ECLI:NL:GHARL:2018:10933

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 december 2018
Publicatiedatum
17 december 2018
Zaaknummer
21-005924-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Midden-Nederland inzake mishandeling, belaging en bedreiging met verminderd toerekeningsvatbare verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 oktober 2017. De verdachte, geboren in 1990, was eerder veroordeeld voor mishandeling en bedreiging. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van de terechtzittingen op 8 oktober en 28 november 2018. De verdachte is beschuldigd van meerdere feiten, waaronder mishandeling van zijn halfzus en haar vriend, belaging van zijn vader en stiefmoeder, en bedreiging van deze personen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden en een contactverbod. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals behandeling en contactverboden. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, maar dat de ernst van de feiten een hogere straf rechtvaardigt. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van zijn slachtoffers, wat heeft geleid tot angst en letsel. Het hof heeft de verdachte een combinatie van vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd, waaronder een contactverbod en een locatieverbod, en heeft de maatregelen dadelijk uitvoerbaar verklaard.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005924-17
Uitspraak d.d.: 12 december 2018
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank
Midden-Nederland van 18 oktober 2017 met parketnummer 16-659708-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1990] ,
ingeschreven te [adres 1] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 8 oktober 2018 en 28 november 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde en tot oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met het bevel tot verpleging van overheidswege, met dien verstande dat de totale duur van de tbs is gemaximeerd tot vier jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens de verdachte door zijn raadsvrouw, mr. W.C. Alberts, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft de verdachte bij vonnis van 18 oktober 2017, waartegen het hoger beroep is gericht, veroordeeld ter zake van het onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank aan de verdachte de maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 2 jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en een gebiedsverbod met betrekking tot het adres (en de directe omgeving van de) [adres 2] en het adres (en de directe omgeving van de) [adres 3] , met 2 weken vervangende hechtenis voor elke overtreding van de maatregel, met een maximale totale duur van de vervangende hechtenis van 6 maanden. De rechtbank heeft tevens bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt en daarmee samenhangend tot een andere kwalificatie. Het hof zal voorts aan de verdachte een andere straf opleggen. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 19 mei 2017 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk mishandelend [slachtoffer 4] (met kracht) meermalen, althans éénmaal,
- tegen haar (linker)hand heeft geschopt/getrapt en/of
- op/tegen haar hoofd heeft gestompt/geslagen en/of
- tegen haar ribben/romp heeft geschopt/getrapt,
waardoor voornoemde [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 19 mei 2017 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk mishandelend [slachtoffer 5] (met kracht) meermalen, althans éénmaal, in/tegen zijn ribben/romp heeft geschopt/getrapt, waardoor voornoemde [slachtoffer 5] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 juni 2017 te [plaats 2] en/of [plaats 3] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , door meerdere malen per dag te bellen en/of meerdere malen per dag (een grote hoeveelheid) (dreigende) berichten en/of WhatsAppberichten te sturen aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , waaronder: "Vast zetten betekend afstand doen van een familie lid" en/of "Jullie zijn kanker domme mensen he" en/of "Doe aangifte dan kanker ziel" en/of "Wil terug naar de bajes" en/of "Beter vast en dan nieuwe start weer" en/of "Let op wat er met je kop gebeurt!" en/of "Vind alles best zolang geen zorg meer is" en/of "Of ik klap je tanden eruit" en/of "Kom hoe dan ook wel lang vast te zitten" en/of "Ik moet jullie niet en jullie moeten mij niet" en/of "Ik ga voor criminele dingen" en/of "Ik geniet nog even van me vrijheid en klap ik je gek" en/of "En jij moet gewoon weg uit me leven" en/of "What the fuck als jullie als ik dat allemaal wel doen dan kun je geen boodschappen meer doen zal ik het zo eens gaan vertellen", met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 juni 2017 te [plaats 2] en/of [plaats 3] , althans in Nederland, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (telefonisch en/of via WhatsAppberichten) dreigend op verschillende tijdstippen de woorden toegevoegd (respectievelijk): "Klap je neer hoor ik doe het" en/of "Volgende x dat ik langs kom word ik minder aardig he" en/of "Paar vuisten op je kop" en/of "Klap je oren tot bloeden stink hond" en/of "Klap je gewoon fucking je kist in dan" en/of "Klap je hele kaak schamer naar de tyfus dan" en/of "Buts je hele kanker schedel kapot" en/of "Ik maak je focking dood als je dat nog een keer doet" en/of "Klap gewoon je kanker licht eruit he no problem" en/of "Want ik maak je dood stink ziel" en/of "Maak je gewoon kapot" en/of "Want ik pak de fiets en je bent gewoon dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
