster was toen zelf 22 of 23 jaar oud. [25] Ze heeft zonder condoom seks gehad met verdachte. In eerste instantie hield aangeefster vol niet zonder condoom seks te willen, maar verdachte werd toen boos en zei dat ze niet moest zeuren. Hij was namelijk niet vruchtbaar. [26] Ze heeft een aantal keren seks met hem gehad en toen kwam het voorstel dat ze geld kon verdienen met thuisontvangst. Aangeefster heeft tegen verdachte gezegd dat thuisontvangst niet was wat ze wilde. Ze wilde niet een hoer worden die met iedereen naar bed ging. Verdachte zei haar dat als ze dat niet zou doen, ze nooit uit de schulden zou komen. Ook zei hij haar dat hij haar ouders zou bellen om tegen hen te zeggen dat zij haar lichaam verkocht. Zij had toen geen goede band met haar ouders en geen vrienden en vriendinnen. Ze was heel erg alleen en hij speelde op haar gevoel in (p. 1301). [27]
Verdachte deed ook wel lieve dingen. Hij luisterde wel naar haar als ze verdrietig was en als ze in problemen zat, hielp hij haar, maar vervolgens kwam altijd die seks om de hoek kijken. Hij wilde seks met haar, maar zij niet met hem.
Verdachte heeft foto’s van haar gemaakt voor de advertentie. Hij vertelde haar hoe ze moest gaan zitten. [28]
Verdachte zorgde voor haar veiligheid als ze klanten op bezoek had, maar vervolgens wilde hij seks met aangeefster. Verdachte zorgde voor de veiligheid van aangeefster en aangeefster moest voor verdachte zorgen; zijn seksuele behoeften bevredigen.
Telepino@live.nl was het account voor de advertenties en was door verdachte aangemaakt. [29] Ze heeft in augustus tot en met november 2014 voor verdachte gewerkt. [30]
Aangeefster werkte bij verdachte thuis in Gaanderen. Het klopt dat verdachte haar in zijn macht had. Ze heeft best wel vaak seks met verdachte gehad. Als aangeefster zei dat hij haar moest betalen, wilde hij dat niet en hadden ze toch seks. Ze kan zich twee keer herinneren dat ze moest huilen, omdat ze hem moest pijpen en hij ‘hem er maar bleef inhangen’. Zij lag op haar rug en hij hing er boven. Zij kon geen kant op (p. 1319). [31]
Bij de rechter-commissaris heeft [naam 3] verklaard dat als zij klanten had ontvangen, zij met verdachte naar bed moest. Verdachte drukte haar keel dicht en daarna moest ze hem pijpen. [32]
Door een verbalisant is onderzoek gedaan naar advertenties die via het IP‑adres van verdachte zijn verstuurd. Veel advertenties waren aangemaakt onder de naam ‘ [naam 7] ’. Er zijn in totaal 51 advertenties aangemaakt waarin ‘ [naam 7] ’ zichzelf aanbiedt voor seks. Deze advertenties zijn aangemaakt tussen 10 augustus 2014 en 20 oktober 2014. De laatste wijziging heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2014. [33]
Naar aanleiding van de aangifte van [naam 3] heeft de verbalisant gezocht naar advertenties aangeleverd vanaf het e-mailadres [e-mailadres] . Dat leverde onder meer de volgende advertentietekst op:
‘Ben jij een alleenstaande vrouw en heb je financiële hulp nodig? Dan kan ik je suikeroom zijn. (…) Ik zal goed voor je zorgen, zowel op financieel als op sexgebied. (…) Ik zal zorgen dat je niets tekort komt en betaal je € 250 per keer. (…)’. [34]
Op 9 juli 2015 werd [getuige 1] , de toenmalige partner van verdachte, als getuige gehoord. Over verdachte verklaarde zij dat ze weet dat hij via de sites Seksjobs, Kinky en Speurders met vrouwen in contact komt en dat hij zich voordoet als suikeroom. Verdachte weet iedereen makkelijk over te halen. Hij kan mooi praten en je trapt er in. Verdachte vertelde haar dat hij in Gaanderen meiden in zijn huis in de prostitutie had werken. Hij was in de schuur om ze te beschermen. Hij vertelde dat hij foto’s van de meiden maakte en dat hij hielp met het bemiddelen van klanten. [35] Zij kent [naam 3] . Zij kwam een keer huilend bij hen thuis om te vertellen dat ze getest was op gonorroe, waarna verdachte zich ook heeft laten testen en dit ook bleek te hebben. [36]
Ter zitting van rechtbank heeft verdachte verklaard dat [naam 3] in zijn woning in Gaanderen prostitutiewerkzaamheden verrichtte, dat hij een deel van de opbrengst kreeg en dat hij een aantal keren seks heeft gehad met [naam 3] . [37]
05-780088-15 ( [naam 4] )
[naam 4] is in 1991 geboren en heeft een Wajong‑uitkering in verband met een licht verstandelijke beperking.
Gedurende studioverhoren bij de politie heeft aangeefster [naam 4] onder meer het volgende verklaard:
Aangeefster leerde verdachte kennen via [getuige 2] Eindhoven. Aangeefster had contact met verdachte via Facebook en later via WhatsApp. De gesprekken op WhatsApp gingen iedere keer over seks. Verdachte wilde dat zij naaktfoto’s van haar bovenkant en onderkant zou maken. Aangeefster heeft deze foto’s gemaakt en opgestuurd, omdat verdachte te opdringerig werd en zij van het gezeur af wilde zijn.
