ECLI:NL:GHARL:2018:11042

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 december 2018
Publicatiedatum
19 december 2018
Zaaknummer
WAHV 200.238.740
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Beswerda
  • mr. Wijmenga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van sanctiebeschikking wegens onvoldoende bewijs van gedraging in milieuzone

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie van € 90,- die was opgelegd wegens het rijden in een milieuzone. De sanctie was gebaseerd op een foto die het voertuig van de betrokkene toonde, gefotografeerd bij het verlaten van de milieuzone. De foto toonde echter alleen de achterkant van de bebording die het einde van de milieuzone aangaf, waardoor het hof oordeelde dat niet kon worden vastgesteld dat het voertuig daadwerkelijk binnen de milieuzone was geweest.

De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar het hof kwam tot de conclusie dat de bewijsvoering onvoldoende was. De advocaat-generaal had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de schriftelijke toelichting van de betrokkene. Tijdens de zitting op 5 december 2018 was de betrokkene niet verschenen, maar was de advocaat-generaal vertegenwoordigd. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verbalisant niet voldoende was om de gedraging vast te stellen, vooral omdat de betrokkene specifieke feiten had aangedragen die twijfels opriepen over de juistheid van de verklaring.

Uiteindelijk vernietigde het hof de beslissing van de kantonrechter, verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de sanctiebeschikking. Tevens werd de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die op € 13,60 werden vastgesteld. Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Wijmenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

WAHV 200.238.740
19 december 2018
CJIB 206123145
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 12 maart 2018
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding. Er is daarnaast gevraagd om de zaak op een zitting van het hof te behandelen.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 5 december 2018. De betrokkene is niet verschenen. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. [B] .

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “handelen ism geslotenverklaring voor mrvtgen op neer dan 2 wielen, bord C6 bijlage I RVV 1990 (milieuzone)”, welke gedraging zou zijn verricht op 17 maart 2017 om 10.37 uur op de Damstraat te Utrecht met het voertuig met het kenteken [YY-YY-00] .
2. De betrokkene voert aan dat onvoldoende vaststaat dat de gedraging is verricht. Op de foto van de gedraging ziet de betrokkene alleen maar verkeersborden op de rug. Via Google Maps heeft hij de locatie van de gedraging getraceerd, maar daar zijn geen milieuzoneborden te zien. De betrokkene wil graag wettig en overtuigend bewijs dat hij in de milieuzone gereden heeft en niet alleen maar bewijs dat het aannemelijk is dat zijn auto daar is geweest. Daarnaast stelt de betrokkene dat de officier van justitie buiten de termijn heeft beslist op het administratief beroep. De betrokkene is niet in kennis gesteld van het verlengen van de beslistermijn.
3. In Wahv-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
4. Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houden de gegevens in het zaakoverzicht -kort samengevat- in dat is geconstateerd dat het voertuig van de betrokkene heeft gehandeld in strijd met een geslotenverklaring.
5. Verder bevat het dossier een aanvullend proces-verbaal waarin de verbalisant onder meer verklaart:
“Ter hoogte van de Damstraat te Utrecht is het voertuig met het kenteken [YY-YY-00] waargenomen in de milieuzone door het automatische kentekenregistratiesysteem van de vaste camera's. Deze camera scant voertuigen die in de Utrechtse milieuzone komen, waarna wordt bekeken of de voertuigen aan de milieuzone regels voldoen. De milieuzone van de gemeente Utrecht wordt aangeduid door de borden volgens C6 met onderbord met daarop de tekst 'voor dieselauto's van voor 1-1-2001'. Deze borden staan op ieder punt waar je de milieuzone binnenrijdt. Het is niet mogelijk de milieuzone binnen te rijden zonder dit bord te passeren.
Op vrijdag 17 maart 2017 omstreeks 10.37 uur werd het voertuig door het camerasysteem gefotografeerd.”
6. Bij het proces-verbaal is een foto van de gedraging gevoegd waarop een voertuig met het kenteken [YY-YY-00] is te zien. Verder is een plattegrond van het centrum van Utrecht bijgevoegd waarop is aangegeven waar de milieuzone is. Daarbij is aangegeven op welke plekken verkeersborden staan en waar mogelijkheden zijn om voor de milieuzone af te slaan of te keren. Daarnaast zijn door de advocaat-generaal uitdraaien van Google Maps bijgevoegd van de locatie van de gedraging waarop de bebording te zien is.
7. Naar oordeel van het hof kan niet worden vastgesteld dat de gedraging is verricht. Uit het dossier en wat door de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal is aangevoerd ter zitting, is gebleken dat het voertuig bij het verlaten van de milieuzone zou zijn gefotografeerd. Het voertuig van de betrokkene is vanaf de voorkant gefotografeerd. Op de foto van de gedraging is schuin achter het voertuig de achterkant van bebording te zien. Gebleken is dat dit bebording betreft waarmee het einde van de milieuzone wordt aangeduid. Dit betekent dat de positie van het voertuig zoals dat is te zien op de foto, net buiten de milieuzone is. Namens de advocaat-generaal is aangevoerd dat het voertuig wel in de milieuzone moet zijn geweest wanneer het op die plek gefotografeerd wordt. Hoewel dat
waarschijnlijk is, kan op basis van de foto echter niet worden vastgesteld dat het voertuig daadwerkelijk in de milieuzone is geweest. Ook op grond van de overige stukken in het dossier kan dat niet worden vastgesteld.
8. Nu niet kan worden vastgesteld dat de gedraging is verricht, kan de inleidende beschikking niet in stand blijven. Het hof zal dan ook de beslissing van de kantonrechter vernietigen, het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigen. De overige bezwaren van de betrokkene behoeven geen bespreking meer.
9. Het hof acht termen aanwezig voor het toekennen van een proceskostenvergoeding voor de reiskosten die de betrokkene heeft gemaakt voor het bijwonen van de zitting van de kantonrechter
.Ingevolge artikel 2, eerste lid, onder c, van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden reiskosten vergoed overeenkomstig artikel 11, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit tarieven in strafzaken 2003. Ingevolge die bepaling wordt een tarief vergoed waarvan de hoogte gelijk is aan de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse. Dit komt neer op een bedrag van € 13,60 ( [A] - Utrecht v.v.).

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie, alsmede de beschikking waarbij onder
CJIB-nummer 206123145 de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 van de Wahv tot zekerheid
is gesteld door de advocaat-generaal aan hem wordt gerestitueerd;
veroordeelt de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, ter hoogte van € 13,60.
Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Wijmenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.