Het hof stelt vast dat partijen de invulling van de inspanningsverplichting in de koopovereenkomst niet nader hebben uitgewerkt, anders dan dat koper in ieder geval bij één erkende geldverstrekkende bankinstelling een aanvraag diende te doen om de voor de aankoop van de woning benodigde financiering te verkrijgen. Verkoopster heeft gesteld dat koper niet heeft voldaan aan de op hem rustende inspanningsverplichting om de benodigde financiering te verkrijgen. Koper heeft immers, aldus verkoopster, niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze zijn financieringsaanvraag bij BLG Wonen tot stand is gekomen en of koper daarbij alle relevante gegevens aan BLG Wonen heeft verstrekt.
Koper heeft gemotiveerd verweer gevoerd en toegelicht wat hij heeft gedaan om hypothecaire financiering te krijgen. Koper heeft onbetwist gesteld dat hij zich tot de makelaar van verkoopster heeft gewend met de vraag waar hij nog financiering zou kunnen krijgen. De makelaar verwees hem naar Waterman Financieel Advies dat in hetzelfde pand als de makelaar is gevestigd. Vervolgens heeft koper Waterman Financieel Advies ook ingeschakeld om zijn financieringsmogelijkheden te onderzoeken.
Bij brief van 10 augustus 2017 van [medewerker] van Waterman Financieel Advies wordt het volgende vermeld over de inspanningen om financiering te verkrijgen:
(…)
De heer [geïntimeerde] is begin 2015 voor het eerst bij ons op kantoor geweest om de hypotheekmogelijkheden te onderzoeken.
Aangezien hij arbeid verricht via een uitzendorganisatie is dit namelijk niet altijd mogelijk en omdat wij als hypotheekadviseur op de hoogte zijn van de (on)mogelijkheden hebben wij aangegeven dat op basis van zijn gemiddelde inkomen over 3 jaar het als uitzendkracht wel degelijk mogelijk is om een hypotheek af te sluiten en een huis te kopen. Op basis van zijn gemiddelde inkomen kon de heer [geïntimeerde] een hypotheek krijgen van € 132.811,- met de bijkomende voorwaarde dat de lopende financiering werd afgelost, de heer [geïntimeerde] gaf aan dat de verkoopopbrengst van zijn auto voldoende zal zijn om de financiering af te lossen.
Het huis wat de heer [geïntimeerde] op het oog had was duurder en daarom op voorhand niet haalbaar. Op basis hiervan heeft de heer [geïntimeerde] een gesprek gehad met het bedrijf waarvoor hij werkzaam was en naar aanleiding hiervan heeft het bedrijf midden februari aangegeven en de intentie uitgesproken hem een dienstverband voor bepaalde tijd aan te bieden met de intentie dat deze bij gelijkblijvend functioneren zou worden opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Deze toezegging is voor een hypotheek aanvraag voldoende om met het werkelijke inkomen
inkomen te toetsen en hierdoor was het voor de heer [geïntimeerde] mogelijk geworden een woning te kopen voor € 139.000,- en deze plus kosten te financieren. Op basis van deze intentie heeft de heer [geïntimeerde] de woning gekocht en ons verzocht een hypotheek aan te vragen die op dat moment na het aflossen van de lopende financiering haalbaar leek.
De hypotheek is daarom ook op basis van zijn huidige salaris aangevraagd. De werkgever van de heer [geïntimeerde] had ondertussen echter zijn uitzendkrachtovereenkomst beëindigd en tot ieders grote verrassing geen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangeboden maar hem simpel gezegd ontslagen. Hierdoor was het verkrijgen van een hypotheek voor de koopsom en kosten onhaalbaar geworden.
Omdat de heer [geïntimeerde] de koop liever niet wou ontbinden is hij met alle mogelijke moeite op zoek gegaan naar een nieuwe baan met het vooruitzicht hierdoor de woning wel te kunnen afnemen en de koop niet te ontbinden wat gezien ontstane situatie de enige mogelijkheid was.
Met veel moeite is het de heer [geïntimeerde] gelukt een nieuwe baan te vinden, zijn nieuwe werkgever heeft op de tweede werkdag een werkgeversverklaring ingevuld op basis waarvan de hypotheek weer haalbaar zou worden. Met deze informatie en vooruitzichten zijn de ontbindende voorwaarden in overleg met de makelaar en verkoper verlengd.
Omdat het gebruikelijk is, dat indien iemand recent in dienst van een werkgever is gekomen er door de bank om een arbeidsovereenkomst wordt verzocht was dat hier ook het geval. Hieruit bleek dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst maar het een uitzendovereenkomst betrof. Op basis hiervan wordt er in de hypotheekaanvraag weer rekening gehouden met het gemiddelde inkomen over de afgelopen 3 jaar en was de maximale hypotheek van € 132.811 niet voldoende om de koopsom te financieren. Dit is voor de bank dan ook de reden geweest om de hypotheek aanvraag af te wijzen.
Ondertussen had de heer [geïntimeerde] een koper voor zijn auto om de financiering af te lossen en nog steeds had de heer [geïntimeerde] de intentie de woning af te nemen, door op zoek te gaan naar een andere werkgever. Door overleg met de verkoopster, haar zoon, ons als hypotheekadviseur en de makelaar heeft hij met het verlengen van de ontbindende voorwaarden nog 1 maand de tijd gekregen om een oplossing te vinden. Helaas is dit niet gelukt en is de koop op 18 mei 2015 ontbonden door middel van een schrijven met daarbij de afwijzing van de bank. Het is gebruikelijk dat de exacte reden van afwijzing omwille van de privacy niet vermeld staat.
(…)