In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 29 september 2017, waarin was bepaald dat hij € 313,- per kind per maand moest betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, met ingang van 1 juni 2017. De man verzocht om een lagere alimentatie van € 187,50 per kind per maand, met terugwerkende kracht tot 29 september 2017.
Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie bevestigd op 1 juni 2017, maar heeft de hoogte van de alimentatie met ingang van 1 maart 2018 aangepast naar € 259,50 per kind per maand, rekening houdend met de gewijzigde financiële omstandigheden van de vrouw, die sinds 1 maart 2018 weer inkomen uit arbeid had. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw het teveel ontvangen bedrag aan kinderalimentatie aan de man moet terugbetalen, en dat dit bedrag in termijnen van € 53,50 per maand kan worden verrekend met toekomstige alimentatietermijnen.
De uitspraak benadrukt het belang van de draagkracht van beide ouders en de behoefte van de kinderen bij de vaststelling van kinderalimentatie. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd voor de periode tot 1 maart 2018, maar vernietigd voor de periode daarna, waarbij het de alimentatie aanpaste op basis van de gewijzigde omstandigheden.