Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
2011 [de minderjarige] (verder te noemen: [de minderjarige] ) geboren.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over een minderjarige, geboren uit de inmiddels verbroken relatie tussen de vader en de moeder. De ouders waren sinds de relatiebreuk in 2013 niet in staat om op een constructieve manier samen te werken in het belang van hun kind. De moeder had in 2013 een verzoek ingediend om het gezamenlijk gezag te beëindigen en alleen met het gezag over de minderjarige te worden belast. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat er geen structurele omgang tussen de vader en de minderjarige heeft plaatsgevonden. Ondanks verschillende hulpverleningspogingen is het de ouders niet gelukt om gezamenlijk gezag op een behoorlijke wijze uit te oefenen. Het hof concludeert dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat het in het belang van het kind noodzakelijk is dat de moeder alleen met het gezag wordt belast. De beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2018, die het gezamenlijk gezag beëindigde, is door het hof bekrachtigd. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.