ECLI:NL:GHARL:2018:10752
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vervangende toestemming voor verhuizing van kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor de verhuizing van de kinderen van de moeder naar een nieuwe woning in [B]. De voorzieningenrechter had eerder, op 29 augustus 2018, de moeder toestemming verleend om de kinderen mee te verhuizen en hen in te schrijven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Opsterland en op de basisschool [E] in [B]. De vader, die in hoger beroep ging, vorderde onder andere dat de kinderen voorlopig aan hem zouden worden toevertrouwd en weer ingeschreven zouden worden op hun oude basisschool in [D]. Het hof heeft de vader niet-ontvankelijk verklaard in deze vordering, omdat hij in de eerste aanleg geen vordering had ingesteld, wat in strijd is met artikel 353 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De vader kon echter wel worden ontvangen in zijn tegenvordering om de moeder te veroordelen om terug te verhuizen met de kinderen, maar deze vordering werd afgewezen. Het hof oordeelde dat de verleende vervangende toestemming niet vernietigd hoefde te worden, gezien het belang van de kinderen en de onrust die een wijziging zou veroorzaken terwijl de bodemprocedure nog loopt. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en compenseerde de proceskosten, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.