Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 april 2016 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft verdachte, die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] , meermalen althans eenmaal, (met kracht) met een mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, (links) in de buik en/of in de (linker)flank en/of (links) onder in de rug, althans het bovenlichaam(linker(voor en/of achter) zijde), gestoken/geprikt/gesneden (door wild/woest/onverhoeds met voornoemd mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, om zich heen te steken/prikken/snijden (bij gelegenheid van een ruzie in een (drukke) kroeg/bar/dancing)) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 27 april 2016 te Nijmegen aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
hij op of omstreeks 27 april 2016 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft verdachte, die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] , meermalen althans eenmaal, (met kracht) met een mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp (links) in de buik en/of in de (linker)flank(richting rug) en/of in de (linker)(boven)arm en/of (linksonder) in de rug, althans het bovenlichaam(linker(voor en/of achter)zijde), gestoken/geprikt/gesneden, door wild/woest/onverhoeds met voornoemd mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, om zich heen te steken/prikken/snijden (bij gelegenheid van een ruzie in een (drukke) kroeg/bar/dancing) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks27 april 2016 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft verdachte, die [slachtoffer 1] éénmaal en
/ofdie [slachtoffer 2] meermalen (met kracht) met een mes,
althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp,(links) in de buik en
/ofin de (linker)flank
en/of (links) onder in de rug, althans het bovenlichaam(linker(voor en/of achter) zijde), gestoken/geprikt/gesneden (door wild/woest/onverhoeds met voornoemd mes,
althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp,om zich heen te steken/prikken/snijden (bij gelegenheid van een ruzie in een (drukke) kroeg/bar/dancing)) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks15 november 2015 te Wijchen tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,[slachtoffer 3] heeft mishandeld door
althans éénmaal,(met gebalde vuist) op/tegen het hoofd, en
/of op/in het gezicht te slaan en
/of
althans éénmaal,(terwijl deze [slachtoffer 3] op de grond lag) (met gebalde vuist) op/tegen het lichaam te slaan en
/of
althans éénmaal,(terwijl deze [slachtoffer 3] op de grond lag) (met geschoeide voet) op/tegen het lichaam te schoppen/trappen;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 26.548,48 (zesentwintigduizend vijfhonderdachtenveertig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 6.548,48 (zesduizend vijfhonderdachtenveertig euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 26.548,48 (zesentwintigduizend vijfhonderdachtenveertig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 6.548,48 (zesduizend vijfhonderdachtenveertig euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
192 (honderdtweeënnegentig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 20.963,52 (twintigduizend negenhonderddrieënzestig euro en tweeënvijftig cent) bestaande uit € 963,52 (negenhonderddrieënzestig euro en tweeënvijftig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 20.963,52 (twintigduizend negenhonderddrieënzestig euro en tweeënvijftig cent) bestaande uit € 963,52 (negenhonderddrieënzestig euro en tweeënvijftig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
163 (honderddrieënzestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
€ 508,80 (vijfhonderdacht euro en tachtig cent) bestaande uit € 208,80 (tweehonderdacht euro en tachtig cent) materiële schade en € 300,00 (driehonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 508,80 (vijfhonderdacht euro en tachtig cent) bestaande uit € 208,80 (tweehonderdacht euro en tachtig cent) materiële schade en € 300,00 (driehonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.