Er werd een afspraak gemaakt dat [getuige 2] en aangeefster naar verdachte zouden gaan. De afspraak was dat aangeefster met de vriendin van verdachte en haar dochter zou praten. Ook was er afgesproken om een fotoshoot te doen in het bos.
Op 18 juni 2015 zijn aangeefster en [getuige 2] naar verdachte gegaan. Vervolgens zijn ze met z’n drieën naar het bos gegaan voor een fotoshoot. Verdachte wilde dat aangeefster hem zou zuigen. Aangeefster wilde dit niet. Uiteindelijk heeft zij hem afgetrokken en gepijpt, omdat hij maar bleef doordrammen en ze van het gezeik af wilde zijn. Aangeefster had het gevoel dat verdachte de macht over haar had.
Uit een proces-verbaal van bevindingen van de politie blijkt dat aangeefster [naam 4]
contact met verdachte heeft gehad via twee verschillende telefoonnummers. Verdachte bracht veelvuldig het onderwerp seks te sprake tijdens WhatsApp-gesprekken. Uit de berichten blijkt onder meer dat verdachte naaktfoto’s wil hebben. Aangeefster wil dit eigenlijk niet, maar verdachte voert de druk op dat zij deze foto’s moet maken. Verdachte dreigt onder meer dat hij de pijn terug laat komen als ze de naaktfoto’s niet stuurt.

2.Het standpunt van de advocaat-generaal

05-880013-15 (feit 5, [naam 1] )
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vrijspraak ten aanzien van het primair tenlastegelegde.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot bewezenverklaring van sub 1 en sub 9. Verdachte wilde aan [naam 1] verdienen en hij wist, althans moest weten dat aangeefster zich in een uitbuitingssituatie bevond, en in ieder geval niet werkte vanuit de positie van een mondige prostituee.
05-880013-15 (feit 8, [naam 2] )
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om het primair tenlastegelegde bewezen te kunnen verklaren.
De verklaringen van aangeefster worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Aangeefster geeft aan dat verdachte tegen haar zei dat hij haar WhatsApp-foto van haar profiel had gehaald en dreigde om deze foto op internet te zetten met de tekst erbij dat zij geld wilde verdienen met seks. Door het dreigen met de foto heeft verdachte aangeefster gedwongen om seks met hem te hebben.
05-780074-15 ( [naam 3] )
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om het tenlastegelegde bewezen te kunnen verklaren. Er bevinden zich in het dossier geen specifieke verklaringen die bevestigen dat verdachte [naam 3] onder druk heeft gezet. Deze werkwijze van verdachte vertoont echter grote overeenkomsten met de wijze waarop verdachte met andere meisjes is omgegaan. Door het gebruikmaken van schakelbewijs kan ondersteuning worden gevonden voor de verklaringen van aangeefster.
05-780088-15 ( [naam 4] )
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om het primair tenlastegelegde bewezen te kunnen verklaren. Verdachte heeft door misbruik te maken van de kwetsbare positie van [naam 4] , haar gedwongen/ bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van een dienst, te weten het pijpen van verdachte. Er kan, gelet op artikel 273f, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr), worden gesproken van uitbuiting in de zin van seksuele uitbuiting, in dit geval het eigen gerief. Doordat verdachte door misbruik te maken van de kwetsbare positie van [naam 4] haar heeft gedwongen/bewogen om hem te pijpen, heeft hij haar lichamelijke integriteit geschonden.
Mocht het hof van oordeel zijn dat mensenhandel niet kan worden bewezen, dan kan in ieder geval de subsidiair tenlastegelegde dwang bewezen worden.

3.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de integrale vrijspraak van de verdachte bepleit en daartoe het volgende aangevoerd:
05-880013-15 (feit 5, [naam 1] )
De rechtbank heeft terecht overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat [naam 1] in een kwetsbare positie verkeerde. Nergens blijkt uit dat zij haar wil niet in vrijheid kon bepalen en of bovengemiddeld kwetsbaar was.
05-880013-15 (feit 8, [naam 2] )
De zaak voldoet niet aan het bewijsminimumvereiste. De foto die verdachte heeft gebruikt betrof een publieke foto die voor iedereen toegankelijk was. Er is geen bewijs dat er sprake was van een tweede telefoon waarmee gecommuniceerd zou zijn en de inhoud van deze communicatie zoals voorgesteld door het openbaar ministerie is puur speculatief.
05-780074-15 ( [naam 3] )
Op grond van het dossier kan niet overtuigend worden bewezen dat verdachte door dwang,
geweld, dreiging met geweld of een andere feitelijkheid [naam 3] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, haar heeft gedwongen of bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van deze seksuele handelingen of opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [naam 3] . Haar verklaring wordt niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Uit de in het dossier opgenomen WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [naam 3] blijkt in zijn geheel niet van enige vorm van dwang of dreiging.
05-780088-15 ( [naam 4] )
De bewijsmiddelen bieden onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen bewijzen dat verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van de seksuele uitbuiting van [naam 4] .
Er is géén sprake van handelingen verricht door verdachte gericht op seksuele uitbuiting of van het in juridische zin werven van/voor genot.

4.Het oordeel van het hof

4.1.
