Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 5 mei 2015 in de gemeente Utrecht, (in uitoefening van een beroep of bedrijf) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 210 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 5 mei 2015 in de gemeente Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [energiemaatschappij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen elektriciteit/goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Overweging met betrekking tot het bewijs
Verweer strekkende tot bewijsuitsluiting
Bewezenverklaring
hij
op een of meer tijdstippen in ofomstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 5 mei 2015 in de gemeente Utrecht,
(in uitoefening van een beroep of bedrijf)opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad(in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van
(in totaal
)ongeveer 210 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij
op een of meer tijdstippen in ofomstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 5 mei 2015 in de gemeente Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
(grote)hoeveelheid elektriciteit,
in elk geval enig goed,geheel
of ten deletoebehorende aan [energiemaatschappij] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdie
/datweg te nemen elektriciteit
/goed(eren)onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
en/of verbreking.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [energiemaatschappij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [energiemaatschappij]
€ 1.760,06 (duizend zevenhonderdzestig euro en zes cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 492 (vierhonderdtweeënnegentig euro)niet-ontvankelijk in de vordering.
€ 1.760,06 (duizend zevenhonderdzestig euro en zes cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.