Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: betrokkene,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderbewindstelling van de goederen van betrokkene, geboren in 1994. Betrokkene had eerder bij de rechtbank Noord-Nederland verzocht om onderbewindstelling van haar goederen, maar dit verzoek was afgewezen. In hoger beroep heeft betrokkene verzocht om vernietiging van deze beschikking en om benoeming van [B] als bewindvoerder. Het hof heeft vastgesteld dat [B] niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, maar heeft hem wel als informant gehoord. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de geestelijke toestand van betrokkene in overweging genomen, waaronder een diagnose van ADD en de gevolgen daarvan voor haar vermogen om haar financiën te beheren. Het hof concludeert dat betrokkene niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen en dat een onderbewindstelling noodzakelijk is. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en benoemt [B] tot bewindvoerder, met als doel de zelfredzaamheid van betrokkene te vergroten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.