Vrijspraken
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05‑880013-15 onder 5 primair, het in de zaak met parketnummer 05-880013-15 onder 8 primair en 8 subsidiair en in de zaak met parketnummer 05-780088-15 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
4.1.1.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 05-880013-15 (feit 5 primair, [naam 1] )
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde is het hof met de advocaat-generaal en de raadsman van oordeel dat dit dient te leiden tot een vrijspraak. Weliswaar blijkt uit de verklaring van [naam 1] dat verdachte haar (naakt)foto’s van haarzelf heeft gestuurd, maar niet blijkt dat verdachte dit deed met het doel om [naam 1] haar werkzaamheden in de prostitutie te laten voortzetten.
4.1.2.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 05-880013-15 (feit 8, [naam 2] )
Het hof is van oordeel dat op grond van het dossier niet overtuigend bewezen kan worden dat verdachte aangeefster – door middel van bedreiging met een feitelijkheid – heeft gedwongen om seks met hem te hebben. Om te kunnen spreken van dwang in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht dient het te gaan om een feitelijkheid die zo bedreigend is dat het slachtoffer er door gedwongen wordt en hier geen weerstand aan kon bieden (zie ook: Kamerstukken II 1988/89, 20 930, nr. 5, p. 17). Het hof is van oordeel dat het naar de aangeefster sturen van een profielfoto van aangeefster zonder seksuele context met de mededeling van verdachte dat hij haar op een fakerslijst zou zetten, haar weliswaar heeft bewogen om na aanvankelijke twijfel toch een seksafspraak met verdachte te maken, maar niet een zodanige ernstige dreiging is geweest dat gesteld kan worden dat aangeefster hier geen weerstand aan kon bieden en zij op die manier gedwongen werd seks met verdachte te hebben.
Daarnaast zijn er geen aanknopingspunten dat verdachte na de eerste ontmoeting heeft geprobeerd om aangeefster onder druk te zetten om opnieuw met hem af te spreken voor een seksdate, zodat verdachte ook van het subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
4.1.3.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 05-780088-15 ( [naam 4] )
Het hof zal verdachte tevens vrijspreken van het ten aanzien van parketnummer 05‑780088‑15 primair tenlastegelegde. De weergegeven gebeurtenissen leveren onvoldoende aanknopingspunten op om tot een bewezenverklaring van uitbuiting zoals bedoeld in artikel 273f Sr te kunnen komen.
Voor zover de tenlastelegging ziet op artikel 273f lid 1 Sr sub 4 geldt dat slechts tot een bewezenverklaring kan worden gekomen indien bewezen kan worden dat sprake is geweest van uitbuiting. [38] Het hof is het met de advocaat-generaal eens dat ook sprake kan zijn van seksuele uitbuiting als het seksueel misbruik ten behoeve van het eigen gerief plaatsvindt. Evenwel is het hof van oordeel dat niet elke vorm van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting oplevert in de zin van artikel 273f lid 1 sub 4 Sr. Of sprake is van seksuele uitbuiting is onder meer afhankelijk van de wijze waarop het misbruik plaatsvindt, de aard en de frequentie van dat misbruik en van de persoon van het slachtoffer.
Uit de feiten en omstandigheden is gebleken dat verdachte een keer aangeefster heeft overgehaald om hem af te trekken en te pijpen. Zij heeft dat gedaan om ‘van het gezeik af te zijn’. Ofschoon aangeefster vanwege haar licht verstandelijke beperking kan worden aangemerkt als kwetsbaar, zijn de seksuele handelingen, die eenmalig hebben plaats gevonden en de omstandigheden waaronder (namelijk na en door aandringen van verdachte) niet zodanig dat gesproken kan worden van uitbuiting in de zin van artikel 273f lid 1 sub 4 Sr.
Daarnaast biedt het dossier ook onvoldoende bewijs om bewezen te kunnen verklaren dat verdachte het oogmerk had op uitbuiting van aangeefster in de toekomst. Niet is gebleken dat verdachte van plan was met aangeefster vaker seks te hebben.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde is het hof eveneens van oordeel dat tot een vrijspraak dient te worden gekomen.
Weliswaar heeft verdachte via de WhatsApp contact gehad met [naam 4] en haar doen geloven dat hij paranormaal begaafd was, heeft hij getracht haar over te halen tot het verrichten van seksuele handelingen bij hem en heeft hij haar verzocht om naaktfoto’s en gedreigd haar pijn te doen (door middel van zijn paranormale gave) als zij deze foto’s niet zou sturen, maar deze feiten en omstandigheden bieden onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen spreken van dwang, te minder daar aangeefster in het studioverhoor van 15 februari 2016 niet verklaart dat zij deze handelingen heeft verricht door de dreiging van verdachte met zijn paranormale gaven, zoals ten laste is gelegd, maar om van het gezeur van verdachte af te zijn.
4.2.
Bewezenverklaring
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 05-880013-15 onder 5 subsidiair en het in de zaak met parketnummer 05-780074-15 onder 1 tenlastegelegde wordt weersproken door de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen. [39] Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
4.2.1.
Ten aanzien van [naam 3] (05-780074-15)
Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij [naam 3] seksueel (artikel 273f lid 1 sub 4 Sr) en financieel (artikel 273f lid 1 sub 9 Sr) heeft uitgebuit en dat hij voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [naam 3] (artikel 273f lid 1 sub 6 Sr).
Sub 4
Hoewel het begrip uitbuiting niet expliciet is genoemd in artikel 273f lid 1 sub 4 Sr, dient het hier wel te worden ingelezen. Het betreft aldus een impliciet bestanddeel.
