ECLI:NL:GHARL:2018:10161
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van overtreding van de Leerplichtwet 1969 op basis van holistische bezwaren tegen het onderwijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel. De verdachte, een vader, werd verweten dat hij zijn leerplichtige dochter niet had ingeschreven op een school, zoals vereist door artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtwet 1969. De vader stelde echter dat hij niet verplicht was om zijn dochter in te schrijven, omdat hij bezwaren had tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van zijn woning gelegen scholen. Deze bezwaren waren gebaseerd op zijn holistische levensbeschouwing, die hij als een fundamentele oriëntatie beschouwde.
Het hof heeft de argumenten van de verdachte zorgvuldig overwogen. De verdachte had zijn bezwaren tegen het onderwijs duidelijk en concreet naar voren gebracht, en het hof oordeelde dat deze bezwaren als overwegende bedenkingen in de zin van artikel 5, onder b, van de Leerplichtwet 1969 konden worden aangemerkt. Het hof benadrukte dat het niet aan de rechter is om het gewicht van deze bedenkingen te beoordelen, maar dat de verdachte voldoende had aangetoond dat hij niet in staat was om zijn dochter in te schrijven op een reguliere school.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde overtreding. Het hof concludeerde dat de verdachte vrijgesteld was van de verplichting om te zorgen dat zijn dochter als leerling van een school of instelling stond ingeschreven, op basis van zijn holistische overtuigingen.