(parketnummer 16/659445-17)
hij in of omstreeks 1 januari 2017 tot en met 27 februari 2017 te [plaats 4] , gemeente [gemeente] , [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Als ik nog langer vast kom te zitten omdat jullie morgen aangifte doen dan ga ik contacten leggen en ik heb er al een paar. Ik weet ook al hoe het moet dat heb ik geleerd in de gevangenis. Dan ben je gewoon fucking de lul dan ben je echt fucking de lul" en/of "Dan ga ik het anders doen dan ga ik gewoon via via ik ken ik ga gewoon wat mensen die ik ken die ga ik gewoon, nou die komen gewoon met een Audi RS voorrijden en die komen jullie huis binnen en geloof mij daar wordt je niet vrolijk van", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 19 mei 2017 te [plaats 1] , opzettelijk mishandelend [slachtoffer 4] (met kracht)
- tegen haar hand heeft geschopt/getrapt en
- tegen haar ribben/romp heeft geschopt/getrapt,
waardoor voornoemde [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
2.
hij op 19 mei 2017 te [plaats 1] , opzettelijk mishandelend [slachtoffer 5] (met kracht) in/tegen zijn ribben/romp heeft geschopt/getrapt, waardoor voornoemde [slachtoffer 5] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
3.
hij in de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 juni 2017 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] door meerdere malen per dag te bellen en meerdere malen per dag een grote hoeveelheid (dreigende) berichten en/of WhatsAppberichten te sturen aan die [slachtoffer 1] waaronder: "Vast zetten betekend afstand doen van een familie lid" en "Jullie zijn kanker domme mensen he" en "Doe aangifte dan kanker ziel" en "Wil terug naar de bajes" en "Beter vast en dan nieuwe start weer" en "Let op wat er met je kop gebeurt!" en "Vind alles best zolang geen zorg meer is" en "Of ik klap je tanden eruit" en "Kom hoe dan ook wel lang vast te zitten" en "Ik moet jullie niet en jullie moeten mij niet" en "Ik ga voor criminele dingen" en "Ik geniet nog even van me vrijheid en klap ik je gek" en "En jij moet gewoon weg uit me leven" en "What the fuck als jullie als ik dat allemaal wel doen dan kun je geen boodschappen meer doen zal ik het zo eens gaan vertellen", met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
4.
hij in de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 juni 2017 in Nederland, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (telefonisch en via WhatsAppberichten) dreigend op verschillende tijdstippen de woorden toegevoegd (respectievelijk): "Klap je neer hoor ik doe het" en "Volgende x dat ik langs kom word ik minder aardig he" en "Paar vuisten op je kop" en "Klap je oren tot bloeden stink hond" en "Klap je gewoon fucking je kist in dan" en "Klap je hele kaak schamer naar de tyfus dan" en "Buts je hele kanker schedel kapot" en "Ik maak je focking dood als je dat nog een keer doet" en "Klap gewoon je kanker licht eruit he no problem" en "Want ik maak je dood stink ziel" en "Maak je gewoon kapot" en "Want ik pak de fiets en je bent gewoon dood";
5.
hij omstreeks 1 januari 2017 tot en met 27 februari 2017 te [plaats 4] , gemeente [gemeente] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Als ik nog langer vast kom te zitten omdat jullie morgen aangifte doen dan ga ik contacten leggen en ik heb er al een paar. Ik weet ook al hoe het moet dat heb ik geleerd in de gevangenis. Dan ben je gewoon fucking de lul dan ben je echt fucking de lul" en "Dan ga ik het anders doen dan ga ik gewoon via via ik ken ik ga gewoon wat mensen die ik ken die ga ik gewoon, nou die komen gewoon met een Audi RS voorrijden en die komen jullie huis binnen en geloof mij daar wordt je niet vrolijk van";
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert telkens op:
mishandeling.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
belaging.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met zware mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

Voor wat betreft de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte heeft het hof gelet op de Pro Justitiarapportage d.d. 6 september 2017, opgemaakt door drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, en de Pro Justitiarapportage d.d. 31 augustus 2017, opgemaakt door drs. J.P.M. van der Leeuw, psycholoog.
