ECLI:NL:GHARL:2018:10434

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 december 2018
Publicatiedatum
3 december 2018
Zaaknummer
21-000781-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake vervoeren van harddrugs met onderzoekswensen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 december 2018 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is beschuldigd van het vervoeren van harddrugs. Het hof heeft de onderzoekswensen van de verdediging beoordeeld aan de hand van het noodzaakscriterium. De verdediging heeft verzocht om het horen van drie getuigen, die mogelijk relevante informatie kunnen verschaffen over de betrokkenheid van de verdachte bij de drugstransport. Het hof heeft deze verzoeken toegewezen, omdat het horen van de getuigen noodzakelijk werd geacht voor de beslissing in de zaak. Daarnaast heeft de verdediging verschillende andere verzoeken ingediend, waaronder het horen van verbalisanten en het uitvoeren van DNA-onderzoek. Het hof heeft deze verzoeken echter afgewezen, omdat de noodzaak voor deze onderzoeken niet voldoende was onderbouwd. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en de zaak te hervatten op een nog nader te bepalen tijdstip.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000781-18
Uitspraak d.d.: 3 december 2018
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 24 januari 2018 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-720239-17 en 05-740141-16, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [1955] ,
verblijvende te [detentieadres] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 19 november 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van dat wat namens verdachte door zijn raadsman mr. S.F.W. van ’t Hullenaar in zijn pleitnota in aanvulling op zijn schriftelijk ingediende onderzoekswensen naar voren is gebracht. Het hof heeft daarnaast kennisgenomen van de nadere mondelinge aanvulling van de advocaat-generaal op zijn eerder ingenomen schriftelijke standpunt.