Volgens artikel 273f lid 2 Sr omvat uitbuiting ten minste uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten en dergelijke.
Zoals het hof hierboven reeds heeft aangegeven kan seksueel misbruik ten behoeve van het eigen gerief onder omstandigheden een vorm van seksuele uitbuiting zijn.
Aangeefster is via een door verdachte geplaatste advertentie met hem in contact gekomen. Volgens die advertentie zocht verdachte een gezelschapsdame en wilde hij per date € 250 betalen. Aangeefster, die schulden had, was bereid met verdachte seks te hebben voor € 250 per keer. Het ging echter anders. Verdachte had seks met haar zonder dat ze hiervoor een vergoeding kreeg en aangeefster had seks met andere mannen die haar hiervoor betaalden (zij het veel minder dat € 250 per afspraak), terwijl zij een deel van die verdiensten afstond aan verdachte. Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat zij wel bereid was om tegen betaling seks te hebben met één man, maar dat zij geen seks wilde hebben met allerlei verschillende mannen. Dat zij hier toch aan begon kwam omdat zij hiertoe werd bewogen door verdachte.
Behalve dat aangeefster door verdachte is bewogen prostitutiewerkzaamheden te verrichten, maakte verdachte gebruik van het lichaam van aangeefster ten behoeve van zijn eigen seksuele lusten. In het begin vond er meermalen seks plaats tussen verdachte en aangeefster als gevolg van misleiding door verdachte. Als gevolg van de door verdachte geplaatste advertentie was aangeefster immers in de veronderstelling dat zij van verdachte € 250 per date zou krijgen. Dat was echter niet het geval. Verdachte heeft haar nooit betaald voor de seks die hij met haar had. Uit de andere hierboven weergegeven verklaringen blijkt dat verdachte vrouwen die (voor hem) in de prostitutie werkzaam waren of waarmee hij anderszins door de site Seksjobs in contact was gekomen, niet betaalde voor de seks die hij met ze had. Hieruit leidt het hof af dat verdachte nimmer van plan was om aangeefster te betalen voor de seks die hij met haar had. Door het plaatsen van de advertentie heeft hij aangeefster misleid en onder valse voorwendselen haar naar zijn woning gelokt en seks met haar gehad.
Ook in de fase dat aangeefster zich prostitueerde, had verdachte (onbetaalde) seks met aangeefster, ondanks het feit dat aangeefster dat niet wilde en verdachte dit moet hebben geweten, bijvoorbeeld omdat aangeefster tijdens die seksuele handelingen huilde. Bij het hebben van seks met aangeefster gebruikte verdachte geen condoom met volgens aangeefster als gevolg dat zij een geslachtsziekte opliep. Aangeefster werd in eerste instantie door verdachte bewogen seks met hem te hebben als gevolg van misleiding en later door dwang of andere feitelijkheden zoals het feit dat aangeefster een aantal keren geen kant op kon omdat verdachte boven haar hing of lag. Ook heeft aangeefster verklaard dat verdachte haar begon te dreigen met het informeren van haar ouders over het feit dat zij haar lichaam verkocht als zij geen seks wilde hebben met verdachte. Dit is een bedreiging met een feitelijkheid.
Vanwege het feit dat verdachte verspreid over een periode van ongeveer vier maanden meermalen onbeschermde seks met aangeefster tegen haar zin heeft gehad als gevolg van misleiding van aangeefster en als gevolg van dwang of (bedreiging met) andere feitelijkheden, heeft verdachte naar het oordeel van het hof aangeefster seksueel uitgebuit.
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van hetgeen hem ten aanzien van [naam 3] was tenlastegelegd, omdat haar verklaring niet werd ondersteund door enig ander bewijsmiddel.
Het hof ziet dit anders, waarbij een rol speelt dat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd in die zin dat de misleiding als middel is toegevoegd en waarbij mogelijk een rol speelt dat het hof de seksuele uitbuiting niet beperkt tot de prostitutiewerkzaamheden van [naam 3] , maar daarbij ook betrekt het seksueel misbruik dat verdachte van [naam 3] maakte.
Ten aanzien van het seksueel misbruik geldt dat dit in eerste instantie plaatsvond nadat verdachte aangeefster door middel van een advertentie had misleid. Die advertentie of een advertentie met vergelijkbare misleidende tekst bevindt zich in het dossier en het betreft dus een ondersteuning voor de verklaring van aangeefster met betrekking tot de misleiding. Voorts blijkt uit de hierboven opgenomen verklaringen dat verdachte seks had met (jonge) vrouwen die voor hem in de prostitutie werkten, zonder dat hij die vrouwen hiervoor betaalde en ongeacht hun wensen met betrekking tot het seksuele contact met verdachte. Ook als die vrouwen geen seks met hem wilden, vond er seks plaats. Het seksueel misbruik van vrouwen die voor verdachte in de prostitutie werkten was structureel. Het seksueel misbruik van [naam 3] door verdachte past binnen het patroon en de verklaringen van andere vrouwen waaruit het structurele van dat misbruik blijkt, acht het hof derhalve ook redengevend voor de seksuele uitbuiting van [naam 3] .
