Uitspraak
ATMP,
de Coöperatie,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
9 oktober 2013 te vernietigen en opnieuw rechtdoende, verkort weergegeven, de vorderingen van de Coöperatie in conventie alsnog af te wijzen, en de vorderingen van ATMP in reconventie alsnog toe te wijzen, en daarbij voor recht te verklaren dat de buitengerechtelijke ontbinding van de mantelovereenkomst zoals namens de Coöperatie verstuurd op
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
Daargelaten wordt dan nog dat ATMP haar – door de Coöperatie betwiste – stelling dat overname van de financial leaseovereenkomsten met ABN AMRO automatisch zou leiden tot beëindiging van de huurovereenkomsten die ATMP met de Coöperatie had, niet naar behoren heeft onderbouwd.
Dat ATMP op andere wijze niet in staat zou zijn gesteld haar verplichtingen uit de huurovereenkomsten jegens de Coöperatie na te komen, is door haar niet gesteld, terwijl daar ook overigens niet van is gebleken. Van schuldeisersverzuim aan de zijde van de Coöperatie is dan ook geen sprake.
De grieven 2, 3, 4 en 5 falen.
De grieven 6 en 7 falen.
Grief 8 faalt.
grieven 11 en 12zien op de vordering in reconventie. Nu is vastgesteld dat de Coöperatie niet onrechtmatig heeft gehandeld, is de gevorderde vergoeding van de schade als gevolg van de invordering van de auto's terecht afgewezen en ATMP in de proceskosten in reconventie veroordeeld.
5.De beslissing
9 oktober 2013, behoudens voor zover is toegewezen een bedrag van € 32.439,50 vermeerderd met de contractuele rente van 4,25% per maand, vernietigt dit vonnis in zoverre en doet in zoverre opnieuw recht;