De verdachte heeft geweigerd mee te werken aan voornoemde onderzoeken. De rapporteurs hebben om die reden geen diagnose kunnen stellen; ook hebben zij daarom de in 2015 gestelde diagnose niet kunnen toetsen. De rapporteurs hebben om die reden geen uitspraak kunnen doen over de relatie tussen stoornis en delict.
Psychiater Gerritsen en psycholoog Van der Leeuw hebben de verdachte in 2015 onderzocht naar aanleiding van soortgelijke feiten en Pro Justitia rapportages over hem uitgebracht op respectievelijk 6 en 5 oktober 2015. Gerritsen heeft destijds geconstateerd dat de verdachte lijdende was aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een pervasieve ontwikkelingsstoornis NAO, ADHD van het overwegend hyperactief-impulsieve type en een vermoeden van middelenmisbruik (alcohol, cannabis en harddrugs) en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid en een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Gerritsen heeft verder geconcludeerd dat er een duidelijke relatie bestond tussen stoornis en delict en hij heeft geadviseerd om de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. Van der Leeuw heeft geconstateerd dat sprake was van een autistische stoornis bij de verdachte met een onderliggende borderline persoonlijkheidsstoornis en zwakbegaafdheid. Van der Leeuw heeft destijds geadviseerd om de verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Gelet op de aard, het karakter en de daarbij horende hardnekkigheid van de in 2015 bij de verdachte gediagnosticeerde ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, het feit dat de problematiek van de verdachte al gedurende langere tijd bestaat en het feit dat sinds de diagnosestelling in 2015 behandeling niet of onvoldoende van de grond is gekomen, is het hof van oordeel dat de ziekelijke stoornis en de gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens bij de verdachte ook ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten in onderhavige zaak aanwezig waren. Voorts is het hof van oordeel dat er een zodanige relatie bestond tussen de stoornis en de bewezenverklaarde feiten, dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is te achten voor de bewezenverklaarde feiten.
De verdachte is overigens strafbaar, aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van zijn halfzus en haar vriend en bij hen pijn en letsel veroorzaakt. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn vader en stiefmoeder en belaging van zijn vader. Hij heeft vele malen per dag gebeld en telefonisch bedreigingen geuit. Ook heeft hij hen vele (WhatsApp)berichten gestuurd waarin onder meer bedreigende teksten stonden. De gedragingen van de verdachte zijn intens en frequent geweest en hij heeft hiermee een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn vader en hij heeft zijn vader en stiefmoeder angst aangejaagd. Dat de gedragingen van de verdachte een grote impact hebben gehad - en nog steeds hebben - op de levens van zijn vader en stiefmoeder, is op indringende wijze gebleken uit de slachtofferverklaring die zijn stiefmoeder, namens haarzelf en zijn vader, ter zitting van het hof op 28 november 2018 heeft voorgelezen. Ook is uit deze verklaring naar voren gekomen dat zijn vader en stiefmoeder wensen dat de verdachte wordt behandeld voor zijn stoornis en dat de verdachte de behandeling accepteert.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 oktober 2018 blijkt ten nadele van de verdachte dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof verder acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die ter terechtzitting in hoger beroep zijn gebleken en zoals deze blijken uit het reclasseringsadvies van het Leger des Heils d.d. 6 november 2018, waaronder met name de forse persoonlijkheidsproblematiek van de verdachte en de omstandigheid dat wordt geadviseerd de feiten aan hem in verminderde mate toegerekend dienen te worden. De raadsvrouw heeft ter zitting van het hof aangegeven dat de verdachte op dit moment verblijft bij zorgbedrijf [zorginstelling] .
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof aan de verdachte de maatregel terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging zal opleggen.
Het hof overweegt dat hoewel de onder 3, 4 en 5 bewezenverklaarde feiten, feiten betreffen op basis waarvan tbs met bevel tot verpleging zou kunnen worden opgelegd, het opleggen van tbs met bevel tot verpleging afstuit op het beginsel van proportionaliteit. Het hof is van oordeel dat de voornoemde bewezenverklaarde feiten weliswaar ernstige feiten betreffen, maar dat die feiten niet zodanig ernstig zijn dat zij de oplegging van de ingrijpende maatregel tbs met bevel tot verpleging rechtvaardigen.
