Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 20 september 2017 bestreden, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De vader, verweerder in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht om de ondertoezichtstelling te handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige [de minderjarige1] sinds 2010 onder toezicht staat en dat de situatie van de ouders problematisch is, met een aanhoudende strijd en een slechte communicatie. Ondanks verbeteringen in de situatie van de moeder, zijn de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige1] nog steeds aanwezig. Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn en dat de continuïteit van de hulpverlening noodzakelijk is. De verzoeken van de vader om de GI ambtshalve te wijzigen en om [de minderjarige2] onder toezicht te stellen zijn niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en de vader in zijn verzoeken niet-ontvankelijk verklaard.