Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
verweerder in hoger beroep,
stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de vader over zijn dochter, geboren in 2008. De moeder, die in hoger beroep ging, stelde dat de persoonlijkheid van de vader een blijvende gezamenlijke gezagsuitoefening onmogelijk maakte en dat dit leidde tot een onveilige en beschadigende opvoedingssituatie voor het kind. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland en constateert dat de vader sinds medio 2011 geen contact meer heeft gehad met de minderjarige. De vader heeft weliswaar een nieuwe relatie en twee dochters, maar zijn omgang met de minderjarige is problematisch door zijn conflicterende houding en persoonlijkheidsstoornissen. Het hof oordeelt dat de vader niet in staat is om op een constructieve manier samen te werken met de moeder en de gecertificeerde instelling, wat leidt tot een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de minderjarige. De beslissing van de rechtbank om het gezag van de vader te handhaven wordt vernietigd, en het hof besluit het gezag van de vader over de minderjarige te beëindigen, zodat de moeder alleen beslissingen kan nemen over haar opvoeding. De proceskosten worden gecompenseerd.