Onderdeel van het seksueel misbruik was het feit dat verdachte geen condoom wenste te gebruiken. Daarover hebben [naam 5] , [naam 1] en [naam 3] verklaard. Bij [naam 3] heeft dat volgens haar verklaring geleid tot een geslachtsziekte. De toenmalige partner van verdachte heeft verklaard dat [naam 3] haar heeft verteld over die geslachtsziekte, waarna ook verdachte zich heeft laten testen. Uit die test bleek dat verdachte leed aan dezelfde geslachtsziekte. In die zin vormt ook de verklaring van de toenmalige partner van verdachte een bevestiging voor hetgeen [naam 3] heeft verklaard ten aanzien van de seksuele uitbuiting.
Ten aanzien van de prostitutiewerkzaamheden geldt dat niet wordt betwist dat aangeefster zich heeft geprostitueerd en dat verdachte daar financieel van heeft geprofiteerd. Aangeefster heeft verklaard dat zij zich heeft geprostitueerd omdat zij door verdachte onder druk werd gezet. Verdachte zou haar hebben gedreigd informatie over [naam 3] (namelijk dat zij haar lichaam voor geld verkocht) aan derden te verstrekken.
Hoewel ook uit door anderen afgelegde verklaringen blijkt dat verdachte ten opzichte van dames die voor hem in de prostitutie werkten een machtspositie had omdat hij de beschikking had over gevoelige informatie (waaronder foto’s) en dat hij dreigde die informatie te openbaren als die dames niet deden wat hij wilde (zoals het hebben van seks met de verdachte), blijkt uit die verklaringen niet dat verdachte die machtspositie gebruikte om die dames de prostitutie in te krijgen of te houden. In het algemeen werkten de dames vrijwillig in de prostitutie en konden zij een groot deel van hun inkomsten houden. In zoverre kan hetgeen door [naam 3] is verklaard ten aanzien van de wijze waarop zij is bewogen tot prostitutie niet geplaatst worden binnen een patroon, terwijl ook uit de onderlinge WhatsAppberichten die zich in het dossier bevinden niet blijkt dat aangeefster door verdachte onder druk werd gezet om zich te prostitueren. Gelet daarop is het hof van oordeel dat het dossier, voor zover het gaat om uitbuiting binnen de prostitutie, onvoldoende steun biedt voor de belastende verklaring van aangeefster.
Het hof is aldus van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte [naam 3] seksueel heeft uitgebuit voor zover het gaat om de seksuele handelingen tussen verdachte en [naam 3] , maar niet voor zover het gaat om de door [naam 3] verrichte prostitutiewerkzaamheden.
Sub 6
Voor zover het hof de seksuele uitbuiting bewezen acht, geldt dat verdachte hier geen geld voor heeft ontvangen. Weliswaar zou betoogd kunnen worden dat verdachte kosten heeft bespaard omdat hij gratis seks had met iemand die in de prostitutie werkte en in die zin voordeel heeft gehad, maar het hof zal niet kiezen voor een dergelijke interpretatie, met name omdat een dergelijke interpretatie niet aan de orde is geweest tijdens de zitting (zoals wel het geval is geweest ten aanzien van de vraag of seksuele uitbuiting ook betrekking kan hebben op seksueel misbruik ten behoeve van het eigen gerief) en partijen zich daarover dus ook niet hebben kunnen uitlaten, terwijl het niet zo is (voor zover het hof bekend) dat een dergelijke uitleg reeds (breed) in de rechtspraak is geaccepteerd. Het hof merkt nog op dat als het wel tot de hierboven genoemde extensieve interpretatie was gekomen, dit geen invloed had gehad op de strafhoogte, dan wel de hoogte van het toe te wijzen bedrag aan de benadeelde partij.
Sub 9
Gelet op hetgeen [naam 3] heeft verklaard zou tot een bewezenverklaring van sub 9 kunnen worden gekomen. Maar ook hier geldt dat haar verklaring niet zodanige steun vindt in andere bewijsmiddelen dat het hof de overtuiging heeft bekomen dat het is gegaan zoals [naam 3] heeft verklaard.
4.2.2.
Ten aanzien van [naam 1] (05-880013-15, feit 5 subsidiair)
Volgens de gewijzigde tenlastelegging wordt verdachte subsidiair verweten dat hij [naam 1] door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting (sub 1) en dat hij [naam 1] bewogen heeft hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen (sub 9).
Subsidiair tenlastegelegde (sub 9)
Ten aanzien van sub 9 dient te worden bewezen dat [naam 1] geld heeft verdiend met seksuele werkzaamheden en dat zij dit of een deel daarvan aan verdachte heeft gegeven als gevolg van het misbruik dat verdachte heeft gemaakt van haar kwetsbare positie of het overwicht dat verdachte op aangeefster had.
Hoewel voldoende is gebleken dat [naam 1] zich in een kwetsbare positie bevond, verdachte overwicht op haar had, zij verdiensten had uit seksuele werkzaamheden en verdachte hiervan een deel kreeg, is onvoldoende komen vast te staan dat verdachte het geld van [naam 1] kreeg, omdat hij misbruik maakte van de kwetsbare positie van [naam 1] , dan wel van het overwicht dat hij op [naam 1] had.
Verdachte heeft verklaard dat hij de werkzaamheden van [naam 1] faciliteerde en ongeveer een derde van de verdiensten ontving. Hij vervoerde [naam 1] , plaatste advertenties en regelde werkplekken. Niet is gebleken (en ook is niet tenlastegelegd) dat [naam 1] zich prostitueerde als gevolg van een in artikel 273f lid 1 sub 1 Sr genoemd dwang- of beweegmiddel. Verder is niet komen vast te staan dat het geld dat verdachte van [naam 1] ontving niet passend was voor de werkzaamheden die hij ten behoeve van haar prostitutiewerkzaamheden verrichtte. Het enkele feit dat [naam 1] kwetsbaar was en verdachte een overwicht op haar had, betekent nog niet dat het afstaan van geld aan verdachte met zich brengt dat verdachte in dat opzicht misbruik heeft gemaakt van die kwetsbare positie en zijn overwicht op [naam 1] .
