ECLI:NL:GHARL:2018:10536

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 december 2018
Publicatiedatum
4 december 2018
Zaaknummer
WAHV 200.215.191
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Wijma
  • mr. Arends
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de parkeerboete in het kader van laden en lossen door een deurwaarder

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 13 april 2017 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, een deurwaarder, had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod op de Markt te Maastricht op 11 december 2015. De betrokkene stelde dat hij niet parkeerde, maar bezig was met het onmiddellijk laden en lossen van gerechtelijke stukken die hij moest betekenen. Het hof oordeelt dat er geen sprake was van laden en lossen in de zin van de wet, omdat de stukken niet als goederen kunnen worden gekwalificeerd die bezwaarlijk anders dan per voertuig ter plaatse kunnen worden gebracht.

Het hof overweegt dat de betrokkene zijn voertuig ter plaatse heeft neergezet om gerechtelijke stukken te betekenen, maar dat deze stukken niet voldoen aan de criteria voor laden en lossen. De betrokkene had zijn voertuig buiten de parkeerverbodszone moeten plaatsen en de stukken te voet moeten overbrengen. De verklaring van de betrokkene dat hij motorpech had na het betekenen van de stukken doet hier niet aan af. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter, omdat de betrokkene zijn voertuig heeft geparkeerd in strijd met het parkeerverbod.

De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van parkeren en laden en lossen volgens het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en hoe deze in de praktijk moet worden toegepast. Het hof concludeert dat de betrokkene niet heeft aangetoond dat hij aan de voorwaarden voor laden en lossen voldeed, en bevestigt de sanctie die hem was opgelegd.

Uitspraak

WAHV 200.215.191
4 december 2018
CJIB 194395480
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Limburg
van 13 april 2017
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeerverbodszone (bord E1)”, welke gedraging zou zijn verricht op
11 december 2015 om 10:48uur op de Markt te Maastricht met het voertuig met het kenteken [00-YY-YY] .
2. De betrokkene erkent zijn voertuig op de desbetreffende locatie te hebben neergezet. Er was echter geen sprake van parkeren, maar van laden en lossen. De betrokkene is deurwaarder en moest die dag enkele belangrijke gerechtelijke stukken betekenen op het stadhuis op de Markt in Maastricht. Direct daarna constateerde de betrokkene motorpech. Het lukte hem pas na enkele minuten om weg te rijden. De twee verbalisanten die in de tussentijd aan kwamen lopen, hadden geen begrip voor deze noodsituatie. Laden en lossen is op de Markt overigens tot 12:00 uur 's middags toegestaan en de betrokkene is ruim voor deze tijd vertrokken.
3. De verklaring van de verbalisant, zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB, houdt in dat er sprake is van overtreding van het bepaalde in artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) in combinatie met bord E1 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 (een algeheel parkeerverbod) en dat er sprake was van een zone.
4. Niet in geding is dat op de locatie waar de betrokkene het voertuig heeft neergezet een parkeerverbod, aangegeven door bord E1 van Bijlage 1 van het RVV 1990, van kracht was. Het hof dient te beoordelen of hier sprake is van parkeren, dan wel van laden en lossen, en of de betrokkene het parkeerverbod heeft geschonden.
5. Artikel 1 van het RVV 1990 verstaat onder parkeren:
“Het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.”
6. Onder onmiddellijk laden of lossen van goederen dient te worden verstaan het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is (uitspraak van de Hoge Raad van 12 mei 1999, www.rechtspraak.nl, LJN: AA2760). Het dient dan te gaan om goederen die niet of bezwaarlijk anders dan per voertuig ter plaatse kunnen worden opgehaald of gebracht (HR 10 juni 1975, www.rechtspraak.nl, LJN: AJ4297).
7. Uit de verklaring van de betrokkene kan worden afgeleid dat hij zijn voertuig ter plaatse heeft neergezet om gerechtelijke stukken te betekenen op het stadhuis. Nu de betrokkene de inhoud van deze stukken verder niet heeft gespecificeerd, gaat het hof er - gelet op de gangbare betekenis van gerechtelijke stukken - van uit dat het gaat om brieven, oproepingen, dagvaardingen, aktes of andere schriftelijke bescheiden. Het gaat hier aldus niet om goederen die niet of bezwaarlijk anders dan per voertuig ter plaatse kunnen worden opgehaald of gebracht. De betrokkene had er dan ook voor moeten kiezen om zijn voertuig buiten de parkeerverbodszone te plaatsen en de stukken te voet over te brengen naar het stadhuis. Dat de betrokkene na terugkeer van het stadhuis problemen heeft gehad met het starten van zijn voertuig, doet - wat hier verder ook van zij - aan het voorgaande niet af. Nu er geen sprake is van laden en lossen in de betekenis die de Hoge Raad daaraan heeft gegeven, staat vast dat de betrokkene zijn voertuig op de onder 1. genoemde locatie heeft geparkeerd en dat hij de onderhavige gedraging heeft verricht. Het verweer van de betrokkene faalt.
8. Gelet op het voorgaande zal het hof overgaan tot het bevestigen van de beslissing van de kantonrechter.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Arends als griffier, en
uitgesproken ter openbare zitting.