Uitspraak
1.[appellant1] ,
2. [appellante2] ,
3. [appellante3] ,
4. [appellant4] ,
5. [appellant5] ,
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
2. [geïntimeerde2] ,
3. [geïntimeerde3] ,
4. [geïntimeerde4] ,
5. [geïntimeerde5] ,
[geïntimeerden] c.s.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep met betrekking tot gebreken in de dakconstructie van een woning. De appellanten, die in eerste aanleg eisers waren, stelden dat er sprake was van kraak- en knalgeluiden die het normaal gebruik van de woning belemmerden. Het hof oordeelde dat de aanwezigheid van deze geluiden bewezen was, en dat het tegenbewijs van de geïntimeerden niet geleverd was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat volledige vervanging van het dak niet nodig was, maar dat volstaan kon worden met het aanbrengen van een viltlaag. Het hof bevestigde deze conclusie en oordeelde dat de kosten voor herstel van het gebrek, die door deskundigen waren vastgesteld, toewijsbaar waren. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 12.308,57, inclusief wettelijke rente. Het hof compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan op 20 februari 2018.