Het hof zal verdachte vrijspreken van dit onderdeel van het subsidiair tenlastegelegde.
Subsidiair tenlastegelegde (sub 1)
Net als [naam 3] werd [naam 1] seksueel misbruikt door verdachte. Zij moest onbetaalde en onveilige seks hebben met verdachte, terwijl zij dat niet wilde. Dat verdachte en [naam 1] seks met elkaar hadden, terwijl [naam 1] dat niet wilde was een gevolg van de kwetsbaarheid van [naam 1] en het (fysieke) overwicht dat verdachte op [naam 1] had. Toen [naam 1] verdachte ontmoette was zij 19 jaar oud en verdachte 47 jaar. Zij had geen ervaring in de prostitutie en had vanwege financiële problemen contact gezocht met verdachte die haar wegwijs kon maken in de prostitutiewereld en zodoende behulpzaam kon zijn bij het oplossen van haar financiële problemen. Zij heeft zich bij het eerste seksuele contact met verdachte laten overrompelen door verdachte, die zei dat hij haar wilde uitproberen om te kijken of ze geschikt was voor het prostitutiewerk. Aan haar houding moet verdachte gemerkt hebben dat [naam 1] het niet prettig vond om seks met verdachte te hebben. Na de eerste keer had verdachte vaker seks met [naam 1] ondanks het feit dat [naam 1] dit niet wilde en verdachte dit moet hebben gemerkt. Veerman heeft waargenomen dat verdachte seks wilde met [naam 1] en dat hij haar bleef benaderen ondanks het feit dat [naam 1] van zich afsloeg. Verdachte gebruikte geen condoom als hij seks had met [naam 1] . Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij met [naam 1] seks heeft gehad zonder condoom.
Het meerdere keren hebben van seks met een persoon die aangeeft dat niet te willen, waarbij bovendien sprake is van onbeschermde seks en waarbij het tot seksuele handelingen komt als gevolg van misbruik van een kwetsbare positie van die persoon en misbruik van overwicht op die persoon, is een vorm van seksuele uitbuiting. Reeds voordat verdachte aangeefster ontmoette was sprake van een patroon van onbetaalde en (door die vrouwen) niet gewenste seks met vrouwen die voor verdachte in de prostitutie werkten. Dat aangeefster niet aan dat patroon zou ontsnappen, bleek al uit de eerste ontmoeting die zij met verdachte had. Ze had onveilige seks met verdachte terwijl ze geen seks met hem wilde. Na die eerste ontmoeting heeft verdachte haar vervoerd naar plaatsen waar ze zich niet alleen prostitueerde, maar ook (passend in het patroon en dus volgens plan) seks moest hebben met verdachte. Naar het oordeel van het hof heeft verdachte aangeefster zodoende door misbruik van een kwetsbare positie en het overwicht dat hij op haar had vervoerd met het oogmerk van uitbuiting, waarbij die uitbuiting bestond uit het meermalen seksueel misbruiken van [naam 1] door verdachte.
Het hof komt tot een bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde voor zover dit ziet op sub 1.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-880013-15 onder 5 subsidiair en het in de zaak met parketnummer 05-780074-15 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 05-880013-15:
5 subsidiair:
hij in
of omstreeksde periode van maart en/
ofapril 2014
te Zevenaar en/of andere plaatsenin Nederland, een ander te weten [naam 1] (telkens) door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/
ofdoor misbruik van een kwetsbare positie (te weten de jonge leeftijd (19 jaar), de financiële problemen, de eenzaamheid en/of de zwakke/gemakkelijk te beïnvloeden persoonlijkheid van die [naam 1] ) heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van die [naam 1] (sub 1),
en/of die [naam 1] heeft gedwongen/bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [naam 1] met een derde (sub 9),immers heeft verdachte:
- die [naam 1]
ten behoeve van haar prostitutiewerkzaamhedenweg gebracht naar haar werkplek waar zij seksuele diensten verrichtte
met derden en/of haar van die werkplek opgehaald en/of
- zich door die [naam 1] voor (onder andere) het maken van foto’s, het opstellen en/of plaatsen van een of meer advertentie(s), het regelen van een werkplek en/of genoemd vervoer uit de door haar van derden, waarmee die [naam 1] seksuele handelingen had verricht, ontvangen opbrengsten voor die seksuele handelingen, heeft laten betalen.