Onderzoekswensen

De verdediging heeft aangegeven dat alle onderzoekswensen samenhangen met het door de verdediging reeds in eerste aanleg aangevoerde alternatieve scenario. Verdachte stelt zich op het standpunt dat zijn opzet was gericht op het aannemen van een tas met ongeveer 30 kg hasjiesj, wetende dat dit van de gebroeders [naam gebroeders] afkomstig zou zijn. Verdachte was voornemens die tas naar het TCI te brengen, niet wetende dat hij er door de gebroeders [naam gebroeders] ingeluisd was. Het gevraagde onderzoek is noodzakelijk om de beweringen van verdachte aannemelijk te maken, omdat het een contra-indicatie behelst voor (voorwaardelijk) opzet het aanwezig hebben van illegale goederen.
A: Horen getuigen: [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3]
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] als getuigen te doen horen. [getuige 1] en [getuige 3] verklaren wisselend over de wijze waarop [getuige 1] in contact is gekomen met verdachte. Uit technisch onderzoek blijkt dat [getuige 1] als eerste contact heeft gezocht met verdachte. Nader verhoor van deze twee getuigen is van belang om aan het licht te brengen hoe en waarom verdachte met [getuige 1] in contact is gekomen en om duidelijkheid te krijgen over wie daaromtrent de waarheid spreekt. [getuige 1] dient daarnaast bevraagd te worden over het overhandigen van de autosleutel en zijn betrokkenheid bij het drugstransport en zijn contacten met de gebroeders [naam gebroeders] . [getuige 2] dient gehoord te worden omdat uit het dossier blijkt dat deze persoon door de politie gehoord is over de gebroeders [naam gebroeders] maar dit verhoor bevindt zich niet in het dossier. Deze getuige dient – kort gezegd – bevraagd te worden over zijn contacten met verdachte.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek tot het horen van de getuigen afgewezen moet worden. Niet blijkt in welke zin de getuigen [getuige 2] en [getuige 3] over de overdracht kunnen verklaren.
Oordeel hof
Op deze verzoeken is het noodzaakscriterium van toepassing. Naar het oordeel van het hof is het horen van de gevraagde getuigen noodzakelijk voor enige door de rechter te nemen beslissing. Het hof wijst derhalve de verzoeken tot het horen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] toe.
Ten aanzien van de getuige [getuige 2] beveelt het hof dat (indien aanwezig) het proces-verbaal van verhoor van deze getuige door de politie aan het dossier toegevoegd wordt, alvorens deze getuige gehoord wordt bij de raadsheer-commissaris. Aan de advocaat-generaal wordt verzocht hiervoor zorg te dragen.
B: Horen van de verbalisanten die de sporttas hebben doen vernietigen
Standpunt verdediging
De verdediging wenst de verbalisanten die de sporttas hebben doen vernietigen te horen. De verdediging wil deze getuigen vragen op basis waarvan (en in opdracht van wie) zij de zwarte sporttas, die als stuk van overtuiging in deze zaak in beslag was genomen en waarvan geen afstand was gedaan, hebben vernietigd. Het reeds opgestelde proces-verbaal van bevindingen is naar de mening van de verdediging niet afdoende.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek afgewezen dient te worden. Met de processen-verbaal van bevindingen zijn de vragen van de verdediging over het vernietigen van de tas afdoende beantwoord.
Oordeel hof
Op deze verzoeken is het noodzaakscriterium van toepassing. Het hof is van oordeel dat de verantwoording in het dossier van het vernietigen van de sporttas zodanig is dat daarin afdoende informatie is vervat om de verdediging in staat te stellen ter zake verweer te voeren. Mede in aanmerking genomen de onderbouwing van dit verzoek, is het hof van oordeel dat de noodzaak van het horen van de verbalisanten over het vernietigen van de tas ontbreekt. Het hof wijst het verzoek af.
C: Horen van de leider van het onderzoek, verbalisant [verbalisant 1]
Standpunt verdediging
Verzocht is om de leider van het onderzoek, verbalisant [verbalisant 1] te horen. De verdediging wenst deze getuige te vragen of en zo ja op welke wijze het openbaar ministerie invloed heeft gehad op de zeer beperkte wijze van onderzoek naar [getuige 1] en zijn spoedige invrijheidsstelling en of dat enig verband hield met de relaties die politie en justitie met de gebroeders [naam gebroeders] onderhouden.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek afgewezen dient te worden.
Oordeel hof
Op dit verzoek is het noodzaakscriterium van toepassing. Het hof is van oordeel dat de noodzaak van het horen van verbalisant [verbalisant 1] ontbreekt, omdat uit de onderbouwing de noodzaak tot inwilliging daarvan niet is gebleken Het hof wijst het verzoek af.
D: Nader onderzoek naar de kwaliteit en straatwaarde van de in de zwarte sporttas aangetroffen amfetamine en DNA-vergelijkend onderzoek naar de sealbags waarin de drugs waren verpakt en de wapens en munitie
Standpunt verdediging
Verzocht is om de sealbags en de wapens en munitie op DNA-sporen te onderzoeken opdat middels een DNA-vergelijkend onderzoek deze sporen vergeleken kunnen worden met de DNA-sporen van [getuige 1] . Dit onderzoek is noodzakelijk om de verklaring van verdachte dat [getuige 1] de autosleutel aan verdachte heeft afgeleverd te kunnen onderbouwen. Daarnaast dient de kwaliteit van de amfetamine onderzocht te worden om zo de bewering van verdachte dat hij erin is geluisd met slechte kwaliteit drugs op juistheid te onderzoeken.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onderzoek afgewezen dient te worden. De noodzaak tot het verrichten van dit onderzoek ontbreekt, bovendien zijn de stellingen van de verdediging zeer speculatief.
Oordeel hof
Op dit verzoek is het noodzaakscriterium van toepassing. Het hof is van oordeel dat de noodzaak tot het verrichten van onderzoek naar de kwaliteit van de amfetamine en de noodzaak tot het verrichten DNA-onderzoek naar de sealbags en de wapens ontbreekt, omdat uit de onderbouwing de noodzaak tot inwilliging daarvan niet is gebleken . Het hof wijst het verzoek af.
E: Het horen van de medewerkers van het Landelijk Parket die met [naam] hebben gesproken en hem hebben gevraagd om verdachte met rust te laten
Standpunt verdediging
De verdediging wenst medewerkers van het Landelijk Parket te bevragen over hun contact met [naam gebroeders] en waarom zij hem hebben gevraagd om verdachte met rust te laten. Ook wil de verdediging hen bevragen wat de rol van [naam gebroeders] is in deze strafzaak en wat de connectie is tussen verdachte en [naam gebroeders] .
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek afgewezen dient te worden.
Oordeel hof
Op dit verzoek is het noodzaakscriterium van toepassing. Het hof is van oordeel dat de noodzaak van het horen van de medewerkers van het Landelijk Parket ontbreekt, omdat uit de onderbouwing de noodzaak tot inwilliging daarvan niet is gebleken . Het hof wijst het verzoek af.
F: Het aan de verbalisant [verbalisant 2] van het TCI de opdracht verstrekken om alsnog de door de raadsman van verdachte gestelde vragen te beantwoorden
Standpunt verdediging
Verzocht is om aan verbalisant [verbalisant 2] van het TCI de opdracht te geven om de vraag:
“Klopt het dat verdachte meerdere malen contact heeft gehad met TCI-agenten die via verdachte informatie wilden vergaren over criminele activiteiten van de gebroeders [naam gebroeders] ?”,te laten beantwoorden.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek afgewezen dient te worden. Het is een feit van algemene bekendheid dat het van het grootste belang is dat het TCI geen informatie geeft over de vraag of een persoon een informant is. Bovendien is de beantwoording van de vraag niet van belang nu het niet uitmaakt of verdachte wel eens contact heeft gehad met het TCI, dat zegt immers niets over het handelen van verdachte in deze zaak.
Oordeel hof
Op dit verzoek is het noodzaakscriterium van toepassing. Naar het oordeel van het hof is de vraag of verdachte
meerdere malencontact heeft gehad met het TCI, mede gelet op de onderbouwing, niet van belang in het kader van enige door de rechter te nemen beslissing. Het hof wijst het verzoek af, nu de noodzaak tot inwilliging daarvan niet is gebleken.

BESLISSING

Het hof:
-
Heropenthet onderzoek.
-
Wijst afde verzoeken zoals weergegeven onder de punten B tot en met F.
-
Wijst toehet verzoek tot het horen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] .
- Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
o
[getuige 1], geboren op [1956] te [geboorteplaats 2] ;
o
[getuige 2], werkzaam voor [bedrijf] , [adres 1] .
o
[getuige 3], geboren op [1964] te [geboorteplaats 3] , wonende te [adres 2]
Beveeltdat (indien aanwezig) het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] bij de politie aan het dossier toegevoegd wordt, voordat deze wordt gehoord bij de raadsheer-commissaris en verzoekt de advocaat-generaal daartoe het nodige te verrichten.
- Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte en aan de benadeelde partij.
Aldus gewezen door
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter,
mr. F.A.M. Bakker en mr. M. van Seventer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H. Diepeveen, griffier,
en op 3 december 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 3 december 2018.
Tegenwoordig:
mr. A. van Maanen, voorzitter,
mr. J. van Spanje, advocaat-generaal,
mr. D. Mientjes, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.