In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, een vader, was eerder veroordeeld voor mishandeling van zijn babyzoon, die op dat moment 8 weken oud was. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zittingen op 6 september 2016 en 6 december 2018 heeft het hof de zaak opnieuw onderzocht. De advocaat-generaal vorderde bewezenverklaring van de mishandeling en een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 16 november 2011, terwijl hij alleen thuis was met zijn zoontje, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht aan het kind door hem te slaan en te schudden. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de zwaarste aanklachten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de meer subsidiaire aanklacht van mishandeling. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de eerdere veroordelingen van de verdachte.