Zaak met parketnummer 05-780074-15 (gevoegd):1:
hij in
of omstreeksde periode van augustus tot en met november 2014 te Gaanderen een ander, te weten [naam 3] ,
A) (telkens) door dwang,
geweld of (een)andere feitelijkhe
(i)d(en
) en/ofmisleiding of
doordreiging met
geweld of (een
) anderefeitlijkhe(
i)d(en)
en/of misleiding,
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [naam 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard(sub 4°)
en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [naam 3] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [naam 3] , (sub 6°),bestaande die/dat dreiging met
geweld en/of anderefeitelijkheden
en/of misleidinghieruit dat verdachte [naam 3] heeft gezegd dat hij haar ouders zou vertellen dat ze voor hem werkte
en/of haar heeft bedreigd met ene Gino en/of tegen haar heeft geschreeuwd en/of haar heeft verteld dat mensen konden verdwijnen en/of dat hij bepaalde krachten had en/of heeft gedreigd of gesuggereerd haar familie iets aan te doen en/of foto's heeft getoond van haar en/of haar familie.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaken met parketnummers 05-880013-15 onder 5 subsidiair en 05-780074-15 onder 1 bewezen verklaarde levert op (telkens):
mensenhandel, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De advocaat-generaal heeft primair gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van zes maanden, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege wordt opgelegd. De advocaat-generaal heeft daartoe verwezen naar de recente dubbelrapportage omtrent de persoon van verdachte die ten behoeve van een andere strafzaak is opgesteld.
Subsidiair heeft de advocaat-generaal verzocht om aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting om alsnog een dubbelrapportage in onderhavige zaak op te laten stellen.
Meer subsidiair heeft de advocaat-generaal gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren met als bijzondere voorwaarden soortgelijke voorwaarden als door de rechtbank zijn opgelegd, inclusief een contactverbod met aangeefster [naam 4] , met de dadelijke tenuitvoerlegging van deze bijzondere voorwaarden.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij het bepalen van de straf voor mensenhandel gaat het hof uit van vergelding, speciale en generale preventie als strafdoelen.
Ten aanzien van de vergelding geldt dat verdachte meermalen tegen de zin van [naam 3] en [naam 1] seks met hen heeft gehad, terwijl hij daarbij geen condoom gebruikte. Het gaat hier om een ernstige inbreuk op de autonomie en de lichamelijke en seksuele integriteit van [naam 3] en [naam 1] .
Ten aanzien van mensenhandel zijn nog geen oriëntatiepunten ontwikkeld, wel is er een oriëntatiepunt ten aanzien van verkrachting bij welk delict het eveneens gaat om inbreuk op de hierboven genoemde belangen. Uitgangspunt bij verkrachting is een gevangenisstraf van 24 maanden (per slachtoffer).
Ten aanzien van de persoon van de verdachte en het recidivegevaar is het volgende van belang:
Verdachte is bij (het onherroepelijk gedeelte van het) vonnis van 8 maart 2016 wegens mensenhandel ten opzichte van een minderjarige en poging tot verkrachting van een andere minderjarige veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden.
Uit het over verdachte opgemaakte psychologisch rapport van 6 oktober 2015, opgemaakt door drs. D. Beuker, forensisch psycholoog, komt naar voren dat er bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een aandachtstekortstoornis van het gecombineerde type. Daarnaast is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens door de aanwezigheid van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en van antisociale trekken en zwakbegaafdheid.
De kans op recidive wordt als hoog ingeschat en ter verkleining van de kans op herhaling wordt een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek noodzakelijk bevonden. Geadviseerd wordt om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te houden.
In verband met een nieuwe verdenking zijn er nieuwe rapportages over verdachte opgesteld. In een rapport van 16 november 2017 van psychiater Dinjens wordt onder meer het volgende gesteld:
‘Er is sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale kenmerken. Er is een kwetsbare intellectuele coping, mogelijk op het niveau van een verstandelijke beperking. De persoonlijkheid imponeert als matig uitgerijpt, kinderlijk en kwetsbaar. De coping is primitief. Er is sprake van externaliseren, ontkennen, loochenen, idealiseren en devalueren. (…) Er is een verminderd normbesef (…). De empathische vermogens en gewetensfunctie zijn verminderd.’
De deskundige adviseert om bij een bewezenverklaring een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde ambulante behandeling bij een forensische polikliniek. Een behandeling in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden is overwogen, maar werd niet als opportuun ingeschat, gezien de relatief geringe behandelgeschiedenis en mogelijkheden tot behandeling binnen een minder zwaar kader. Verdachte zou voldoende gemotiveerd zijn voor behandeling.
De psycholoog komt in zijn rapport van 3 november 2017 tot een gelijkluidend advies.
Uit het aanvullend reclasseringsadvies van 21 november 2017 blijkt dat verdachte inmiddels vervolgd wordt en gedetineerd is voor feiten die soortgelijk zijn aan de feiten die in deze zaak bewezen zijn verklaard. De rapporteur is van mening dat (voor de nieuwe zaak) in verband met het recidivegevaar een terbeschikkingstelling met voorwaarden een beter kader biedt dan een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden en adviseert om de mogelijkheid van terbeschikkingstelling met voorwaarden te onderzoeken.
In het reclasseringsadvies van 19 december 2017 (ten behoeve van de nieuwe zaak en in verband met een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis) wordt opgemerkt dat de officier van justitie onderzoek naar de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden niet zinvol vindt, omdat verdachte daar niet aan wil meewerken en er onvoldoende bodem is voor een terbeschikkingstelling met dwangverpleging gelet op het feit dat de gedragsdeskundigen die maatregel een ‘brug te ver’ vinden. Rapporteur heeft gesproken met personen die eerder betrokken waren bij een ambulante behandeling van verdachte. De polikliniek zou grote twijfels hebben om de ambulante behandeling te kunnen uitvoeren. Verdachte ziet zich namelijk niet als dader en praten over het delict zou dan ook niet goed mogelijk zijn. Er is onvoldoende vertrouwen in het plan met ambulante behandeling en toezicht om dit in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis te adviseren.
Ten aanzien van de in deze zaak bewezenverklaarde feiten heeft de verdachte op de zitting van het hof op 22 december 2017 niet willen verklaren. Aldus is (ook toen) niet gebleken dat verdachte het kwalijke van zijn handelingen inziet.
Gelet op hetgeen is gebleken omtrent de persoon van verdachte en zijn houding ten opzichte van de bewezenverklaarde feiten, gaat het hof uit van gevaar voor recidive.
Het hof is van oordeel dat het opleggen van een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege, zoals geëist, nu (nog) niet aan de orde is. Voordat verdachte de bewezenverklaarde feiten pleegde, was hij niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Verder geldt dat aan verdachte voor het onherroepelijk deel van het vonnis van 8 maart 2016 bijzondere voorwaarden zijn opgelegd waaronder het ondergaan van een ambulante behandeling. Aan die voorwaarden is nog geen uitvoering gegeven.
Het subsidiaire verzoek van de advocaat-generaal om aanhouding van de zaak ten behoeve van het laten opmaken van een dubbelrapportage zal om bovengenoemde redenen eveneens worden afgewezen.
Het hof acht gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en uit oogpunt van speciale preventie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee jaar passend en geboden. Het hof ziet geen aanleiding voor het opleggen vaneen deels voorwaardelijke gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden vanwege hetgeen hierboven is opgemerkt ten aanzien van het deel van het vonnis dat reeds onherroepelijk is. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft het hof er rekening mee gehouden dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is.
Vordering van de benadeelde partij [naam 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 14.100,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-780074-15 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen. Ten aanzien van de gevorderde materiële schade wordt verdachte vrijgesproken van de onderdelen die betrekking hebben op de materiële schade, zodat de benadeelde partij voor dat deel van de vordering niet kan worden ontvangen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [naam 4]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.320,77. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780088-15 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 63 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Wijst af het verzoek om aanhouding ten behoeve van het opstellen van een dubbelrapportage.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-880013-15 onder 5 primair, 8 primair en 8 subsidiair en in de zaak met parketnummer 05-780088-15 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-880013-15 onder 5 subsidiair en het in de zaak met parketnummer 05‑780074-15 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-880013-15 onder 5 subsidiair en het in de zaak met parketnummer 05-780074-15 onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaar.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [naam 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 3] ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780074-15 onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening en verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de immateriële schade op 30 november 2014.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [naam 3] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780074-15 onder 1 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van €
1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente op 30 november 2014.
Vordering van de benadeelde partij [naam 4]
Verklaart de benadeelde partij [naam 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. N.C. van Lookeren Campagne, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M.M. van der Waerden, griffier,
en op 5 januari 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar
2.Proces-verbaal van verhoor van [naam 5] , opgemaakt door verbalisanten R.J.A. Tomesen en G.M. Nijenkamp, p. 82.
3.Idem, p. 83.
4.Proces-verbaal van verhoor van [naam 5] , opgemaakt door verbalisanten G.M. Nijenkamp en D.M. Minnen, p. 94.
5.Idem, p. 96.
6.Idem, p. 97.
7.Proces-verbaal van verhoor van [naam 6] , opgemaakt door verbalisanten M. Pol en E. E. B. Siebelink-Marcus, p. 191.
8.Proces-verbaal van verhoor van [naam 1] , opgemaakt door verbalisanten M. Koning-Weinands en R.J.A. Tomesen, p. 793.
9.Idem, p. 794.
10.Idem, p. 795.
11.Proces-verbaal van verhoor van [naam 1] , opgemaakt door verbalisanten G.A.H. Nijland en H.J. Tielbaard, p. 813.
12.Idem, p. 817.
13.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt door verbalisanten G.A.H. Nijland en G.J. Hendriks, p. 826.
14.Idem, p. 827.
15.Idem, p. 828.
16.Idem, p. 829.
17.Proces-verbaal van verhoor van [naam 2] , opgemaakt door verbalisanten G.A.H. Nijland en E.E.B. Siebelink-Marcus, p. 1229.
18.Een schriftelijk bescheid, zijnde een uitdraai van een WhatsApp gesprek, p. 1276.
19.Idem, p. 1277.
20.Proces-verbaal van verhoor van [naam 3] , opgemaakt door verbalisanten D. Bredius en M.H. Wartel van Epen, p. 1291.
21.Idem, p. 1292
22.Idem, p. 1293.
23.Idem, p. 1294.
24.Proces-verbaal van verhoor van [naam 3] , opgemaakt door verbalisanten L. Wanschers en M.H. Wartel van Epen, p. 1298.
25.Idem, p. 1299.
26.Idem, p. 1300.
27.Idem, p. 1301.
28.Idem, p. 1302.
29.Idem, p. 1304.
30.Idem, p. 1305.
31.Proces-verbaal van verhoor van [naam 3] , opgemaakt door verbalisanten L. Wanschers en M.H. Wartel van Epen, p. 1319.
32.De verklaring van de getuige [naam 3] , afgelegd bij de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Gelderland, d.d. 21 januari 2016.
33.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant S. Bruil, p. 1385.
34.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant R.J.A. Tomesen, p. 1398.
35.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] , opgemaakt door verbalisant E.E.B. Siebelink-Marcus en M. Weinands, p. 1435.
36.Idem, p. 1437.
37.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Gelderland van 22 en 23 februari 2016.
39.Het hof acht slechts de bewijsmiddelen redengevend voor zover deze zijn voorzien van een voetnoot.