Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak betreft het een hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie en de uitleg van een convenant tussen partijen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 15 november 2017, waarin de bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 19 juli 2017 op nihil is vastgesteld. De vrouw betwist de uitleg van een niet-wijzigingsbeding en de toepassing van een zorgkorting door de rechtbank. Het huwelijk van partijen is ontbonden op 23 augustus 2006, en zij hebben samen twee minderjarige kinderen. In het echtscheidingsconvenant van 19 juli 2006 zijn afspraken gemaakt over de kinderalimentatie, die later zijn gewijzigd. De man heeft verweer gevoerd tegen de grieven van de vrouw en verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen niet-wijzigingsbeding is overeengekomen en dat de zorgkorting van 25% correct is toegepast. De grieven van de vrouw falen, en het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.