Hoewel het hof de verdachte, anders dan de rechtbank, de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate toerekent, is het hof van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de feiten alsmede de recidive door de verdachte aan hem een hogere gevangenisstraf dient te worden opgelegd dan in eerste aanleg door de rechtbank is opgelegd. Het hof acht een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Het hof zal een gedeelte daarvan, te weten 6 maanden, voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van 3 jaren met (grotendeels) oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering in het rapport van 6 november 2018 zijn geadviseerd. Het hof is het met de reclassering eens dat met betrekking tot de verdachte intensieve zorg nodig is gericht op SGLVG-problematiek [1] , waarbij hij tevens behandeld dient te worden voor zijn stoornis. Het hof zal dan ook als bijzondere voorwaarden opleggen, onder meer, dat de verdachte zich zal laten opnemen, althans zijn opname zal voortzetten, in [zorginstelling] en dat hij zich zal laten behandelen door Amethist of een soortgelijke ambulante zorgverlener, waarbij de verdachte zich zal houden aan de huisregels van [zorginstelling] en de aanwijzingen die de zorginstelling/behandelaar geeft, daaronder begrepen dat de verdachte zijn voorgeschreven medicijnen zal innemen.
Het hof vindt het voorts noodzakelijk dat aan verdachte een harddrugsverbod wordt opgelegd.
Naast een contactverbod met verdachtes vader en stiefmoeder, zijn moeder en halfzus, alsmede de vriend van zijn halfzus en een locatieverbod met betrekking tot het adres van zijn vader en stiefmoeder en het adres van zijn moeder als bijzondere voorwaarden, zullen aan verdachte voor de beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten een contactverbod voor de duur van 3 jaren met voornoemde personen en een locatieverbod, ook voor de duur van 3 jaren, met betrekking tot voornoemde adressen worden opgelegd als vrijheidsbeperkende maatregelen ingevolge artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Iedere keer dat de verdachte niet aan deze maatregelen voldoet, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van 2 weken, met een maximum van 6 maanden. Daarbij zal het hof bovendien bevelen dat de maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn nu er, gelet op de recidive en de persoonlijkheidsproblematiek van verdachte, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en zich belastend zal gedragen jegens voornoemde slachtoffers.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 57, 63, 285, 285b en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij de reclassering van het Leger des Heils op het adres De Meent 2 te [plaats 2] , zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt, waarbij de verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen die door de reclassering aan hem worden gegeven.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de volledige proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, zal laten opnemen althans zijn opname zal voortzetten in [zorginstelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de reclassering, waarbij de verdachte zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft, daaronder begrepen dat de verdachte zijn medicijnen zal innemen. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, dient de verdachte mee te werken aan de indicatiestelling en de plaatsing in de betreffende instelling.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de volledige proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, laat behandelen door Amethist of een soortgelijke ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De verdachte dient zich aan de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling te houden, daaronder begrepen dat de verdachte zal meewerken aan diagnostiek en eventuele behandeling en dat hij zijn medicijnen zal innemen.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de verdachte verboden is gedurende de volledige proeftijd harddrugs te gebruiken en dat hij verplicht is ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de verdachte gedurende de volledige proeftijd verboden is contact te leggen of te laten leggen met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] ,
[slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de verdachte gedurende de volledige proeftijd verboden is zich te bevinden:
- op of in de directe omgeving van het adres [adres 2] en
- op of in de directe omgeving van het adres [adres 3] ,
zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de verdachte voor de duur van 3 jaren zich niet zal ophouden in het navolgende gebied:
- op of in de directe omgeving van het adres [adres 2] en - op of in de directe omgeving van het adres [adres 3] .
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de verdachte voor de duur van 2 jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] . Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Voor beide vrijheidsbeperkende maatregelen geldt dat de totale duur van de vervangende hechtenis de duur van 6 (zes) maanden niet te boven gaat.
Aldus gewezen door
mr. L.J. Bosch, voorzitter,
mr. H.J. Deuring en mr. E.M.J. Brink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 12 december 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.SGLVG staat voor Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt.